Tag Archief van: Theater

Theater / Voorstelling

Boterzacht feminisme met een kop en een staart

recensie: Hadewych Minis - Minis Plus

Hadewych Minis heeft het er maar druk mee: ze is artieste, moeder, vriendin, echtgenote maar bovenal vrouw. In al deze rollen probeert ze alle ballen in de lucht te houden. Dat het niet altijd meevalt, laat ze op duidelijke wijze merken. Plusminus is een voorstelling geworden van stoere liedjes en nostalgische anekdotes.

Flierefluiten

Het decor oogt wat duister, met een grote houten + (plus) in het midden, afgezet tegen een wit doek en een zwarte achtergrond. Hadewych Minis maakt geen meisjescabaret voor meisjes, maar stiekem probeert ze wel steeds dichter bij haar ware ik te komen. Het is een contrast dat de gehele voorstelling aanhoudt: een feministische vuist met tegelijkertijd een zachte boodschap.

Die toon wordt al gezet in haar tweede lied samenvallen met jezelf/het valt wel mee. Dat thema werkt ze uit door de etymologie van haar voornaam te duiden, waaruit blijkt dat ze vooral een strijdster is, ‘die de weg wijst’. Dat ze daar al sinds haar jeugd mee worstelt, blijkt wel uit de scene dat ze probeert te flierefluiten en tegelijkertijd moet toegeven dat ze daar niet voor gemaakt is. Zo marcheert Minis even later over het podium, met teksten over deadlines, afspraken, agenda’s en wat niet al. Diezelfde discipline probeert ze ook haar kinderen op te leggen, ook al zitten ze nog op de crèche. De mimiek van haar mond is tekenend: hoe bozer ze over het podium struint en bijna schuimbekkend (jaloers?) afgeeft op flierefluiters, hoe groter haar ogen en hoe dunner haar lippen worden. Kortom: hier staat een vrouw waar je geen ruzie mee wilt krijgen. 

Portugese fado

Hoezeer ze ook stampt en zingt en klapt en danst, samen met muzikant Rombout Stoffers,  komt de voorstelling bijna nergens echt binnen. Hoewel Minis loepzuiver kan zingen – ze haalt moeiteloos alle tonen tot in de kleinste vibraties – mist er een bepaalde beleving in haar stem waardoor weliswaar het gehoor, maar niet het hart wordt geraakt. Fraai is wel dat ze zich bedient van allerlei stijlen, waarmee ze het zichzelf bepaald niet gemakkelijk maakt. Minis schakelt gemakkelijk van Amerikaanse rock naar Portugese fado naar Italiaanse ballata. Vooral omdat het gros a cappella wordt gespeeld, is het risico op hoorbare foutjes groter. Gelukkig blijft dat aantal beperkt.

Haar grappen zijn niet altijd even lekker getimed, misschien zelfs te gepolijst. Daardoor blijft het gehoopte komische effect jammerlijk uit. Het wordt echter enigszins goedgemaakt wanneer ze een loop station perfect gebruikt om de gekte van haar vroegere ‘ik’ te illustreren. Bovendien heeft ze nog een mooi slot in petto, met een sterk feministisch statement in een fraaie decorwisseling. Helaas blijft het geheel te vlak om écht te boeien en te ontroeren. 

Theater / Voorstelling

Boterzacht feminisme met een kop en een staart

recensie: Hadewych Minis - Minis Plus

Hadewych Minis heeft het er maar druk mee: ze is artieste, moeder, vriendin, echtgenote maar bovenal vrouw. In al deze rollen probeert ze alle ballen in de lucht te houden. Dat het niet altijd meevalt, laat ze op duidelijke wijze merken. Plusminus is een voorstelling geworden van stoere liedjes en nostalgische anekdotes.

Flierefluiten

Het decor oogt wat duister, met een grote houten + (plus) in het midden, afgezet tegen een wit doek en een zwarte achtergrond. Hadewych Minis maakt geen meisjescabaret voor meisjes, maar stiekem probeert ze wel steeds dichter bij haar ware ik te komen. Het is een contrast dat de gehele voorstelling aanhoudt: een feministische vuist met tegelijkertijd een zachte boodschap.

Die toon wordt al gezet in haar tweede lied samenvallen met jezelf/het valt wel mee. Dat thema werkt ze uit door de etymologie van haar voornaam te duiden, waaruit blijkt dat ze vooral een strijdster is, ‘die de weg wijst’. Dat ze daar al sinds haar jeugd mee worstelt, blijkt wel uit de scene dat ze probeert te flierefluiten en tegelijkertijd moet toegeven dat ze daar niet voor gemaakt is. Zo marcheert Minis even later over het podium, met teksten over deadlines, afspraken, agenda’s en wat niet al. Diezelfde discipline probeert ze ook haar kinderen op te leggen, ook al zitten ze nog op de crèche. De mimiek van haar mond is tekenend: hoe bozer ze over het podium struint en bijna schuimbekkend (jaloers?) afgeeft op flierefluiters, hoe groter haar ogen en hoe dunner haar lippen worden. Kortom: hier staat een vrouw waar je geen ruzie mee wilt krijgen. 

