Film / Films

The Dude als millennial

recensie: Under the Silver Lake (dvd/vod)

Wat krijg je als je het oeuvre van David Lynch kruist met stonerkomedies als Dude, where’s my car en aanverwante tienerlol? Dat moet zoiets zijn als Under the Silver Lake.

Wat zou regisseur David Robert Mitchell bewogen hebben bij het maken van deze film? Eerder scoorde hij al een grote hit met de horrorthriller It Follows. Met Under the Silver Lake lijkt hij nu voor volledige vrijheid te kiezen. Wat begint als een vervreemdende film noir naar Hitchcock-model, ontspoort in een surrealistisch sprookje waaruit alle logica is verdwenen. Dat is overigens geen verwijt. Under the Silver Lake blijft ruim twee uur verbazen en vermaken met de ene bizarre plotwending na de andere.

Verborgen boodschappen

Lijdend voorwerp in deze gloeiende koortsdroom is Sam, een hipster en nietsnut die uit zijn appartement dreigt te worden gezet, terwijl hij zijn tijd besteedt aan het bespieden van blonde overbuurvrouw Sarah. Nadat hij contact legt met haar, is haar woning de volgende dag plots leeg en lijkt ze van de aardbodem verdwenen.

Wat volgt is een speurtocht door de onderbuik van Los Angeles, langs leeghoofdige feestbeesten, hondenmoordenaars, stinkbeesten en vuige complotdenkers. Sam laat zich daarbij leiden door verborgen boodschappen die hij meent te ontdekken in reclameborden, verpakkingen en popliedjes.

Waarheid

Als kijker raken we al snel de weg kwijt in dit labyrint. Maar,  acteur Andrew Garfield neemt ons bij de hand. Hij zet Sam neer als een millennial-versie van Jeffrey Lebowski: ongewassen en in een constante staat van verwondering en verdwazing.   Het is met deze Dude een aangename tocht door het spiegelpaleis.

Ondertussen zegt Under the Silver Lake ook nog iets over de tijdgeest. Het is alsof we naar een doorgesnoven versie kijken van The wizard of Oz, een wereld waarin waarheid en feiten niet meer bestaan. Dat Under the Silver Lake een cultstatus gaat bereiken is slechts een kwestie van tijd.

Theater / Voorstelling

Vermaak van ‘Vivaldi’ overstijgt het podium

recensie: Opera2Day – Dangerous Liaisons

Het amusement, dat wordt vertolkt op het podium tijdens de opera Dangerous Liaisons van Vivaldi, zet zich buiten de zaaldeuren voort. Naast prachtig gezongen noten, wordt het publiek verrast door de multifunctionele inzet van het ensemble.

De barokopera Dangerous Liaisons van Vivaldi, gebaseerd op de briefroman Les Liaisons Dangereuses, zit vol intrige. Uit pure verveling, die alleen kan worden toegeschreven aan de allerrijksten circa 1782, besluiten Markiezin de Merteuil (Candida Guida) en Vicomte de Valmont (Yosemeh Adjei) elkaar af te troeven in de liefde. Uit jaloezie, omdat Merteuils minnaar Gercourt met de jonge leerlinge Cécile (Stefanie True) in het huwelijksbootje wil stappen, laat Merteuil Valmont achter de rokken van Cécile jagen. Valmont ziet in de vrouw van de president van het Gerechtshof, Madame Présidente de Tourvel (Barbara Kozeljen), echter een grotere uitdaging.

Zowel Merteuil als Valmont hebben veel noten op hun zang en daar lijden hun bediendes en de jonge muziekleraar Danceny (Maayan Licht), die tot over zijn oren verliefd is op Cécile, onder. In deze opera zien we hoe destructief de liefde is en hoe de verstandhouding tussen de Franse elite en het gepeupel begint te wankelen in de periode vóór de Franse Revolutie.

Levende prullenbakken

Wat deze opera zó komisch maakt, is het feit dat het ensemble – het ‘gepeupel’ – wordt gedegradeerd tot meubilair. Het maakt de tijdsgeest van eind achttiende eeuw zichtbaar: wie niet tot de elite behoort, betekent niets. Zo komt aan het begin van de voorstelling een peloton mannen in ‘groene klavertjes broekpakken’ aangemarcheerd en gaan ze op handen en knieën zitten. De overige bediendes plaatsen op hun rug een tafel met allerlei lekkernijen. Ook in de pauze dient het ensemble als opvulling van de ruimte, ze fungeren met een afvalzak in de hand als ‘levende prullenbakken’. De luxepaardjes Merteuil en Valmont daarentegen, komen niets tekort. Paraderend door hun paleis bespelen ze iedere bezoeker op een sluikse manier: van Cécile met haar schattige, lange vlechtjes tot de in pofbroek gestoken Danceny.

