Niet verrassend, wel pakkend
Er zijn vast niet veel artiesten die het hem nadoen. In zeer korte tijd weet singer-songwriter Tim Knol zich te vestigen in de Nederlandse popvoorhoede. Zijn debuut komt uit in 2010 en binnen de kortste keren kent heel Nederland de charmante zanger. Zowel pers als publiek omarmt de jonge Noord-Hollander. Niet zo raar dat dik een jaar later album nummer twee alweer de wereld in wordt geslingerd. Op Days blijft Knol zijn geluid volledig trouw en worden we zodoende nauwelijks verrast. Een leuk album levert het wel op.
Nauwelijks vernieuwend
Bij de in een stroomversnelling geraakte carrière van Knol lijkt vernieuwing niet de allerhoogste prioriteit te hebben. Het tweede album van de hand van de singer-songwriter heeft een vergelijkbare sound als het eerste album. En dat is eigenlijk helemaal niet vervelend. Net als het debuut weet Days je van begin tot eind te pakken met losse, soepele muziek. Het zanggeluid van de 21-jarige is niet geweldig bijzonder, een beetje gewoontjes zelfs. Maar misschien juist omdat het geen ruige randjes heeft, is het wel aantrekkelijk.
Wat vooral opvalt bij het tweede schijfje van de in Hoorn geboren zanger is het perfecte samenspel van de bandleden. Op Days heeft voormalig gitarist van Daryll-Ann, Anne Soldaat, een prominentere plaats ingenomen. Iets wat hij live al langer deed. Het samenspel van zijn gitaarklanken met de keyboardgeluiden van Johans oudgediende Matthijs van Duijvenbode is vloeiend. Dit komt het best tot zijn recht in de meer uptemponummers. In deze vlottere tracks ligt sowieso de kracht van Knol, en dit zijn dan ook meteen de sterkste momenten van de plaat. Dat zijn bijvoorbeeld ‘Shallow Water’, eerste single ‘Gonna Get There’ en ‘1966’. Alle drie nummers waarin je een potentiële radiohit hoort.
Ongekend pakkend
Knol wisselt deze uptemponummers moeiteloos af met ingetogener tracks, zoals ‘Do You Leave The Light On’. Het heeft een mooie onderhuidse spanning. Ook ‘Years’ is een sterke track met een goede opbouw en een centrale rol voor de akoestische gitaarklanken van Knol zelf. ‘Fire Of Love’ laat het beste de country-invloeden horen. De mooiste ballad bewaart Knol voor het laatst: op afsluiter ‘A Simple Man’ heeft hij weinig nodig om te overtuigen. Zijn stemgeluid, slechts minimaal ondersteund door de band, maar met de toevoeging van strijkers, is prachtig. Knols muziek is vrij rechttoe rechtaan zonder veel opsmuk, maar ongekend pakkend. Geen diepgaande teksten en geen ingewikkelde muzikale composities. Gewoon fijne, lekker in het gehoor liggende muziek, dat is Tim Knol. En hiermee lukt het hem wonderwel om Nederland te veroveren.