Film / Achtergrond
special: Deel 8

IFFR 2011

Het achtste van vele delen van ons jaarlijkse verslag van het International Film Festival Rotterdam.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6 | DEEL 7 | DEEL 8 | DEEL 9 | DEEL 10

Inhoud: Un poison violent | The Journals of Musan | La vida útil | Wall and Tower | Reign of Assassins | Aurora | La belle endormie

Ontluikende tienerliefde

Un poison violent – Bright Future
Katell Quillévéré • Frankrijk, 2010

~

Net als Katalin Gödrös’ Songs of Love and Hate (2010), eveneens vertoond op het IFFR, is Un poison violent een portret van een tienermeisje en haar zoektocht naar seksualiteit. Anna (Clara Augarde) heeft vakantie van de katholieke kostschool en gaat naar huis. Haar vader blijkt een maîtresse te hebben en heeft het gezin verlaten. Anna is teruggeworpen op haar ontdane moeder en haar bedlegerige opa, tot wie ze regelmatig haar toevlucht zoekt. Ondertussen komt de confirmatie van de kerk dichterbij en twijfelt Anna tussen leven volgens de regels van het geloof en de vrijheid zelf vorm te geven aan je leven. Haar omgeving oefent hier ook invloed op uit, in de vorm van gesprekken met de lokale priester, de vrijmoedige Pierre die verliefd op haar is en haar opa, die haar voordat hij heengaat nog om een gunst vraagt.

De debuterende Clara Augarde heeft met haar rode haren wat weg van een jonge Isabelle Huppert. Ze is zowel kwetsbaar als krachtig en weet de gehele film te boeien met een broeierige spanning die om haar heen hangt. Waar de seksuele lading er in films als Songs of Love and Hate en Catherine Breillats Une vraie jeune fille (1976) dik bovenop ligt en resulteert in platte, soms extreme scènes, blijft de sfeer in Un poison violent ingetogen. Hoewel de plot wat voorspelbaar is, blijft de film overeind staan met sterke acteerprestaties, mooi geschoten camerawerk en een bijzondere soundtrack van folkzangeres Barbara Dane en een prachtige kooruitvoering van Radioheads ‘Creep’. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Overleven in de marge

The Journals of Musan – Tiger Awards Competition
Jung-bum Park • Zuid-Korea, 2010

~

In Tiger Awardwinnaar The Journals of Musan is Seung-chul Jeon een Noord-Koreaanse vluchteling die onderdak heeft gevonden bij een vriend in Seoel. Met zijn armoedige kapsel en kleding struint hij de stad door op zoek naar werk. Dat gaat niet gemakkelijk, want zijn identiteitskaart verraadt dat hij uit Noord-Korea komt. Seung-chul is genoodzaakt alles aan te pakken. Hij plakt posters en wordt door de baas als vuilnis behandeld. Hoewel hij een andere richting aan zijn leven wil geven, kan hij geen kant op: overal wordt hij met minachtig aangekeken en zijn rol als outsider wordt telkens weer bevestigd. Het enige pluspunt in zijn leven is een witte straathond, nog een pup, voor wie Seung-chul besluit te zorgen.

The Journals of Musan is het speelfilmdebuut van regisseur Jung-Bum Park, die ook de hoofdrol op zich nam. Hij belicht de positie van Noord-Koreaanse vluchtelingen in Zuid-Korea, een thema dat vrij uniek is in vergelijking met de Koreaanse geweldsfilms en drama’s die in Europa uitkomen. Seung-chul, de protagonist in het verhaal, is een zwijgzame man wiens achtergronden niet verklaard worden. De realistische cameravoering volgt hem in zijn zoektocht naar een beter leven: de kerk, een vrouw, het werken in een karaokebar. Park toont hoe moeilijk het is om als outsider een plek te verwerven. De stad Seoul is een drukke metropool, waar de beelden soms letterlijk heen en weer flitsen terwijl Seung-chul zijn tocht voortzet. Zijdelings aan zijn verhaal zien we hoe het geld van andere vluchtelingen, dat clandestien via China Noord-Korea binnengesmokkeld moet worden, verdwijnt. De Noord-Koreaanse vluchtelingen lijken onderhevig aan corruptie en oplichting, wat hun uitzichtloze situatie nog benarder maakt.