Danceny, die Cécile bezingt in een innige briefwisseling, heeft wellicht het zuiverste keeltje van het hele stel. Zijn duet met Cécile beneemt je stante pede de adem, net als het door emoties gekleurde gezang van Tourvel. Hoe anders klinkt de lage stem van grande dame Merteuil of de hoge, nasale stem van Valmont. Een knap staaltje zangwerk, dat staat vast. Er zit soms echter weinig nuance in hun stem, waardoor deze minder blijft bekoren dan die van Danceny. Zo heeft het eerste duet van Merteuil en Valmont iets traags, waardoor je je moet inspannen om de gezongen noten in je op te nemen. Overigens blijf je ongeduldig wachten totdat Merteuil een sterk overdreven karakter gaat uitdragen, maar haar acteerwerk blijft timide. Dit in tegenstelling van Valmont, wiens fysieke uitstraling (lees: sixpack) en vermogen om op torenhoge hakken te lopen, meer van je aandacht vragen dan zijn zang.

Muzikale sensatie

De operazangers zouden niet tot zulke hoogte gestuwd kunnen worden zonder de hulp van een sterk orkest (de Nederlandse Bachvereniging). De samenkomst van de zang en de instrumenten zorgt voor een muzikale sensatie. Zo nu en dan overstemt het orkest de aria’s van de operazangers. Niet alleen het gehoor wordt plezier gedaan: ook voor het oog voltrekken zich allerlei prachtige decorwisselingen. Bevinden we ons als publiek het ene moment in een zaal in de stijl van Versailles, het volgende moment zijn we in een tuin vol rijpe appelstruiken. Of is het decor totaal verduisterd en biedt één schijnwerper ons het zicht op Madame de Tourvel, die wordt verleid door Valmont. Na de pauze wordt het eerder lieflijke decor opeens verruilt voor het grauw aandoende klooster, waar zowel de in diskrediet gebrachte Cécile als Tourvel hun dagen zullen slijten.

Deze opera is een ludieke samenkomst van professionele krachten en vrijwilligers. Zo’n circa 600 vrijwilligers wisselen elkaar af om in de rol van butler a.k.a. meubilair te kruipen. Die toevoeging is, zoals eerder onderschreven, een groot genot om naar te kijken en dat verlicht – ondanks de serieuze kritiek op de elite – deze opera. Twee zaken doorbreken die perfecte harmonieuze samenkomst van decor en zang: de lange stiltes die zo nu en dan vallen en de keuze voor Merteuil en Valmont. Bij dit paar, dat menig duet vertolkt, is het Merteuil die een zware lage stem heeft en Valmont een akelig hoge. Zo wordt er niet alleen een spel gespeeld met de verhouding tussen arm en rijk, maar ook tussen man en vrouw en de vocale vermogens van beide seksen.

Film / Films

‘Dat hele erge’ in een strandhotel

recensie: On Chesil Beach (dvd/vod)

De boeken van de veelgeprezen Engelse schrijver Ian McEwan zijn uiterst verfilmbaar. Binnen korte tijd draaien The Children Act en On Chesil Beach op de schermen. On Chesil Beach is het beste boek, maar dat levert niet meteen de beste film op.

Met On Chesil Beach vatte McEwan een heel mensenleven samen in één sleutelmoment. Het is een aangenaam beknopte novelle, die laat zien hoe onbegrip en toeval een levensloop bepalen. In de verfilming van zijn boek, waarvoor de auteur zelf het scenario schreef, worden die sleutelscènes wel heel nadrukkelijk benoemd. Tonen was echter genoeg geweest. Als kijker zijn we slim genoeg om onze eigen conclusies te trekken.

Walging

Het draait in On Chesil Beach allemaal om het versgetrouwde echtpaar Florence en Edward (Saoirse Ronan en Billy Howle). Zij brengen anno 1962 de huwelijksnacht door in een rammelend hotel aan de kust van Dorset. Die avond zullen zij voor het eerst het bed delen en zal ‘het hele erge’ – om Martin Ros te citeren – plaatsvinden. Dat hele erge is hier een adequate omschrijving want violiste Florence ziet als een berg op tegen de ontmaagding. Het vervult haar met walging en angst.

Maar voor het tot de daad zal komen, zien we eerst in flashbacks hoe de twee geliefden elkaar hebben leren kennen, uit welk soort milieu ze komen en hoe er begin jaren zestig over seksualiteit werd gedacht. En gezwegen. Schaamte, onwetendheid en zelfs klassenverschillen – het blijft Engeland – spelen een rol.

Melodramatisch

Uiteindelijk culmineert het verhaal in een bedscène die al dat ongemak nogal vet vertaalt in samengeknepen benen, lebberende tongen en samengebalde vuisten. Het strandhotel lijkt ineens een bevolkte versie van het hotel uit The shining, een plek waar dromen en liefde worden vermorzeld. De afwikkeling van deze mislukte huwelijksnacht is dan weer onnodig melodramatisch, inclusief opzichtig oud gemaakte acteurs die in het heden nog een keer met elkaar worden geconfronteerd.

