Muziek / Achtergrond
special: Noorderslag 2004

Van gelikt tot gedreven

Het Noorderslagfestival in Groningen is altijd weer een mooie gelegenheid om te kijken wat er in de Nederlandse popmuziek gebeurt. De belangrijkste bandjes van het afgelopen jaar en de beloftes van komend jaar komen begin januari traditioneel naar het noorden. Als altijd leverde dat ook dit jaar weer een drukke bedoening op in muziekcentrum Oosterpoort. Vierenvijftig acts speelden in acht ruimtes – zelfs in de entreehal en de kelder werden bands neergezet. Ook waren er thema-ruimtes: in de Marathonzaal kon worden gedanst en in de Binnenzaal speelden de bij het grote publiek weinig bekende multi-culti-groepen.

Bløf

Gelikte soul

Openingsact in die Binnenzaal was de Kaapverdiaanse Suzanna. In december won Suzanna Lubrano, die op haar vierde naar Nederland verhuisde, twee prestigieuze Kora All African Awards, waaronder die voor de beste Afrikaanse zangeres. Een veelbelovend meisje dus, die Suzanna. Haar zang en de band bleken op Noorderslag inderdaad erg goed. De zoetige exotische liedjes lagen prettig in het gehoor, maar na twee nummers werd duidelijk dat het allemaal wel erg gelikt was. De liedjes werden zorgvuldig gezongen, zoals ze ook op plaat staan. Een opwindend gevoel in de onderbuik gaf het optreden daardoor zeker niet.

Het is een onderhand bekend probleem van de R&B en nu soul: liedjes maken kunnen de dames wel, maar de optredens ontberen originaliteit, opwinding en onrust. Dat bleek ook het manco bij Tasha’s World. Evenals Suzanna doet Natasha Slagtand, de drijvende kracht achter de groep, het goed in het buitenland: het debuut van de band is uitgebracht op een Brits label en ze zijn vooral in Japan erg hip. In Groningen sloeg de muziek echter minder aan. Ook dit optreden was te gelikt, te weinig authentiek.

Di-rect

Di-rect vs. passie

Bij Di-rect leek het even spannender te worden. De band rockte er lustig op los en gitarist Spike sprong als een jonge hond over het podium. Ook hier ging het echter na een paar nummers vervelen. De band doet de optredens nu al op de automatische piloot en de bokkesprongen van Spike bleken eveneens in steeds dezelfde patronen te gaan. Het is de vraag hoe de band zich zal ontwikkelen. De muziek kent momenteel weinig diepgang; het is vooral oppervlakkige gitaarpop, duidelijk door jongeren gemaakt. Dat zal komende jaren moeten veranderen, wil Di-rect niet net als bijvoorbeeld de Heideroosjes tot in lengte van dagen voor zalen vol met kinderen tussen de twaalf en zestien jaar spelen. Het wordt interessant te zien hoe de band zich door dat proces van volgroeiing heen worstelt, maar momenteel voegt Di-rect weinig toe aan de Nederlandse rockscène.

Terwijl Di-rect in de grote zaal speelde, was de kelder afgeladen met liefhebbers van We vs. Death. De instrumentale Utrechtse band speelt op surf geënte muziek. Overeenkomsten liggen er duidelijk met de Treble Spankers en Calexico, alleen zijn de Utrechters lomer, minder gehaast. We vs. Death staat in driemansformatie op het podium, maar wordt bij sommige nummers uitgebreid met een violiste. Sfeer staat voorop, maar de band speelt wel met passie. Dit in tegenstelling tot een ‘sfeerband’ als This Beautiful Mess, die eerder op de avond in de Oorzaal speelde. This Beautiful Mess grossiert in mooi gespeelde, maar erg saaie liedjes.

Stuurbaard Bakkebaard

Intellectueel geneuzel

De drift die acts als This Beautiful Mess en Suzanna misten, was later op de avond bij steeds meer bands terug te vinden. Echte hartstocht was er voor het eerst bij Stuurbaard Bakkebaard. De contrabassist, drummer en zanger annex gitarist toonden werkelijk geweldig te kunnen spelen, alleen deden ze dat te weinig. De band rockte niet lekker door, maar onderbrak het optreden regelmatig voor intellectueel geneuzel. Gelukkig werd dat tegen het eind van het optreden, toen de tijd snel opraakte, steeds minder. De band speelde toen lekker door, waardoor de chemie tussen band en publiek sterker werd. Er gingen zelfs enkele benen van de vloer.

Na Stuurbaard Bakkebaard was het de beurt aan echt energieke acts: eerst League of XO Gentlemen en Peter Pan Speedrock, daarna Green Hornet als afsluiter van het festival. Laatste twee verrasten niet, maar zetten wel erg goede optredens neer. Vooral Peter Pan wist te overtuigen met de harde gitaarpartijen. Zelden heb ik ook een band gezien die zijn muziek zo goed betitelde: het was drie kwartier pure speedrock uit Eindhoven.

League of XO Gentlemen

Muzikaal gezien was League of XO Gentlemen, de nieuwe band van Rudeboy, interessanter. Over de mengeling tussen hiphop en rock op de debuutplaat Smiling At The Claptrap Circuses waren wij al redelijk positief, maar live is de band nog veel beter. De League vervalt niet in Korn- of Limp Bizkit-achtige muziek, maar zoekt haar eigen weg tussen de twee stromingen. Voorspelbaar is het nooit, overtuigend des te meer. Rudeboy sleepte publiek en de band mee in zijn oneindige enthousiasme, waardoor een heerlijk energieke wisselwerking ontstond. Voor het eerst werd ook buiten de Marathonzaal enthousiast gedanst. Vooral tijdens de afsluiter, een cover van One Armed Scissors van At the Drive In, gingen zowel band als publiek helemaal los. De League was weliswaar niet de officiële afsluiter van het festival, maar de als Jon Spencer rockende Green Hornet en het wat flauwige Olabola vielen er volledig bij in het niet. De League of XO Gentlemen was zonder enige twijfel de meest overtuigende band op Noorderslag.