Tag Archief van: Falafelbiels

Muziek / Concert

Modulation Madness in Kytopia

recensie: 'Residenties in Utrecht' presenteert: Richard Devine

Voor ‘Residenties in Utrecht’, een serie die internationale creatieve makers vraagt hun expertise met de stad te delen, was Richard Devine een week in Utrecht. Als onderdeel van de Residentie stond een avond in Kytopia gepland, waar naast Devine ook Falafelbiels, Mark Verbos en Colin Benders (a.k.a. Kyteman) geprogrammeerd stonden. 8WEEKLY toog naar Kytopia, voorzien met de hulp van synthesizer-enthousiast en -kenner Julius van Haastrecht, om Modulation Madness te gaan bekijken.

Modulaire synthese is de heilige graal voor de doorgewinterde synthesizer-liefhebber. De grote kasten, volgebouwd met modules die door middel van tientallen patchkabels met elkaar verbonden kunnen worden, beloven een oneindige variëteit aan geluid en modulatie. Alleen een blik op het podium in Kytopia is daarom al een belevenis. Van links tot rechts staat het podium vol met modulaire synthesizers. Wie bij synthesizers denkt aan flitsende keyboardsolo’s en virtuele violen is vanavond duidelijk aan het verkeerde adres. In plaats daarvan presenteren de vier optredens samen een breed pallet aan abstract geluid.

Onbeschaafd en dansbaar

Als eerste aan de beurt is Falafelbiels die, zoals hij zelf aangeeft, meer voldoening beleeft aan het ontwerpen en bouwen van synthesizer-modules dan aan het maken van muziek als zodanig. Na een korte waarschuwing dat het even kan duren voor de geluiden die hij voortbrengt muzikaal zullen worden, klinkt een eerste monotone grondtoon door de zaal en duurt het inderdaad enkele minuten voordat het werkelijk interessant begint te klinken. Niettemin weet het optreden zeker te boeien, vooral op de momenten dat hij met wat minimalistische elektronische percussie enige structuur aanbrengt in de verder voortdurend evoluerende geluiden. Gepolijst of beschaafd wordt het nergens, maar gaandeweg worden de klanken subtieler, zelfs dromerig op momenten, om uiteindelijk tot een vrij ruw slot te komen.

Tweede in de rij is Mark Verbos, die zijn sporen verdiend heeft in de modulaire Richard Devinesynthesizerwereld door oude Buchla-synthesizers te reviseren. Gaandeweg is hij vervolgens zelf modules gaan ontwerpen. Muzikaal omschrijft hij zijn werk als een kruising tussen modulair en techno, hetgeen een aardig correcte omschrijving lijkt. De four-to-the-floor ritmes uit die constant uit een klassieke TR-909 drumcomputer komen vormen een solide basis voor de synthesizergeluiden, die ook een duidelijke techno-invloed hebben. Sonore zagende bassen, stuwende sequences, resonerende filters en een flinke dosis overdrive. Het optreden dat hij geeft is daardoor wellicht het meest toegankelijke – en zeker het meest dansbare – van de avond, maar daarmee ook het minst innovatieve.

Mens/machine

Zo symmetrisch en dansbaar als de ritmes van Mark Verbos waren, zo chaotisch en onvoorspelbaar zijn die van Richard Devine. Bij hem klinken modulaire synthesizers zoals ze er uit zien: complex, futuristisch en potentieel gevaarlijk. De invloeden van Aphex Twin, Squarepusher en Autechre zijn overduidelijk aanwezig, met ratelende ketelpercussie en stotterende breaks. Toch blijft het niet bij een herhaling van zetten en brengt Richard Devine met een energieke en originele set het hoogtepunt van de avond.

BendersAfsluitend is het de beurt aan Colin Benders zelf. Waar de eerdere artiesten een aaneengesloten set speelden, presenteert Benders een serie kortere stukken, waarbij hij een warmere, meer melodische aanpak hanteert. Na de industrieel aandoende ritmes van Richard Devine klinkt deze muziek bijna lieflijk, alhoewel ook hier voldoende verwrongen “nieuwe” geluiden te horen zijn. Kyteman lijkt zijn inspiratie wel meer uit het verleden te halen, met sounds die soms doen denken aan de klassieke moogs en arps van de jaren zestig en zeventig. En hoewel hij zelf aangeeft “scared shitless” te zijn, omdat de muziek die hij te horen brengt nog volop in ontwikkeling is, zet hij een zeer overtuigende sound neer.

Een zeer afwisselende avond dus, met vier zeer verschillende benaderingen van modulaire synthese. Door deze verschillende benaderingen blijft de avond boeiend, en wordt tevens het bewijs geleverd dat het ondanks alle elektronica uiteindelijk de mens achter de machine blijft die er muziek van maakt.

