Muziek / Achtergrond
special: Talent van eigen bodem - I: Een interview met Audiotransparent

‘Ik denk niet dat je live moet proberen om de plaat exact na te spelen’

In de pers wordt hun sound doorgaans omschreven als een mix van indie en postrock. Muzikaal mag je dan denken aan bands als Tindersticks, Low, Sparklehorse en Sigur Rós. Eerder deze week verscheen van Audiotransparent het langverwachte tweede album Nevland.

Hoe zit het nou precies met die titel? Op jullie website lees ik dat ‘nev’ Scandinavisch is voor ‘nieuw’. Natuurlijk is Nevland ook de achternaam van de spits van FC Groningen… Kent hij jullie muziek? Voetballers staan niet echt bekend vanwege hun vooruitstrevende muzieksmaak.
Andreas: “Ik ken de muzieksmaak van Erik Nevland niet precies, maar ik las op zijn website dat Kaizers Orchestra zijn favoriete band is, dus dat is op zich wel een goed teken. Vandaag heeft ie zelf twee cd’s gekocht in de Plato [Audiotransparent-drummer Michel Weber werkt in platenzaak Plato in Groningen – LD]. Waar de titel vandaan komt? We vinden het eigenlijk gewoon een mooi woord. Ik weet niet meer precies wie er met het idee kwam. Veel van de nummers zijn geschreven door Bart en zijn geïnspireerd door zijn reizen door Scandinavië. Natuurlijk is het deels ook een gimmick. Gitarist Chris en ik zijn grote FC Groningen-fans. Aanvankelijk had ik daarom zoiets van ‘doe maar niet’, maar uiteindelijk zijn we er erg content mee. Het is heel grappig hoe mensen erop reageren.

~

In vergelijking met het debuut is dit album toch iets voller, iets orkestraler (lees: iets meer geproduceerd). Is dat een bewuste keuze? Of hangt een en ander ook samen met de bezettingswisselingen?
Andreas: “Ik denk dat die bezettingswisselingen wel van invloed zijn geweest. Doordat Bart nu zingt heeft de band toch een ander geluid gekregen. Bart heeft een diepere stem dan Wouter [ex-zanger Wouter Touw – LD]. Maar het is zeker ook zo dat we voor de opnames van Nevland meer tijd en geld hebben uitgetrokken. Bij ons debuut was het vooral een kwestie van ‘zitten en spelen’. Juist over de nummers waarin Corno [producer Corno Zwetsloot – LD] de hand heeft gehad waren we super tevreden (Turn Over en Somewhere North). Bij de nieuwe plaat gingen we daarom meer met schetsen de studio in. We hebben ook bewust meer tijd uitgetrokken voor de invulling, zoals het strijkkwartet en het trompetje. Toen het geraamte stond, stelden we ons de vraag: ‘Wat heeft dit nummer nodig?’ Dan ga je dingen uitproberen. We hebben bijvoorbeeld heel veel met samples gewerkt. De meeste samples hebben we in de studio opgenomen. Op een gegeven moment stond ik met Chinese stokjes op een banjo te slaan. Dat werd op een rare manier versterkt en daar maakte Corno dan samples van. Bij This city hoor je op het eind een heel raar krakend geluid. Corno zei dan bijvoorbeeld: ‘Dit nummer heeft de handdoek-gitaar nodig.’ Dan keken wij elkaar aan zo van ‘Geen idee wat hij bedoelt’. Uiteindelijk staat Gijs dan met een handdoek op een gitaar te raggen. Het resultaat klinkt supertof!

Hoe ga je dat live aanpakken?
Andreas: “Goeie vraag. We gaan met samples werken en proberen verder vooral zoveel mogelijk de sfeer van de plaat te benaderen. Ik denk niet dat het goed is om te proberen de plaat perfect na te spelen. Dan zouden we eerst nog twee extra bandleden aan moeten trekken. Ons doel was eigenlijk: ‘We willen een zo mooi mogelijke plaat maken’. Hoe we dat later gaan doen, zien we daarna wel weer.”