On Chesil Beach is beslist een stijlvolle film, met uitstekend acteerwerk van hoofdrolspelers Ronan en Howle. Maar de eerder opgebouwde ongemakkelijke spanning, wordt in de tweede helft ongedaan gemaakt door al te opzichtige publieksmanipulatie. Alsof Cooke en McEwan er niet op vertrouwden dat wij, het publiek, bij machte zijn het universele thema van dit verhaal te koppelen aan ons eigen leven.  Alsof we niet voldoende ontroerd kunnen worden door gemiste kansen en het onvermogen tot communiceren. Nee, liever trekken de regisseur en de scenarioschrijver in de finale scènes de tranen hoogstpersoonlijk uit onze ogen en dat zit, paradoxaal genoeg, echte ontroering in de weg.

Theater / Voorstelling

Zwelgen in blue notes

recensie: De Nationale Opera - Porgy and Bess

James Robinson zet bij De Nationale Opera een betrekkelijk conventionele Porgy and Bess neer, daardoor krijgen de magistrale aria’s alle ruimte om te schitteren.

Er zijn veel redenen waarom Porgy and Bess van George Gershwin uit 1935 een bijzondere plaats in het operarepertoire inneemt. Zo is het muzikale idioom een smeltkroes van jazz, blues, negro spirituals, tin pan alley pop, vaudeville en wat al dies meer zij. Omdat Gershwin eiste dat de opera enkel opgevoerd zou worden door zwarte zangers (in plaats van blackfaces) kregen Afro-Amerikanen eindelijk een kans om zich op de operapodia te laten gelden. Ook slechtte de componist met deze opera de scheiding tussen wat destijds als hoge en lage cultuur werd bestempeld. Wie denkt dat deze elementen na tachtig jaar niet meer zo bijzonder zijn: De Nationale Opera bewijst het tegendeel. Gershwins muziek is toegankelijk, maar uitermate uniek en de uitmuntende zwarte cast geeft de opera een levendigheid mee waar menig productie nog wat van kan leren.

Sociaal realisme in the South

Summertime, and the living is easy‘: de wereld die wordt opgeroepen in deze wereldberoemde openingsaria staat in schril contrast met het hectische en armoedige leven van de zwarte bevolking van Catfish Row, een straat in de havenstad Charleston, waar gokken en knokken het belangrijkste tijdverdrijf is. De doorgesnoven Crown (tijdens de première gezongen door Nmon Ford, tijdens de andere speelbeurten door Mark S. Doss) slaat een speelmakker dood en slaat op de vlucht voor de politie, waarbij hij zijn vriendin, de verslaafde prostituee Bess (Adina Aaron) achterlaat. De kreupele Porgy (Eric Owen) ontfermt zich over haar, maar cokedealer Sportin’ Life (Frederick Ballentine) wil Bess weer op het slechte pad brengen.

Perfecte zwelgopera

Armoede, verslaving en conflicten met de politie: het zijn problemen die tot op de dag van vandaag doorspelen in de zwarte gemeenschap van de zuidelijke staten van de Verenigde Staten. Regisseur James Robinson kiest er echter niet voor om de parallellen met het heden er te dik bovenop te leggen. De acteurs zijn gekleed naar de stijl van de vroege jaren twintig en het decor is een verrijdbare straat van houten doorkijkhuizen. Op antagonisten Crown en Sportin’ Life na, leeft deze gemeenschap – alle misère ten spijt – in liefdevolle harmonie met elkaar. Robinson kiest niet voor frictie, maar laat het publiek zwelgen in de liefdestragedie.

Die keuze pakt goed uit, want Porgy and Bess is een perfecte zwelgopera met muziek die nog lang blijft rondspoken. Het is duidelijk hoorbaar dat Gershwin een achtergrond als songwriter heeft. De instrumentale passages zijn soms wat grillig, maar de aria’s, duetten en groepsgezangen zijn stuk voor stuk van een ongekende schoonheid. Deze worden ook nog eens magnifiek uitgevoerd door de cast met enkel topzangers – met Aaron en Ballentine als persoonlijke favorieten. Die geweldige muziek maakt van Porgy and Bess een zinderende zomerdroom.

caravaggio utrecht
Kunst / Expo binnenland

‘Warmbloedig heethoofd’

recensie: Utrecht, Caravaggio en Europa
caravaggio utrecht

‘Niet te geloven’, zegt de stem van Arthur Japin op de audiotour, terwijl hij een knijpbrilletje op het gezicht van een kaartspeler benoemt. Een werelds tafereel, maar dat brilletje kom je op veel Bijbelse afbeeldingen tegen in de tentoonstelling Utrecht, Caravaggio en Europa in het Centraal Museum Utrecht. Zijn die werelden wel uit elkaar te houden?