Portugese fado

Hoezeer ze ook stampt en zingt en klapt en danst, samen met muzikant Rombout Stoffers,  komt de voorstelling bijna nergens echt binnen. Hoewel Minis loepzuiver kan zingen – ze haalt moeiteloos alle tonen tot in de kleinste vibraties – mist er een bepaalde beleving in haar stem waardoor weliswaar het gehoor, maar niet het hart wordt geraakt. Fraai is wel dat ze zich bedient van allerlei stijlen, waarmee ze het zichzelf bepaald niet gemakkelijk maakt. Minis schakelt gemakkelijk van Amerikaanse rock naar Portugese fado naar Italiaanse ballata. Vooral omdat het gros a cappella wordt gespeeld, is het risico op hoorbare foutjes groter. Gelukkig blijft dat aantal beperkt.

Haar grappen zijn niet altijd even lekker getimed, misschien zelfs te gepolijst. Daardoor blijft het gehoopte komische effect jammerlijk uit. Het wordt echter enigszins goedgemaakt wanneer ze een loop station perfect gebruikt om de gekte van haar vroegere ‘ik’ te illustreren. Bovendien heeft ze nog een mooi slot in petto, met een sterk feministisch statement in een fraaie decorwisseling. Helaas blijft het geheel te vlak om écht te boeien en te ontroeren. 

I'm A Soulman @ Den Bosch
Muziek / Theater / Muziek / Voorstelling

I’m A Soulman @ Theater aan de Parade te Den Bosch

recensie: Wervelend hete soulbeleving
I'm A Soulman @ Den Bosch

Nog niet zo lang geleden zagen we Michael Varekamp als een herboren Louis Armstrong. Met zijn nieuwe show gaat hij een stapje verder en kruipt hij met zijn band in de huid van vele STAX-artiesten.

De geestelijke vaders van de show I’m A Soulman (the Soul of STAX) zijn toetsenist Wiboud Burkens en trompettist Michael Varekamp. Was Varekamp het middelpunt van zijn vorige productie LOUIS!, in deze show zijn het vooral Steffen Morrison en Joy Wielkens die op de voorgrond staan. De twee bedenkers vormen samen met een viertal andere muzikanten een fantastische band.

Van pioniers tot een begrip

I’m A Soulman (the Soul of STAX) vertelt het verhaal van het legendarische soullabel STAX dat eind jaren vijftig werd opgericht door twee blanken. Broer en zus Jim en Estelle Steward schiepen hun opnamestudio’s in een zwarte wijk van Memphis. Een pure gok was het wel; ze hadden ongeveer voor drie maanden geld om een hit te scoren. Ze startten met hun baanbrekende werk in een tijd dat de zwarte bevolking nauwelijks rechten had in Amerika. Ze wisten tegen alles in uit te groeien tot een begrip in de muziek. Politieke hobbels bestonden in de studio niet, maar daarbuiten volop. De artiesten, die de stal van dit label voortbracht, spreken tot op de dag van vandaag een heel grote groep mensen aan. De invloed van de muziek van STAX is van groot belang voor de muziek van vandaag. De geschiedenis van het internationale label komt aan bod in deze wervelende show, waarin het verhaal verteld van deze pioniers verteld wordt die tegen de stroom in soulmuziek op de kaart wisten te zetten.

Dampende swingende massa

Tijdens de show wordt de historie van het label fraai gemixt met de carrières van een aantal belangrijke artiesten. Zo horen we Steffen Morrison in de huid kruipen van Otis Redding die per toeval in een opnamesessie wordt ontdekt. De artiest die eigenlijk gepland stond, vond het die dag te warm. Joy Wielkens kruipt in de huid van Carla Thomas, maar ook in die van Estelle Steward om het verhaal van STAX te vertellen.

De band speelt een belangrijke rol in de dampende sound van de show. Soms kruipen ze in de huid van Booker T & The M G’s. Het absolute hoogtepunt is de vertolking van ‘Sittin’ On the Dock of the Bay’ door Joy Wielkens: kippenvel zoals zij het donkerste uit haar stem weet te halen. Hoe langer de show duurt, hoe hoger de temperatuur in de zaal oploopt. Voor de pauze is er een enkeling die het pluche van de stoelen verruilt voor het gangpad om daar te dansen. Richting het einde van de show verandert de zaal onder aanvoering van Morrison, Wielkens en de drive van de band in een grote dampende, dansende, swingende massa. Wanneer iedereen eenmaal staat is er geen houden meer aan en wordt er niet meer gezeten.

Bij het verlaten van het theater waar jong en oud verenigd waren, was iedereen weer even terug in de tijd naar begin jaren zestig, of in welk jaartal dan ook waarin allen jeugdig waren en dansten in de discotheek op deze tijdloze, opzwepende muziek. De show heeft zijn werk daarmee goed gedaan!