The Friday of our lives bevat een bijdrage van trompettist Jan Dekker, die we ook kennen van zijn bijdragen aan Vladimir. Hoe ging dat precies in zijn werk? Is het stuk van tevoren uitgeschreven?
Andreas: “Helemaal niet. We hebben het nummer hier thuis op Gijs’ kamer opgenomen en het toen samen met wat live opnamen naar Jan opgestuurd. Zo van: ‘Dan kun je er alvast even naar luisteren.’ Toen hij in de studio kwam had hij nog helemaal niks geluisterd. Maar toch wist ik dat het een goede zet was om hem uit te nodigen. Het is een erg inventieve jongen, echt supermuzikaal. Het nummer is feitelijk ook heel simpel. Jan heeft het in de controlekamer twee keer geluisterd en zei toen: ‘Komt goed’. Hij heeft het nummer uiteindelijk in twee keer ingespeeld. Ik denk dat hij in totaal zo’n drie kwartier bezig is geweest. Wat dat betreft alle complimenten aan hem!”

~

Jullie gitarist Gijs van Veldhuizen speelt meen ik ook in digital hardcore formatie Bastards United – toch een wereld van verschil lijkt me. Heeft dat nog invloed gehad op jullie sound?
Andreas: “Het is beslist een ander type gitarist dan Jan-Willem [voormalig gitarist Jan-Willem Wools – LD]. Het is allemaal wat heftiger. Gijs houdt er wel van om af en toe flink zijn gitaar te mishandelen. Maar voor de rest, het is niet zo dat hij met een Bastards United-instelling in de band is gaan zitten. Gijs was natuurlijk al heel lang onze geluidsman, dus hij kende de nummers vrij goed. Daarom was het destijds ook logisch dat hij de plek van Jan-Willem in zou nemen.”

Jullie debuut werd over het algemeen bijzonder goed ontvangen. Voelden jullie tijdens de opnames van Nevland ook de druk van ‘het tweede album’?
Andreas: “Het is met deze plaat zo anders gelopen dan met de eerste. Uiteraard voel je wel wat druk. Je wilt graag iets maken dat beter is dan je debuut. We hadden ook absoluut het idee dat we het in ons hadden. Maar het is niet zo dat we dachten: ‘Goh, de hele wereld kijkt mee over onze schouders’. Voor mij was het grote verschil dat ik veel meer studio-ervaring had dan de eerste keer. Ook al hadden we misschien niet altijd precies voor ogen wat we wilden, we vertrouwden erop dat we er in de studio wel uit zouden komen. Daar hebben we ook veel meer tijd voor uitgetrokken. Wat dat betreft vond ik het leuker om deze plaat op te nemen. Het was veel meer een experiment. Wel een bewust experiment trouwens. We wisten veel beter waar we naartoe wilden. Op Nevland staan in vergelijking met ons debuut veel ‘grootse nummers’, maar ook een aantal ‘kleinere liedjes’. Er zit meer dynamiek in de plaat.”

~

Gijs: “Ik ben dus niet heel erg betrokken geweest bij de eerste cd, eigenlijk helemaal niet, maar ik denk dat de tijd die we gestoken hebben in het pre-opnameproces, wel tekenend is voor de plaat. We hebben in principe alles bij mij thuis opgenomen en de nummers vervolgens via internet aan elkaar doorgespeeld zodat iedereen er een beeld van kon krijgen.”

Andreas: “Wat mij betreft was het in ieder geval geen moeilijke tweede, maar er waren wel moeilijkheden. Als halverwege de opnames van je tweede plaat je zanger opstapt, word je wel geconfronteerd met een hele nieuwe situatie.”

Had je zijn vertrek zien aankomen?
Gijs: “Ja, de confrontatie in ieder geval wel. Wat de gevolgen van die confrontatie zouden zijn, hoe dat uit ging pakken, wisten we ook niet precies, maar op de avond dat we hem ermee confronteerden was de beslissing vrij snel genomen. Je moet eerlijk zijn in zo’n situatie. Hij tegen zichzelf, en wij tegen onszelf. Wouter had de drive niet meer. Bij nieuwe liedjes merk je dan dat iemand achterblijft en geen input heeft. En er ook bewust voor kiest om geen input te hebben.”

Andreas: “Hij had zijn ambities bereikt. Dat is natuurlijk prima, maar als je met een groep mensen werkt die verder wil, dan kun je niet langer samenwerken. En dat was dus waar het spaak liep. Maar we zijn nog steeds goede vrienden hoor. Wouter is één van onze grootste fans.”

~

Hoe zit het nou precies met het verhaal dat jullie contractueel verplicht zijn een aantal nummers thuis op te nemen [bij het label Livingroom Records – LD]?
Andreas: “Hahahahaha, stond dat echt op onze site? Dat is natuurlijk flauwekul. Maar we hebben hier thuis wel een nummer opgenomen dat op de cd terecht is gekomen (Draw yourself a tree). Thuis opnemen hebben we altijd veel gedaan en dat zullen we ook zeker blijven doen. Ik denk dat op onze komende cd’s alleen maar meer van dat soort nummers terecht zullen komen.”