Het is niet het hoofdthema van de expositie, maar hierover nadenken geeft wél gehoor aan de oproep in het begeleidende boekje om ‘het discours van toen, nu te vervolgen’. Dat wil zeggen: ‘het vergelijkenderwijs bestuderen en bediscussiëren van (…) schilderijen’. Daar gaan we dan.

caravaggio utrecht

Utrecht, Caravaggio en Europa (T201801)
Periode: 2018-12-15 – 2019-03-24
Locatie: Centraal Museum, Utrecht
Image&copyright Centraal Museum, Utrecht / Ernst Moritz

Morele insteek

Wat bijvoorbeeld te denken van de vrolijke gezelschappen van Gerard van Honthorst: ze verwijzen, hoe je het ook wendt of keert, door hun morele insteek naar thema’s uit het Nieuwe Testament. Die kaartspelers worden niet voor niets vaak samen met Bijbelse onderwerpen afgebeeld. Bijvoorbeeld op de schilderijen die worden getoond binnen het thema ‘De verloochening van Petrus’: links het Bijbelverhaal (hoe linker hoe flinker), rechts kaartspelende mannen (hoe rechter hoe slechter). Zowel Petrus als die kaartspelers waren niet helemaal eerlijk bezig. Een onderwerp van discussie, toen en nu. Bovendien hadden de spelers ofwel een brilletje op de neus ofwel wijd opengesperde ogen! Je zou er een brillenwinkel mee kunnen vullen.

Een bloedrood gewaad

Dichter bij elkaar liggen afbeeldingen uit de mythologie die een prefiguratie (een vooraankondiging) zijn van bijvoorbeeld de kruisiging van Christus, zoals bij Prometheus van Dirck van Baburen , een andere Utrechtse navolger van Caravaggio. Ook het kleurgebruik op dergelijke doeken heeft een betekenis: Christus gekleed in een rood gewaad (het bloed van de kruisiging) en een blauwe mantel, wat staat voor hoop. Het kleurgebruik van de schilders is sowieso prachtig. Bij Caravaggio zelf en bij zijn Utrechtse navolgers, naast Van Honthorst en Van Baburen ook Hendrick ter Brugghen.

caravaggio utrecht

Caravaggio, De graflegging van Christus, 1602-1603, Pinacoteca Vaticana, Vaticaanstad

Echte wonden

Ze zijn allemaal in de eerste plaats bekend geworden door hun licht-donkercontrasten, maar vergeet hun realisme, sculpturaliteit en emotionaliteit niet; Caravaggio stond bekend als een ‘warmbloedig heethoofd’. Zijn navolgers zetten dit vaak nog heftiger aan: de kaarsen bij Van Honthorst zijn, in tegenstelling tot de onzichtbare lichtbron bij Caravaggio, echt aanwezig. Het realisme van Christus’ wonden op bijvoorbeeld Christus toont zijn wonden van Giovanni Antonio Galli doet haast pijnlijk aan. De sculpturaliteit valt op bij Caravaggio’s De graflegging van Christus (een bijzondere bruikleen uit het Vaticaans Museum): een wit, haast gebeeldhouwd lichaam tegen een donkere achtergrond (dit doek wordt na 15 januari a.s. vervangen door Medusa). De emotie druipt niet alleen af van de gezichten van de drie vrouwen op De graflegging van Christus van Dirck van Baburen of van Nicolas Tournier (met Galli en anderen een van de kunstenaars die het thema ‘Europa’ vertegenwoordigen), maar is ook terug te zien in de opzet van enkele schilderijen.

caravaggio utrecht

Orazio Gentileschi, Judith en haar bediende met het hoofd van Holofernus (c. 1621/1624), Olieverf op doek, 136,5 x 159,1 cm
Wadsworth Atheneum Museum of Art, Hartford (VS), © Allen Phillips/Wadsworth Atheneum

Medeleven

Een voorbeeld: de handen van Maria op Van Baburens De graflegging van Christus (eigen bezit van het Centraal Museum) vormen een diagonaal met Christus, die meer zittend dan liggend is afgebeeld. Die diagonalen zijn een manier van uitbeelden die medeleven uitdrukt. Ook valt ten slotte de soms eenvoudige opbouw van de schilderijen op, zoals bijvoorbeeld de driehoekvorm op Judith en haar bediende met het hoofd van Holofernes van Orazio Gentileschi. De driehoek staat hier voor goed en kwaad.

Utrecht, Caravaggio en Europa is al met al een rijke tentoonstelling die veel te overdenken geeft, dwarsverbanden legt en de bezoeker ook simpelweg doet genieten. Al hangt er slechts een handjevol Caravaggio’s of kopieën van diens werk, zijn geest waart er zeker rond, te zien aan de stijl van zijn navolgers en de keuze van de thema’s. Maar die achtergrondmuziek? Die had niet gehoeven.

Afbeelding boven:
slauerhoff-recensie
Boeken / Poezie

Steun in zware tijden

recensie: J. Slauerhoff - Verzamelde gedichten
slauerhoff-recensie

Van de verzamelde gedichten van de Nederlandse dichter Jan Jacob Slauerhoff zijn na zijn dood vele uitgaven verschenen. Er was alleen één probleem volgens de schrijvers Hein Aalders en Menno Voskuil: de indeling kon logischer en overzichtelijker.

