Wat je moet weten over Hopper
Edward Hopper, was dat niet een nogal uitgekauwd subject dat al ongeveer honderd jaar de aandacht kreeg waar types als Nellie Mae Rowe alleen maar van konden dromen, dacht de criticus, toen ze met een kaartje in de hand nog even eerst koffie ging halen voor ze binnentrad bij Hopper’s New York in het Whitney Museum of American Art. Toch ligt hier een opengeslagen Hoppercatalogus en is er een biografie aangeschaft. Vijf verrassende feiten voor de Hopperleek.
1. Hopper was een reclametekenaar
Edward Hopper was een laatbloeier. Hij was een gesloten, zwijgzame man die zijn geld verdiende met reclametekeningen in een stijl die moeilijk te herkennen is als van de hand van de kunstenaar. Zonder zijn vrouw Jo Nivison Hopper, die Edward niet alleen onder de aandacht bracht van het Brooklyn Museum, maar ook de communicatie voor hem deed, was Hopper misschien wel een nukkige reclametekenaar gebleven, die in zijn vrije tijd schilderijen maakte.
2. Hopper haatte Parijs
Oké. Hij haatte Parijs niet echt. Maar hij had een hekel aan fauvisme. ‘For the most part very bad’, schrijft hij na een bezoek aan Salon d’Automne naar huis. Dus toen hij in 1906 in Parijs was, trok hij niet naar Cézanne en consorten die een revolutie in de schilderkunst ontketenden, maar pakte zijn schilderspullen en begon met name gebouwen te schilderen, in een opvallend impressionistische stijl. In die tijd schenen wel meer New Yorkers naar Parijs te gaan, geschrokken van de hevige bouwambities in hun geliefde Manhattan.
3. Jo Hopper stond model voor haar man
Het valt niet meteen op, maar alle vrouwen op Hoppers schilderijen zijn een en dezelfde vrouw: Jo Verstille Nivison Hopper. Ze stond model voor haar man, verkleedde zich zelfs geregeld. Hoewel het Whitney Museum de nadruk legt op hoe de Hoppers graag naar theater gingen, of hoe de twee samen hele karakters bedachten voor op de schilderijen, was het helemaal niet zo gezellig bij de Hoppers thuis als je zou denken.
Jo ondersteunde haar man in zijn werk, maar werd niet door hem gesteund. Terwijl zij, in tegenstelling tot Edward, een zelfstandig werkend kunstenaar was. Tot ze op haar 41e trouwde met meneer Hopper. Haar werk is nooit meer zo goed ontvangen als vóór het huwelijk.
Ook vochten de Hoppers elkaar vaak de tent uit, zowel fysiek als mentaal. Zij was geen goede huisvrouw, hij geen goede geliefde. Ze aten vlees uit blik en brachten, ondanks het huiselijk geweld, grote delen van de tijd samen door, waarin niet alleen gevochten, maar ook veel geschilderd werd. Op de expositie hangt New York Movie (1939), met daarnaast de schets voor het schilderij. Waar Jo op de schets glimlacht, is daar op het schilderij niks meer van over. Ook in Morning Sun (1952) komt ze anders uit de verf. Jo, getekend als een oudere dame op de schets, is op het schilderij op bepaalde vlakken jonger geverfd. Het draagt bij aan een zekere vervreemding die het – in principe vredige – tafereel opwekt.
4. Hopper mengde zich niet met zijn buren
Jo en Edward Hopper woonden in een studio aan Washington Square Park. Vanwege goedkope huur en tolerante mentaliteit was Greenwich Village in de jaren 20 van vorige eeuw aantrekkelijk voor kunstenaars en mensen met een bohemian inborst. Hopper echter, mengde zich niet met de vernieuwende artiesten. Hij maakte contact met een paar oudere mensen maar besteedde nogal weinig aandacht aan de beweeglijkheid om hem heen. De figuren op zijn schilderijen zijn nooit zichtbaar vrolijk of levendig. Hoewel de meeste kunstenaars om hem heen focusten op ‘the capital on the rise’ (letterlijk), koos Hopper ervoor om die opkomst van gebouwen en de drukte in de stad volledig weg te laten.
5. Hopper wordt gebruikt in scenografie
Hoppers horizontaal georiënteerde werken laten zich lezen als een bioscoopscherm. Zijn gebruik van licht, compositie en onderwerpen zijn een geliefde inspiratiebron voor filmmakers. Hoeveel acteurs zijn er dankzij Hopper wel niet eenzaam aan een bar neergezet, gefilmd van buitenaf? Volgens de overlevering keek Alfred Hitchcock naar Hopperschilderijen, en liet Hopper zich op zijn beurt inspireren door cinema, onder andere door Hitchcock. Voor beide makers is het voyeurisme in hun werk tekenend. Maar ook Wim Wenders (Paris, Texas) en David Lynch bestudeerden Hopperschilderijen om Amerika weer te geven.
Leestip
Edward Hopper’s New York, hardcover, 256 pagina’s, 65 dollar, te koop via Whitney Museum.