Muziek / Album

Op weg naar een meesterwerk

recensie: Super Furry Animals - Hey Venus

.

Super Furry Animals voorziet ons al ruim een decennium van hun unieke mengsel van klassieke songwriting en experimenteerdrang. Bij zowel de muziekpers als de fans danken ze hun populariteit aan een consequente weigering om hun muziek al te serieus te nemen, en ook Hey Venus is doordrenkt van pretentieloos talent dat prioriteit geeft aan plezier. Bovendien hebben de heren op deze plaat vooral het hart laten spreken: alsof Super Furry Animals er na een lang zielzoeken achter is gekomen dat ze ook ongecompliceerd kunnen zijn, want de muziek is aangenaam en direct en de emoties zijn oprecht.

Super Furry Animals is een stel overactieve muzikanten. Niet alleen is Hey Venus het achtste album in elf jaar tijd (bijna twee keer de productie van mede-Britten Radiohead), ook ontplooien zowel keyboardspeler Cian Ciaran als voorman Gruff Rhys eigen muzikale nevenactiviteiten, waaronder het onlangs verschenen pareltje Candylion van Rhys. Toch lag voor de nieuwe cd een berg aan materiaal klaar, waaruit producer Dave Newfeld de meest directe popsongs koos.

Geen fratsen

Net als op voorgaande albums is op Hey Venus duidelijk te horen hoezeer Super Furry Animals belang hecht aan creatieve impulsen, maar dit keer slaat de balans duidelijk door naar klassieke popsongs. De elektronische uitstapjes en maffe singalongs zijn ingedamd, waardoor de nummers wat meer gefocust klinken. In een interview met VPRO’s 3voor12 geven de heren aan dat ze na voorganger Love Kraft terug wilden naar eenvoudiger popliedjes die op eigen karakter kunnen overtuigen. Geen fratsen dus, en dat scheelt.

~

Ook treedt het schrijftalent van Rhys nu meer op de voorgrond, waardoor opvalt dat zijn collega’s niet altijd even gemakkelijk een nieuwe invulling kunnen vinden. Grotendeels ontdaan van het muzikale experiment, is Hey Venus soms een beetje té straight up. Op de eerste helft van het album werkt deze aanpak nog wel goed: na de live ingespeelde ouverture schudden de heren vijf zeer catchy liedjes met pophaakjes en zoete harmonieën uit hun mouw. Moeiteloos nestelen de liedjes zich na één keer horen in je hoofd, wat de kracht van Newfelds benadering onderstreept. Maar met de laatste sitargeluiden van Into The Night dooft het album een beetje uit.

Minder avontuurlijk

Zonder het sonische avonturisme dat hoogtij vierde op het eerdere werk zijn de minder sterke songs moeilijker te verbloemen. De gitaarpartijen zijn duidelijker dan ooit aanwezig, zonder dat het instrument echt een nieuwe rol in de muziek kan vinden. In het door snaren gestuwde Baby Ate My Eight Ball wordt alleen de structuur van het nummer neergelegd, zonder er ontwikkeling in te brengen. Een beetje vluchtig en zoet wordt het dan, en heel veilig meandert het album door naar de afsluiter, met als lichtpuntje het cynische Suckers!, waarin Rhys zich even kort overgeeft aan een gezonde dosis misantropie.

Super Furry Animals gaat ons hopelijk ooit nog eens verrassen met een meesterwerk, maar daarvoor moeten er nog wel wat stukjes in elkaar passen. Er lijkt een nieuwe rolverdeling binnen de band te zijn, maar deze is nog niet uitgekristalliseerd. Op Hey Venus doen de heren een stapje terug, wat hopelijk de aanloop is naar een grote sprong, en ondertussen vermaken ze ons – en zichzelf niet het minst – met de prima platen die hun zoektocht oplevert.