Aalders en Voskuil waagden zich aan een geheel nieuwe uitgave van het verzameld werk van Slauerhoff. In plaats van de gedichten rond thematische kernen te verdelen zoals Slauerhoffs tekstbezorger Kees Lekkerkerker had gedaan, hielden zij de volgorde van de oorspronkelijke dichtbundels aan. Dit maakt Verzamelde gedichten overzichtelijk en het meest authentiek. Ondanks dat Slauerhoff slordig met zijn gedichten omsprong, en zijn literaire vrienden zijn bundels grotendeels voor hem samenstelden, ligt deze indeling het dichtstbij de volgorde en presentatie zoals Slauerhoff dat zelf had gewild.

Oud Nederlands maar niet gedateerd

De gedichten van Slauerhoff in 2019 lezen is even wennen. Het taalgebruik uit het begin van de twintigste eeuw bevat woorden die in onze hedendaagse taal niet veel meer worden gebruikt, zoals verpoozing en voorpui. Toch is de poëzie van Slauerhoff alles behalve gedateerd. Na de eerste gedichten, ontdek je dat zijn gedichten heel leesbaar zijn en de thema’s herkenbaar. Ook schreef hij het grootste gedeelte van zijn gedichten in gekruist rijm: het bekende a-b-a-b rijmschema. Dit zorgt voor lekker lopende poëzie. De eerste strofe van ‘Voor de verre prinses’ is hier een voorbeeld van:

Wij komen nooit meer saam:
De wereld drong zich tusschenbeide.
Soms staan wij beiden ’s nachts aan ’t raam,
Maar andre sterren zien we in andre tijden.

De gedichten van Slauerhoff zijn nog steeds glashelder en treffend. Wie herinnert zich geen liefde waarvan hij of zij ooit gescheiden is en zich afvraagt hoe het met die ander gaat. Ook weet hij mooie beelden op te roepen zoals in het gedicht ‘Metamorphose’:

Hun tocht trok langs, een stugge vlaag,
Waartegen de zachte zang vervlokte.

Woeste zee, naderende dood en onmogelijke liefdes

Er is wel één kanttekening te plaatsen bij Slauerhoffs poëzie. Vrolijk word je er niet van.  Terugkomende thema’s in zijn poëzie zijn de woeste zee, de dood en onmogelijke liefdes. De zon schijnt niet vaak in zijn gedichten, meestal stormt het, letterlijk en figuurlijk. Deze thema’s zijn direct in verband te  brengen met zijn onstuimige leven. Slauerhoff zwierf, was als scheepsarts veel op zee en had verschillende relaties met bezette vrouwen. Het huwelijk dat hij met de beeldschone danseres Darja Collins had, liep gauw uit tot een pijnlijke breuk. Ook was hij door zijn astma en tuberculose regelmatig doodziek. ‘In het leven was geen dag ooit zonder tegenspoed,’ schrijft hij in één van de gedichten. Slauerhoff leefde een intens en zwaar leven dat zijn weerslag krijgt in zijn gedichten. Maar misschien lees je dit er ook in als je het levensverhaal van Slauerhoff kent. In één van zijn gedichten wordt duidelijk dat Slauerhoff zijn gedichten niet bedoeld had voor bekenden:

Neen, als ik schrijf dan is ’t voor de onbekenden,
Die in stilte zitten met het boek
En in mijn ramp vergeten hùn ellende.

Slauerhoff ziet zijn eigen poëzie dus als een steun voor iedereen die zware tijden meemaakt. Als je je eigen misère met die van Slauerhoff vergelijkt, zie je dat jouw leven zo erg nog niet is. Daarom een leestip voor iedereen die de beeldende, rake poëzie van Slauerhoff wil leren kennen: vergeet de mythe van Slauerhoff en lees zijn gedichten zonder kennis van zijn persoon en leven.

Theater / Voorstelling

De ongrijpbare moleculen van de liefde

recensie: Theater Rotterdam - Heisenberg

Met een regisseur als Johan Simons en acteurs als Hans Croiset en Elsie de Brauw zou je van Heisenberg een topvoorstelling verwachten. De voorstelling mag weliswaar gebaseerd zijn op natuurkundige wetten, de chemie tussen de personages ontbreekt.

Wie bij het stuk getiteld Heisenberg verwacht dat het om de serie Breaking Bad zal gaan en Hans Croiset een soort Walter White wordt, zal wellicht bedrogen thuiskomen. De voorstelling van Theater Rotterdam is namelijk licht gebaseerd op die andere beroemde Heisenberg: de natuurkundige en grondlegger van de kwantummechanica. Met die onzekerheidstheorie heeft Heisenberg laten zien dat er twee aspecten van de werkelijkheid zijn die niet tegelijkertijd waargenomen kunnen worden. Volgens hem kon je bij een elementair deeltje maar twee vragen stellen: ‘Wat is de locatie?’ óf ‘Wat is de beweging?’

