De online zedenpolitie van Bervoets
Al 20 jaar ontvangen we tijdens de boekenweek een cadeautje van onze favoriete boekhandel. Tenminste, onder de voorwaarde dat we minstens 15 euro spenderen aan andere literatuur of ander geprefereerd genre in diezelfde boekhandel. Dit jaar krijgt de liefhebber het naar een dystopie riekende boekenweekgeschenk Wat wij zagen van Hanna Bervoets in handen gedrukt, waarin de meest abnormale situaties door je strot heen worden geduwd.
Bervoets en de boekendief
Het was er bijna niet geweest. Dit boekenweekgeschenk. Of moeten we zeggen: eerder dan gewild. Gehoopt. Dit weekeinde (5 en 6 juni 2021) deed Bervoets in de Volkskrant verslag van een wel heel opmerkelijk gebeuren: afgelopen februari kreeg ze een zogenaamde e-mail van haar Londense agent Lisette met de vraag om ‘de pdf van WAT WIJ ZAGEN’ door te sturen. Wat bleek? Het e-mailadres was fake; het verschilde maar in twee letters van het echte e-mailadres van Lisette. Helaas hadden o.a. de uitgeverij van CPNB en uitgeverij Pluim het al doorgestuurd naar de dief in kwestie. Bervoets trachtte op eigen houtje de boekendief – die onder zijn/haar slachtoffers ook Margaret Atwood, Ian McEwan en Ethan Hawke mocht rekenen – te ontmaskeren, maar uiteindelijk bleef de dief haar te slim af. Het is maar de vraag wat de boekendief – geslacht onbekend – met het boekenweekgeschenk wilde aanvangen. Binnen enkele maanden zou het immers gratis verkrijgbaar zijn voor Jan en alleman. De vraag die in deze recensie centraal staat, is natuurlijk een andere: is deze korte novelle het stelen waard?
Onalledaagse onderwerpen
Het telt nog niet eens 100 pagina’s, maar indringend is dit verhaal zeker. Bervoets staat inmiddels bekend om de onalledaagse onderwerpen die zij kiest voor haar romans. Ging het in haar roman Ivanov om de vooruitstrevende wetenschapper Ilya Ivanov, die tracht een geheel nieuw hybride mensaap te creëren, in haar geprezen roman Fuzzie popten er allemaal troostende pluizenbolletjes op bij mensen met liefdesverdriet. Ook in Wat wij zagen wordt er weer een toekomstige (?) wereld geschetst, waarin ik-verteller Kayleigh als content moderator werkt voor een online platform dat wordt omhuld door mysterie. Al even geheimzinnig zijn haar teamgenoten. Stuk voor stuk mensen met minder baankansen – zo lijkt het althans – in de maatschappij en die allemaal terechtkomen in hetzelfde afvoerputje als onze weifelende hoofdpersoon.
Voor hun werk moeten deze arme zielen iedere dag filmpjes en foto’s bekijken die een zeer verontrustende inhoud hebben. Het is aan Kayleigh en haar teamgenoten om te bepalen onder welke categorie dit beeldmateriaal valt. Waar ieder realistisch, redelijk en helder denkend persoon alle filmpjes en foto’s meteen zou aankaarten bij het social media platform waarop het materiaal verschenen is, hoor je hoe gehersenspoeld Kayleigh denkt over de – op z’n zachtst gezegd – gruwelijke situaties die zich voor haar ogen afspelen:
“Ik kreeg een filmpje van een man met een brandende arm, het vuur leek zich uit te breiden naar zijn rug maar het fragment was kort en de context vaag. Ik liet het filmpje opnieuw afspelen in de hoop dat ik zou kunnen zien hóé die arm vlam vatte, maar nee hoor. Keek ik naar een geweldsdelict, een ongeluk, een grap of een politiek statement? – in dat laatste geval moesten de beelden sowieso blijven staan en betekende onterecht verwijderen inbreuk op de vrijheid van meningsuiting.”
Het is bij lange na niet eens het ergste beeld dat Bervoets weet op te wekken. Een kleine greep uit de donkerste krochten van de mens: een man die een boxer ‘neukt’, een meisje dat haar gezicht bewerkt met een scheermesje en een ander jongetje dat doodleuk zijn tenen ‘chirurgisch van elkaar ging scheiden’. Je ligt van dit soort beschrijvingen ‘s nachts net zo ongewild wakker als bij het eerste Brabants boekenweekgeschenk Van Gogh sneed hier nooit een oor af van Henk Straten dat in 2019 verscheen. Waar toch die drang vandaan komt om het aller-, aller-, allerslechtste in de mens naar boven te halen, blijft een raadsel.
Voer voor maatschappelijke discussie
Of niet? Dit boekenweekgeschenk zet namelijk ook aan tot een maatschappelijke discussie over social media. In een wereld waarin niet langer alleen ongepolijste maaltijden worden gefotografeerd en gedeeld op social media als Instagram, Facebook, TikTok en Snapchat, maar een waarin men niet meer vreemd opkijkt van een aantal billen in het TL-licht van een openbaar wc-hokje of van andere zeer persoonlijke content, is het maar de vraag waar de grenzen van de privacy liggen. Aan de ene kant lijken de meeste mensen zich bewuster dan ooit van hun privacy; daar heeft de AVG wel voor gezorgd. Aan de andere kant blijkt dat de gemiddelde influencer, YouTuber of wannabe versie niks te gek vindt om op het internet te laten rondslingeren. Met dit verhaal snijdt Bervoets die discussie aan, wat leidt tot vele vraagtekens. Accepteren we steeds meer of blijven sommige beelden toch te schokkend voor woorden? En als iets al als ‘wereldvreemd’ of ‘schokkend’ voorkomt, genieten we daar dan niet stiekem van? Hebben we een ongegeneerde en een niet te stillen honger naar sensatie?
Online zedenpolitie
Het boek werpt niet alleen veel vragen op. Bervoets weet ook in luttele pagina’s een interessant mensenleven uiteen te zetten: Kayleigh vertelt niet alleen over haar werk en de invloed daarvan op haar dagelijkse leven, maar ze heeft het ook over haar zoektocht naar de ideale vrouw in haar leven. De vrouwen in haar leven lijken nogal over haar heen te lopen. Totdat ze een relatie begint met haar collega Sigrid. Het is maar de vraag of hun liefdesrelatie bestand is tegen de harde cultuur waarin ze verstrikt zijn geraakt…
Is dit boek een geschenk of een marteling om te lezen? Waarschijnlijk een goede combinatie van die twee. Je wilt het niet lezen én toch vraag je je af of zo’n online zedenpolitie op social media niet een allerbeste uitvinding van Bervoets is. Hoeveel controle wordt er eigenlijk uitgevoerd en wie doet dit? Wie dit werk ook op zich durft te nemen: petje af voor figuren als Kayleigh.