Kunst / Achtergrond
special: Een muziekles van Shakespeare en Vermeer

De cultuurstekker

Plug een boek in een film of een album in een boek. In onze rubriek De cultuurstekker brengen we cultuuruitingen met elkaar in contact. Als gevaarlijk experiment, snelle energieopwekking of mysterieuze reactie. In deze editie bespreekt redacteur Els van Swol het 128ste sonnet De muziekles van William Shakespeare (1609) en het schilderij De muziekles (ca. 1660) van Johannes Vermeer.

Het thema van zowel het sonnet als het schilderij is muziek. Althans, op het eerste gezicht, want er schuilt een diepere betekenis achter de woorden en het tafereel. Het is niet alleen muziek dat de boventoon voert, maar ook liefde, erotiek, verleiding en de spanning tussen realiteit en verbeelding. De linking pin tussen het sonnet en het schilderij wordt gevormd door een instrument: het virginaal, een toetsinstrument met een zachte klank, waarbij de snaren parallel aan het toetsenbord liggen en worden aangetokkeld in plaats van dat ze haaks op het toetsenbord staan en worden aangeslagen, zoals bij een piano. Dit geeft een sensuele connotatie die we in zowel het sonnet als het schilderij terugvinden.

William Shakespeare
Het 128ste sonnet van Shakespeare behoort tot het genre poëzie waarin een geliefde iets aanraakt – in dit geval de toetsen van een virginaal – terwijl de ik-figuur, de minnaar, dat aangeraakte object graag zelf zou willen zijn. Het 128ste sonnet is onderdeel van de reeks sonnetten die over de zogeheten ‘dark lady’ gaan. Er wordt altijd heerlijk over gespeculeerd wie dat geweest zou kunnen zijn. Vooral de theorie van Shakespeare-onderzoeker John Hudson gooit in dit verband hoge ogen. Hij betoogt dat Amelia Bassano (1569-1645) de dark lady was: een donker ogende vrouw, afkomstig uit een Venetiaans-joodse familie van beroemde musici en componisten die werkzaam waren aan het hof van koningin Elizabeth I. Het was een familie in goeden doen, hoewel Amelia uiteindelijk arm stierf. Het past dus helemaal, dat iemand uit zo’n familie en milieu met een virginaal in verband wordt gebracht, zoals Shakespeare doet. Van oorsprong betekent ‘my music’ ook meteen ‘mijn muze’, wat zorgt voor het samenvallen van muziek en inspirerende liefde. Hierbij moet je overigens de connotatie van het instrument (virginaal, virgin, maagd) een beetje met een korreltje zout nemen; Hudson vertelt in zijn boek Shakespeare’s Dark Lady (2014) dat Amelia Bassano heel wat minnaars had.

Het mechaniek van het virginaal roept bij sommige vertalers van Shakespeares sonnetten een dubbelzinnige woordkeus op. Bas Belleman publiceerde onlangs een vertaling van de complete sonnetten van Shakespeare, nadat hij eerder al de Sonnetten voor de Donkere Dame uitbracht. In beide edities vertaalt hij de zinsnede ‘and situation with those dancing chips’ met ‘en zorgen met deze toetsen die dansen en wippen’. Gerard Messelaar vertaalt in zijn uitgave de zin ervoor (‘to be so tickled, they would dancing chips’) met ‘hoe gaarne ruilden zij [man en vrouw] van plaats en stand’. Overigens geheel in de geest van Shakespeare, voor wie dubbelzinnigheid schering en inslag was.


Het 128ste sonnet van Shakespeare

Johannes Vemeer
Wanneer je naar het schilderij dat bekend staat als De muziekles van Johannes Vermeer kijkt, lijkt het wel of dit een uitbeelding is van het sonnet van Shakespeare. Nog helemaal los van het feit of hij het sonnet echt zou hebben gekend, past het schilderij in dezelfde traditie als de poëzie waarin een geliefde iets aanraakt, terwijl de man die ernaast staat, de leraar en in dit geval ook de minnaar, ernaar smacht dit zelf te zijn. Niet dat je het schilderij vaak in het echt zult zien; het hangt in Buckingham Palace en koningin Elizabeth II leent het zelden of nooit uit. Maar het is zó bekend, dat het tafereel vast ergens in ons geheugen ligt opgeslagen.

Vermeer woonde in een welvarend Delft, dat hij vaak verstild, intens en verfijnd weergaf. Slechts een kapot ruitje op zijn Melkmeisje geeft aan dat er ook minderbedeelden in Delft woonden. Op De muziekles zijn alle ruitjes heel, want ook hier gaat het om twee gegoede burgers, getuige hun kleding en de inrichting van de kamer.

Op het schilderij is naast het uit Shakespeares sonnet al bekende virginaal nog een ander muziekinstrument afgebeeld: een viola da gamba. Op een tekstbord in het Vermeercentrum in Delft lezen we dat dit instrument een ‘mannelijk instrument’ is. Het ligt onbespeeld te wachten tot de man samen met het meisje (hier wel degelijk een ‘virgin’, maagd) gaat spelen, om – zoals het tekstbordje zegt – ‘met haar in harmonie te komen’. Op het schilderij Zittende virginaalspeelster, eveneens van Vermeer, is ook een viola da gamba te zien, hier zelfs met een strijkstok tussen de snaren; op z’n minst even dubbelzinnig als Shakespeare.

In de spiegel zien we een paar interessante dingen. In de eerste plaats nog net de poot van een schildersezel – wellicht die van een toekijkende Vermeer, maar volgens geleerden valt er ook een fout op te zien: het meisje dat in het echt naar de toetsen van het virginaal kijkt, kijkt in de spiegel schuin naar de man die ernaast staat. Maar misschien is het gezien het thema van het schilderij geen fout en gewoon opzet en is het uiteindelijk niet de man die aan het roer staat, maar de vrouw. Zij bepaalt immers waar haar blik heengaat, en welke toetsen haar handen aanraken.


De muziekles van Vermeer

Vragen
Ja, maar, zeggen veel eenentwintigste-eeuwers: roept dat sonnet van Shakespeare en dat schilderij van Vermeer op die manier dan geen vragen op? Vragen over de rolverdeling, over de machtsverhouding tussen man en vrouw, leraar en leerling? Deels lijkt de schilder er al aan tegemoet te komen; aan de ene kant is de man niet de enige meer van wie de blik telt, omdat de vrouw haar blik laat gaan waarheen zíj wil. Aan de andere kant is er die voyeur met zijn onvervulbare verlangen: de schilder die je door de poot van de schildersezel vermoedt in de spiegel, zoals je de dichter vermoedt die achter de woorden van het sonnet schuilgaat.

Kunst kan als het goed is tot een gesprek over zaken als rolverdeling, machtsverhoudingen en dergelijke leiden; het is niet alleen maar entertainment of verfraaiing van een huiskamer. In zo’n gesprek kun je de geschiedenis, het genre poëzie van Shakespeare en het genre schilderijen van Vermeer meenemen, net als je eigen ervaring bij het ernaar kijken. Zo’n Vermeercentrum zou daar bijvoorbeeld best een rol in kunnen spelen. Onderzoekend en in alle openheid. Op die manier gaan sonnet en schilderij leven als op de dag van ontstaan.

 

De foto bovenaan dit artikel is vrijgegeven door Stichting Vermeer Centrum te Delft (fotograaf: Thijs Tuurenhout).