Liefde in een tijd van moleculen

Toch wordt de voorstelling geen theatercollege over de natuurkunde. In Heisenberg (geschreven door de Britse toneelschrijver Simon Stephens) wordt de onzekerheidstheorie aan de liefde tussen een oude man en jonge vrouw gekoppeld. Al in de openingsscène brengt regisseur Johan Simons die natuurkundige symboliek naar voren. De 75-jarige Alex luistert op een bankje naar muziek. Hij zit weliswaar stil, maar is al luisterend op zoek naar beweging. Of zoals hij het later zelf zegt: Hij wil ‘verrast worden door de ruimte tussen de noten’.

Nou, verrast wordt hij zeker. Uit het niets kust de 42-jarige Georgie (Elsie de Brauw) hem in zijn nek. Ze verontschuldigt zich meteen, dringt zich lichtelijk aan hem op door over haar overleden man te beginnen, hun huwelijksreis, haar baan als serveerster, om vervolgens op te biechten dat ze het allemaal heeft verzonnen.

Hiermee is de toon gezet. De dialogen hebben een hoog absurdistisch, impulsief gehalte. Zo maakt Georgie een manische, ongrijpbare indruk door Alex op het ene moment te liefkozen en het andere moment– vanuit het niets – te beledigen en af te stoten. Ze springt soms van de hak op de tak,  bijvoorbeeld wanneer zij Alex in een restaurant vertelt dat ze haar zoon al jaren  niet heeft gezien. Eerst zegt ze hoeveel ze van hem houdt, daarna dat ze hem wel op zijn bek zou willen slaan en ze sluit af met: ‘Het brood is lekker’.

Ongrijpbaar is ze niet alleen in haar taal, maar ook fysiek. Waar Alex  (in termen van Heisenberg) een molecuul in rustpositie is, is Georgie een molecuul dat continu beweegt. Ze gaat over het podium van hot naar her, met als gevolg dat noch Alex noch het publiek haar mimiek kan zien.  En daarmee ook niet kan zien hoe ze bij een bepaalde uitspraak kijkt. Hiermee wordt haar ongrijpbaarheid alleen maar groter. Het is misschien juist Georgies ongrijpbaarheid waar Alex naar op zoek is. En vice versa. Stukje bij beetje blijkt dat Georgie stiekem op zoek is naar rust en vastigheid.

Aantrekken en afstoten

Net als in eerder werk als Songs from far away, behandelt Simon Stephens in Heisenberg de onmacht om toenadering tot de ander te kunnen vinden. Waar in Songs from far away de hoofdpersoon met behulp van dagboekfragmenten toenadering zoekt tot zijn overleden broer (in Heisenberg speelt het dagboek ook een interessante rol), is de relatie tussen Alex en Georgie een spel van aantrekken en afstoten. Telkens wanneer de een toenadering tot de ander zoekt en er een moment van rust lijkt te ontstaan, geeft de ander weer een absurdistische draai aan het gesprek om weer beweging te veroorzaken. En waarom? Het heeft vast met Heisenbergs onzekerheidstheorie te maken, maar erg effectief is het niet. De eerste paar minuten is dat grappig en prikkelend, maar als het na een half uur nog steeds zo absurdistisch blijft, wordt het verhaal even relatief als de natuurkundige theorie. In combinatie met het kale decor (Marc Warning) doet het nogal klinisch aan. Op den duur hoop je dat het stuk toch wat meer gewicht en lading krijgt.

Lang leve de plottwist

Gelukkig gebeurt dat halverwege met een interessante plottwist, waarna de vraag opdoemt hoe oprecht beide personages tegenover elkaar zijn. Vanaf dit moment lijken de acteurs ook iets beter uit de voeten te kunnen met hun personage. Toegegeven, met acteurs als Croiset en De Brauw verwacht je een topcast, maar door al die impulsiviteit en beweeglijkheid is er, voornamelijk voor Croiset, weinig ruimte om echt gestalte aan de problematiek van het personage te geven. Pas na die plottwist zet Croiset een kwetsbare man neer, die op zoek is naar liefde en spanning in zijn verstilde leven. Vanaf dat moment is De Brauw evenmin eenzijdig impulsief, maar toont ze de pijn van een vrouw die niet weet wat ze met haar leven aan moet. De vraag is alleen of het publiek dan nog betrokken genoeg is.

Zo komen de personages, die twee moleculen, op het einde toch tot elkaar. Alhoewel… Net wanneer ze eindelijk toenadering tot elkaar hebben gevonden, gaat het licht uit. Daarmee begint en eindigt de voorstelling met Heisenbergs theorie:  Je kunt nooit het geheel waarnemen, maar enkel de afzonderlijke delen los van elkaar.

Boeken / Non-fictie

Klassieker herleeft

recensie: Geschiedenis van de seksualiteit - Michel Foucault

Geschiedenis van de seksualiteit van de Franse filosoof Michel Foucault wordt nieuw leven ingeblazen met een mooie heruitgave door uitgeverij Boom.

Tussen 1976 en 1984 publiceerde Foucault de drie delen van zijn Geschiedenis van de seksualiteit. Het vierde en laatste deel zou pas lang na zijn dood verschijnen. De werken blijven fascineren en zijn inhoudelijk nog erg actueel. In deze nieuwe uitgave zijn de eerste drie delen van Geschiedenis van de seksualiteit voor het eerst samengevoegd in één bundel. Vertaalster Jeanne Holierhoek heeft het hele werk opnieuw vertaald, waardoor het werk ook in taalkundig opzicht goed in de moderne tijd past.

Machtsspel

Foucault is als filosoof met name bekend door zijn denken over macht. Ook Geschiedenis van de seksualiteit gaat over macht. De auteur geeft een analyse van de omgang met seksualiteit in de hedendaagse maatschappij, de middeleeuwen en de oudheid. Op die manier zet hij vraagtekens bij de manier waarop wij nu naar seksualiteit kijken. Het heersende paradigma is dat wij onszelf bevrijd hebben van een onderdrukking. Vroeger was de seksualiteit onvrij, stelt Foucault. Je mocht er niet over praten en was gebonden aan geldende normen.

Bevrijding

Volgens Foucault is het paradigma waarin wij nú zitten evengoed onderdrukkend. Niet omdat het ons iets verbiedt, maar juist omdat het ons iets gebiedt, namelijk het voortdurend praten over onze seksualiteit. Iedereen wordt aangemoedigd om in de openbaarheid te brengen wie hij is en welke seksuele geaardheid bij die persoon hoort. Maar juist dat vastleggen van seksualiteit in hokjes als ‘homo’ of ‘transgender’ verkleint onze vrijheid, stelt Foucault. Er is dus nog veel meer winst in de vorm van vrijheid te behalen als we ons niet laten dwingen tot het publiekelijk maken van een bepaalde keuze, maar juist door het niet-kiezen en niet-delen. Foucault zou dus kritiek hebben op de hedendaagse gender-discussie, omdat de mensen die zichzelf in deze discussie denken te bevrijden, zichzelf tegelijkertijd opnieuw vastleggen. Dit is een belangrijk onderwerp in het denken van de filosoof, die zelf als homoseksueel de betekenis van dit label veelvuldig heeft onderzocht in zijn teksten.

Actueel

Foucault zet in Geschiedenis van de seksualiteit dus vraagtekens bij de wat hij noemt ‘bekenteniscultuur’, waarin iedereen continu de drang voelt over zijn of haar seksualiteit te praten en deze te categoriseren. Volgens de filosoof is deze behoefte direct terug te herleiden tot het christendom, waarin de gelovige door een bekentenis bij de priester vergeven kan worden voor zijn zonden. In de huidige tijd waarin er veel aandacht is voor LHBT-vraagstukken is Geschiedenis van de seksualiteit nog altijd even actueel als toen Foucault het schreef. Ook in onze tijd doet het feminisme opnieuw stof opwaaien en het kan bijzonder interessant zijn dit met Foucault in de hand te beschouwen. Foucault graaft dieper dan veel mensen die dit debat overschreeuwen en aan de oppervlakte blijven. Via zijn denken wordt het misschien mogelijk om uit het bestaande paradigma te ontsnappen en met een andere kijk onszelf te bezien.

De nieuwe uitgave van Geschiedenis van de seksualiteit is erg de moeite waard en mag uiteraard niet ontbreken in de boekenkast van een filosofieliefhebber.

Theater / Voorstelling

Onterecht gekilde darlings komen weer tot leven

recensie: Boulevard of Broken Scenes

In Boulevard of Broken Scenes brengen acht theatercollectieven hun ooit gekilde darlings weer tot leven. Terecht, want voor veel van de voorbijkomende scènes geldt dat het zonde was geweest als ze nooit een publiek hadden gehad.

Kill your darlings luidt het welbekende schrijversadagium: tekst schrappen om tot een goede compositie te komen. In het theater gaat het niet anders. Veel gerepeteerde scènes halen de uiteindelijke eindproductie niet, omdat ze om wat voor reden dan ook, toch niet goed bij het stuk bleken te passen. Scènes die nooit een publiek zullen krijgen terwijl ze dat vaak best verdienen. En zo was het idee voor Boulevard of Broken Scenes geboren.

Tijdens deze montagevoorstelling speelden maar liefst acht theatercollectieven (BOG., Club Gewalt, Lars Doberman, Nineties Productions, Touki Delphine, URLAND, De Warme Winkel en Wunderbaum) dergelijke gekilde darlings: scènes uit eerdere producties die nooit de eindvoorstelling gehaald hebben.

De voorstelling begint met een introductie van alle te volgen scènes en de reden waarom ze ooit geschrapt zijn. Die redenen zijn divers: te duur, te meta, te ironisch, geen ruimte meer in de bus, vooral leuk voor de spelers zelf, minder voor het publiek. Uit Boulevard of Broken Scenes blijkt dat deze scènes wel degelijk bestaansrecht hebben.

Angela

Zonder de context van een overkoepelende voorstelling die de scènes betekenis zou moeten geven, worden de weer tot leven gewekte darlings op zichzelf staande performances. En dat werkt verrassend goed. Noemenswaardig zijn onder meer de a capella uitgevoerde nummers ‘Ik ben Thomas’ en ‘Het lidwoordenlied’.