Gijs: “Het leuke is dat veel mensen juist denken dat dat nummer niet thuis is opgenomen. Mooi hoe mensen dat soort dingen interpreteren.”

Jullie hebben inmiddels in het voorprogramma gestaan van acts als Tindersticks – die jullie hoogstpersoonlijk vroegen om de dag erop ook het voorprogramma te doen in 013 (Tilburg) -, en onlangs Madrugada. Geen misselijke namen lijkt me. Nog wensen over?
Andreas: “Madrugada is op het allerlaatste moment gecancelled, toen wij op de stoep stonden van Tivoli. Het management van Madrugada was akkoord, maar die had het dus niet overlegd met de band. Een uur voordat we er waren werd die ermee geconfronteerd en toen zeiden ze: ‘Dat willen we niet’. Dus toen konden we weer naar huis.”

Enig idee waarom?
Andreas: “Ze kwamen met een hele hoop bull-shitargumenten.”

Gijs: “Ik kan me ergens wel voorstellen dat mensen het vervelend vinden als je ergens moet spelen en er is plotseling een onbekend bandje dat ook nog moet soundchecken.”

Andreas: “Het waren vooral technische redenen waarmee ze aan kwamen zetten. Zoals dat soundcheckverhaal en de mengtafel die aangepast moest worden. Dat is natuurlijk bull-shit, want je kunt alles zo weer terugdraaien. Ik vind dat als je het als band zover hebt geschopt als Madrugada, je moet weten wat je ‘achterland’ is. Zelf zijn ze ook groot geworden door supports te doen van bands die groter waren dan zij. Ik zou persoonlijk nooit zo hebben gehandeld. Ik zou wel even hebben gevloekt, zo van ‘Kut, dat betekent dat deze avond misschien minder relaxed wordt dan we hadden bedacht’, maar aan de andere kant dacht ik ook: ‘Hier vinden ze het goed genoeg, dus laten we maar eens zien’.”

Gijs: “Ze hebben bovendien niet eens de moeite genomen om het ons persoonlijk te vertellen. Tivoli was heel geschikt en bood meteen haar verontschuldigingen aan. We hebben ook gewoon betaald gekregen. Zij konden er verder weinig aan doen. Ik ben blij dat we daar binnenkort alsnog kunnen spelen.”

Maar om even terug te komen op de vraag, nog wensen over?
Andreas: “Genoeg. Voorprogramma’s zijn altijd erg leuk om te doen. Je zit met je helden in de kleedkamer en je bereikt mensen die je anders misschien niet zou bereiken. Dat met Tindersticks heeft destijds supergoed uitgepakt. De plaat kreeg enorm veel aandacht. Daar profiteren we nu nog steeds van.”

Gijs: “We hadden ingezet op het voorprogramma van dEUS. Dat had ons heel erg gaaf geleken. Maar hun management had zelf al dingen geregeld.”

~

Valt het spelen in een band als Audiotransparent eigenlijk nog te combineren met jullie werk/studies?
Andreas: “Lastig. Maar ik denk dat als je echt gemotiveerd bent, het absoluut te doen is. Alleen moet je af en toe keuzes maken. Ga ik naar dat tentamen of toch naar het buitenland om een paar optredens te doen? Ik ben sowieso altijd geneigd te kiezen voor de muziek. Maar ik merk het wel in mijn studieresultaten. Dat houdt niet over.”

Gijs: “Muziek maken is altijd leuker dan studeren. Tenminste, voor mij wel. Ik ben zelf bijna klaar met de studie Godsdienstwetenschap. Dan moet ik maar zien hoe het uitpakt. In principe geldt: waar een wil is, is een weg.”

Nog iets toe te voegen?
Andreas: “We zijn bijzonder trots op het artwork van de cd. Mensen als Gerben Kolkena en Peter Boersma (www.hehallo.nl) werkten belangeloos mee. Sommige flarden tekst zijn niet in de originele taal. Waarmee we overigens beslist niet de ‘internationale jongens’ uit willen hangen ofzo. Het ging ons puur om het visuele aspect.”

Donderdag 29 september vindt in Vera (Groningen) de cd-presentatie plaats. Het voorprogramma zal worden verzorgd door Awkward I.