Met zijn debuut maakt Park een indringend en indrukwekkend portret van iemand die niets meer te verliezen heeft in het leven. De uitzichtloosheid wordt treffend en zonder overdaad in beeld gebracht. Park acteert sterk als de introverte Seung-chul, die alleen nog de straathond heeft met wie hij zich kan identificeren. De zorg voor de hond, maar ook de integriteit van de man leveren pure en roerende scènes op. Maar ondanks de normen en waarden die Seung-chul hanteert, zal de harde wereld om hem heen hem uiteindelijk dwingen tot bepaalde keuzes. Helaas verliest The Journals of Musan wat aan kracht met zijn langgerekte en voorspelbare einde. Met zijn twee uur is de film te lang en dat maakt Seung-chuls tocht naar een beter leven lichtelijk monotoon. Maar het geheel is meer dan de som der delen: Park heeft een knap debuut afgeleverd met een kijk in een verloren wereld. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

De dood van een linkse hobby

La vida útil – Bright Future
Federico Veiroj • Uruguay/Spanje, 2010

~

La vida útil is een melancholisch portret van een cinefiel die niet meer past in de moderne wereld. Jorge is een manusje-van-alles in de Uruguayaanse cinematheek, van het Spaans inspreken van de tussentitels van zwijgende films tot het repareren van stoelen. In een radioprogramma prijst hij de retrospectieven die te zien zijn aan, en hij probeert een vrouw naar een voorstelling te lokken om haar vervolgens mee uit te vragen. De cinematheek is echter een verouderde instelling geworden. Er komen te weinig mensen en de projectors en apparatuur hebben hun beste tijd gehad. Als de huurachterstand niet meer te betalen is en de sponsoren de geldkraan dichtdraaien is het einde in zicht. Vanaf dat moment volgen we Jorge die doelloos door de straten dwaalt op zoek naar een nieuwe betekenis voor zijn bestaan.

De film is droogkomisch en heeft door de zwart-witbeelden een nostalgische look. Federico Veiroj kaart ook het einde van een bepaalde vorm van cinema en cinefielie aan, waardoor La vida útil te vergelijken is met Ming-liang Tsais Goodbye, Dragon Inn. In zijn humor doet de film soms denken aan Woody Allen. Jorge is net als de romantische filmliefhebber in Herbert Ross’ Play it again Sam verwijderd van de buitenwereld, maar op zoek naar menselijk contact. De film is op bepaalde momenten wel wat sloom en had op sommige vlakken wat beter uitgewerkt kunnen worden, maar uiteindelijk is het een bitterzoete hommage aan een vorm van filmliefde die in de toekomst zal verdwijnen. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Provocerende nederzetting

Wall and Tower – Re-constructions
Yael Bartana • Polen/Israël/Nederland, 2009

~

In Bartana’s eerdere korte film Nightmares was een Poolse intellectueel te zien die in een toespraak drie miljoen Joden (het aantal Poolse Joden dat tijdens de Tweede Wereldoorlog werd vermoord) uitnodigt om weer terug te komen naar Polen. De korte film Wall and Tower is een vervolg en toont een groep Joodse mannen en vrouwen die een nederzetting bouwen tegenover het monument dat de getto-opstand in Warschau herdenkt. Dit wordt gedaan op de simpele ‘muur en toren’ manier die in het interbellum werd toegepast om kibboetsen op te richten in Palestina. Een soundtrack die bestaat uit motiverende en wat archaïsche marsmuziek begeleidt beelden van mensen die bezig zijn om een utopische plek te creëren. De film speelt met de lading van de geschiedenis en met de onmogelijke wens om diegene die voor altijd zijn verdwenen weer tot leven te wekken. In wat shots van het gettomonument wordt verwezen naar het tragische lot van de Poolse Joden. Nu de grote afwezigen in het land. Daarnaast kaart de film ook de maakbaarheid van identiteit aan door de Joden te tonen als Poolse burgers die terugkeren naar hun vaderland. Provocerend als je weet dat geen Pool zit te wachten op deze migratie die in de film symbool staat voor het corrigeren van een onrechtvaardige en pijnlijke geschiedenis. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Niets nieuws onder de zon

Reign of Assassins – Signals: Water Tiger Inn
Su Chao-pin, John Woo • China/HongKong/Taiwan, 2010

~

Na een succesvolle periode in Hollywood besloot John Woo om voor zijn filmproducties weer terug te keren naar China. In 2008 en 2009 maakte hij het tweedelige historische epos Red Cliff, waarmee hij zich aansloot bij de immens populaire wuxia-stroming die bij het uitkomen van Ang Lees Crouching Tiger, Hidden Dragon een ware comeback heeft gemaakt.

Een van de programmaonderdelen van het IFFR is dit jaar Water Tiger Inn, een verzameling van twintig oosterse martial-artsfilms met de nadruk op het wuxiagenre. Reign of Assassins speelt zich af in het oude China en bevat de bekende kenmerken van moderne wuxiafilms. Een tragisch romantisch plot, magische elementen en natuurlijk de sierlijk gechoreografeerde vechtscènes. Stilistisch is er niets op de film aan te merken, maar het verhaal heeft op het eerste gezicht niet veel om het lijf. Sterker nog, het grenst aan het absurde. Verschillende groeperingen vechten om het stoffelijk overschot van een Indiase monnik, omdat die magische krachten zou bezitten. Een vrouwelijk lid van een moordenaarsbende is in bezit van de helft van het lichaam van de monnik en weet dit en haarzelf jarenlang verborgen te houden voor haar bendeleden. Na een incident wordt haar identiteit echter onthuld en moet zij vechten voor haar eigen leven en dat van haar man. De film bevat tegen het einde een interessante plotwending die helaas veel te gebrekkig wordt uitgewerkt, waarna een zoetsappig Hollywoodeinde nog meer roet in het eten gooit. Erg jammer, want het toch wat lachwekkende verhaal had door dit sterke gegeven wellicht nog gered kunnen worden. (Anouk Werensteijn)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Getergde ziel