Ook sterk: de repetitieopnames van De Warme Winkel speelt de Warme Winkel. Daarin moet een ongelukkige stagiaire op haar eerste dag kritiekpunt na kritiekpunt aanhoren over haar zojuist opgevoerde act.  Met zichtbaar genoegen gaat de rest van De Warme Winkel er eens goed voor zitten om uit te leggen wat er allemaal aan schort: het riekt naar plagiaat en is hoe dan ook ‘veel te veel theaterschool’. En die arme stagiaire maar begripvol ja blijven knikken: heerlijke ongemakkelijkheid.

Een van de sterkste scènes is de in het Duits vertelde anekdote over een Noordzeecruise waar een man door ene ‘Angela’ wordt uitgenodigd op de kajuit.  Pas in die kajuit heeft hij door wie die vrouw -die hem al zo bekend voor kwam- eigenlijk is. Bij wijze van ode aan Mutti Merkel wordt Angie van de Rolling Stones opgevoerd. IJzersterk absurdisme waarvan het zonde was geweest als het nooit in een theaterzaal was opgevoerd.

Buitengewoon consistent

Acht theatercollectieven, een groot aantal scènes en een nog veel groter aantal spelers die bijna de gehele voorstelling allemaal op het podium staan: een recept voor chaos. Maar chaotisch wordt het geen moment. De compositie van scènes zit ontzettend strak in elkaar, wat een montagevoorstelling oplevert die buitengewoon consistent aanvoelt.

Gegeven dat de acht collectieven ter voorbereiding op deze voorstelling slechts drie(!) dagen hadden, is dat een prestatie van formaat.

Boeken / Fictie

De herhaling richting nergens

recensie: Jon McGregor - Reservoir 13

Het idee van Reservoir 13 intrigeert, maar daar houdt het ook op: een meisje verdwijnt in mysterieuze omstandigheden nabij een Engels plattelandsdorpje. Na een furieuze, maandenlange zoektocht ebt de interesse bij bewoners en media stilaan weg. Maar intussen gaat het leven verder. Helaas weet Jon McGregor hier weinig interessants mee te doen.

Genomineerd voor de Man Booker Prize. Bewierookt in binnen- en buitenland. Wellicht omwille van de – toegegeven – fraaie, meanderende schrijfstijl, maar toch niet de plot. Want die is moedwillig repetitief. Soms werkt dat. Denken we maar aan De Avonden, waarin gedurende tien dagen volstrekt niets gebeurt maar tegelijkertijd alles.

In Reservoir 13 wordt gedurende dertien jaar het wel en wee in een ingeslapen Engels dorpje gevolgd. Kinderen worden geboren en groeien op, koppels gaan uit elkaar en komen weer samen, winkels gaan failliet en jongeren ontdekken de seksualiteit. Tegen de achtergrond: de verdwijning van een meisje, waarmee het boek van start gaat. Dat is te zeggen: het begint met de zoektocht. De media springen op de zaak, inwoners dienen zich massaal aan om te helpen zoeken, verdenkingen gaan richting schimmige figuren, de vader van het meisje …

Maar naarmate de zoekopdrachten, die zich concentreren rond de vele reservoirs in de buurt (vandaar de titel), zonder resultaten blijven, taant de interesse en gaat het leven zijn eigen gangetje. Elk van de dertien hoofdstukken beslaat een jaar, dat telkens begint met het (uitblijven van) nieuwjaarsvuurwerk. Daarna volgt een beknopte stand van zaken van de verschillende inwoners, gekoppeld aan op den duur wel erg vervelende natuuromschrijvingen: vossen krijgen jongen, bloemen en struiken langs de rivier staan in bloei, dassen bouwen burchten en vogels foerageren – een woord dat ik voor aanvang het boek niet kende (het betekent ‘voedsel zoeken’) – en dat ik voor de rest van mijn leven niet meer wil horen, omdat de auteur het wel tot 100 keer gebruikt.

Herhaling is niet slecht. Het kan zelfs topfilms als Groundhog Day en Edge of Tomorrow opleveren. Maar in dit geval is het wat mij betreft slaapverwekkend en zelfs tot roepens toe irritant: verschillende malen wilde ik de auteur toeschreeuwen ‘maar laat dan toch eens iets gebeuren!’ Maar wellicht was dat ook zijn bedoeling. Het kleinmenselijke tonen in het licht van een groots drama, dat wil hij doen. Een drama dat overigens geen bevredigende uitkomst kent. Dat is geen spoiler, je voelt al van op de eerste bladzijden dat het de auteur hier niet om te doen is. Wat hij dan wel wil bereiken, is me een raadsel. Emotionele betrokkenheid oproepen kan het al zeker niet zijn: als je dit boek twee dagen aan de kant legt, mag je helemaal opnieuw beginnen omdat je de letterlijk tientallen namen van en verbindingen tussen dorpsmensen helemaal weer kwijt bent.