Muziek / Concert

Modulation Madness in Kytopia

recensie: 'Residenties in Utrecht' presenteert: Richard Devine

Voor ‘Residenties in Utrecht’, een serie die internationale creatieve makers vraagt hun expertise met de stad te delen, was Richard Devine een week in Utrecht. Als onderdeel van de Residentie stond een avond in Kytopia gepland, waar naast Devine ook Falafelbiels, Mark Verbos en Colin Benders (a.k.a. Kyteman) geprogrammeerd stonden. 8WEEKLY toog naar Kytopia, voorzien met de hulp van synthesizer-enthousiast en -kenner Julius van Haastrecht, om Modulation Madness te gaan bekijken.

Modulaire synthese is de heilige graal voor de doorgewinterde synthesizer-liefhebber. De grote kasten, volgebouwd met modules die door middel van tientallen patchkabels met elkaar verbonden kunnen worden, beloven een oneindige variëteit aan geluid en modulatie. Alleen een blik op het podium in Kytopia is daarom al een belevenis. Van links tot rechts staat het podium vol met modulaire synthesizers. Wie bij synthesizers denkt aan flitsende keyboardsolo’s en virtuele violen is vanavond duidelijk aan het verkeerde adres. In plaats daarvan presenteren de vier optredens samen een breed pallet aan abstract geluid.

Onbeschaafd en dansbaar

Als eerste aan de beurt is Falafelbiels die, zoals hij zelf aangeeft, meer voldoening beleeft aan het ontwerpen en bouwen van synthesizer-modules dan aan het maken van muziek als zodanig. Na een korte waarschuwing dat het even kan duren voor de geluiden die hij voortbrengt muzikaal zullen worden, klinkt een eerste monotone grondtoon door de zaal en duurt het inderdaad enkele minuten voordat het werkelijk interessant begint te klinken. Niettemin weet het optreden zeker te boeien, vooral op de momenten dat hij met wat minimalistische elektronische percussie enige structuur aanbrengt in de verder voortdurend evoluerende geluiden. Gepolijst of beschaafd wordt het nergens, maar gaandeweg worden de klanken subtieler, zelfs dromerig op momenten, om uiteindelijk tot een vrij ruw slot te komen.

Tweede in de rij is Mark Verbos, die zijn sporen verdiend heeft in de modulaire Richard Devinesynthesizerwereld door oude Buchla-synthesizers te reviseren. Gaandeweg is hij vervolgens zelf modules gaan ontwerpen. Muzikaal omschrijft hij zijn werk als een kruising tussen modulair en techno, hetgeen een aardig correcte omschrijving lijkt. De four-to-the-floor ritmes uit die constant uit een klassieke TR-909 drumcomputer komen vormen een solide basis voor de synthesizergeluiden, die ook een duidelijke techno-invloed hebben. Sonore zagende bassen, stuwende sequences, resonerende filters en een flinke dosis overdrive. Het optreden dat hij geeft is daardoor wellicht het meest toegankelijke – en zeker het meest dansbare – van de avond, maar daarmee ook het minst innovatieve.

Mens/machine

Zo symmetrisch en dansbaar als de ritmes van Mark Verbos waren, zo chaotisch en onvoorspelbaar zijn die van Richard Devine. Bij hem klinken modulaire synthesizers zoals ze er uit zien: complex, futuristisch en potentieel gevaarlijk. De invloeden van Aphex Twin, Squarepusher en Autechre zijn overduidelijk aanwezig, met ratelende ketelpercussie en stotterende breaks. Toch blijft het niet bij een herhaling van zetten en brengt Richard Devine met een energieke en originele set het hoogtepunt van de avond.

BendersAfsluitend is het de beurt aan Colin Benders zelf. Waar de eerdere artiesten een aaneengesloten set speelden, presenteert Benders een serie kortere stukken, waarbij hij een warmere, meer melodische aanpak hanteert. Na de industrieel aandoende ritmes van Richard Devine klinkt deze muziek bijna lieflijk, alhoewel ook hier voldoende verwrongen “nieuwe” geluiden te horen zijn. Kyteman lijkt zijn inspiratie wel meer uit het verleden te halen, met sounds die soms doen denken aan de klassieke moogs en arps van de jaren zestig en zeventig. En hoewel hij zelf aangeeft “scared shitless” te zijn, omdat de muziek die hij te horen brengt nog volop in ontwikkeling is, zet hij een zeer overtuigende sound neer.

Een zeer afwisselende avond dus, met vier zeer verschillende benaderingen van modulaire synthese. Door deze verschillende benaderingen blijft de avond boeiend, en wordt tevens het bewijs geleverd dat het ondanks alle elektronica uiteindelijk de mens achter de machine blijft die er muziek van maakt.