Aurora – Spectrum
Cristi Puiu • Roemenië/Frankrijk/Zwitserland/Duitsland, 2010

~

De vorige film van Cristi Puiu, The Death of Mr. Lazarescu, oogstte succes bij zowel publiek als critici. Aurora is zijn derde speelfilm en Puiu speelt ditmaal zelf de hoofdrol. De speelduur is drie uur en de kijker wordt behoorlijk op de proef gesteld met de lange shots en spaarzame dialogen.

In de eerste scène zegt een vrouw tegen een man, ogenschijnlijk haar geliefde, dat de grootmoeder uit het sprookje Roodkapje naakt uit de buik van de boze wolf gehaald had moeten worden. De man reageert gelaten en volgt dan zijn eigen weg. Hij incasseert geleend geld bij iemand, haalt wapenonderdelen en wandelt behoedzaam, steeds turend of hij gezien wordt, over parkeerplaatsen en treinsporen. Dan gaat de man naar zijn flat die hij aan het opknappen is. Hij krijgt bezoek van zijn moeder en haar vriend, die zich afvraagt waarom hij van die goedkope materialen gebruikt. Er is nog steeds weinig bekend over de man, maar hij laat wel ferm aan de vriend van zijn moeder weten dat hij niets met hem te maken wil hebben. Er is geen klik en hij zal nooit de plaats van zijn vader innemen. Weer volgen er lange shots, van een geweer dat in elkaar gezet wordt, bezoek van de buren in verband met een lekkage en wederom parkeerplaatsen die verkend worden. Langzaamaan vallen de stukjes op zijn plaats. De man heet Viorel en hij bereidt een moordpartij voor.

Puiu hanteert een langzaam tempo. De eerste helft van de film roept met zijn lange shots en raadselachtige handelingen veel vragen op: wat doet Viorel en waarom? In de contacten met anderen is hij zwijgzaam en direct. Hij zorgt voor een ongemakkelijke sfeer en doet in alles denken aan een onberekenbare killer. Het levert een paar indrukwekkende scènes op, waar de spanning steeds onderhuids aanwezig is. Maar Aurora is geen makkelijke film. De lange shots vergen veel inspanning van de kijker om bij de les te blijven. Viorel wordt in zijn dagelijks leven gevolgd, van het nemen van een douche tot het stapelen van zijn cd’s. Het draagt niet bij aan het beter leren kennen van de man, of het begrijpen van zijn acties. De filmlengte had best korter gekund, want de traagheid gaat soms ten koste van de spanning. Maar als je het geduld kan opbrengen, word je in de tweede helft bediend met geweldsexplosies maar ook met de gortdroge Roemeense bureaucratie. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Mislukking op alle fronten

La belle endormie – Spectrum
Catherine Breillat • Frankrijk, 2010

~

Er komen weleens van die films langs waarbij je je af kan vragen wie de beslissing heeft genomen hier geld in te steken. La belle endormie is daar een uitstekend voorbeeld van. De film van regisseur Catherine Breillat, in het arthousecircuit berucht vanwege haar seksueel expliciete films, is een belachelijke variant op Doornroosje en gaat over prinses Anastasia die op zesjarige leeftijd in een diepe slaap belandt. Voor ze 100 jaar later ontwaakt als een zestienjarige prinses (omdat de feeën stellen dat de kindertijd zo snel mogelijk voorbij moet zijn), laat Breillat zien welke vreemde avonturen Anastasia in haar droom beleeft.

La belle endormie is een film die op werkelijk alle fronten is mislukt. Het acteerwerk is ten eerste lachwekkend slecht, iets dat de film tijdens de vertoning op het IFFR ook op onbedoelde lachsalvo’s kwam te staan, maar het vreemdst is nog wel dat het geen moment duidelijk wordt wat Breillat nu precies met dit verhaal wil. De regisseuse introduceert bijvoorbeeld een dwerg, een koninklijke albinofamilie en een jong zigeunermeisje met moordneigingen. Scènes die helemaal nergens over gaan en uit de lucht gegrepen lijken te zijn. Dieptepunt is nog wel een sequentie waar de jonge Anastasia op bezoek gaat bij een tovenares die niets anders kan dan heel hard en doelloos schreeuwen. Dat lijkt dan misschien weer op de beschrijving van een kinderfilm, maar dat is La belle endormie ook weer niet, getuige de erotische scènes tegen het einde van de film. Enige lichtpuntje is dat de film slechts 82 minuten duurt, waardoor de lijdensweg snel achter de rug is. (Arman Avsaroglu)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR