Levensvragen leiden bij Dear Reader tot prachtige liedjes
Op zoek naar zingeving in haar leven zingt Cherylin MacNeil op het nieuwe album Idealistic Animals van haar band Dear Reader breekbare, maar toch ook krachtige liedjes.
Dear Reader is een van oorsprong Zuid-Afrikaanse band met als frontvrouw de 28-jarige MacNeil. De band, die eerder door het leven ging als Harris Tweed, moest zijn naam wijzigen na klachten van het gelijknamige Schotse kledingbedrijf. Om na twee eerdere albums muzikale ontwikkeling te zoeken verhuisde MacNeil naar het uitdagende Berlijn.
Waarheen, waarvoor
Volgens platenmaatschappij City Slang is Idealistic Animals een break up album. Break up duidt in dit geval niet op een relatie, maar op een breuk met het geloof van de Zuid-Afrikaanse. Wat te doen als alles waar je leven op gebouwd is, ineens geen houvast meer biedt? Het leven scheen doelloos en chaotisch, haar bestaan leek een willekeurige natuur te hebben. Doorfilosoferend is er weinig dat de mens scheidt van de (andere) dieren. Zo wordt ook de oorsprong van de liedjes, die allemaal de naam van een dier dragen, duidelijk. Nadat de zangeres en keyboardspeelster een demo had opgenomen met piano en gitaar vond ze musici Wenk (Calexico), Nel, Lind en Sunbring om het album te vervolmaken.Monkey, mole, man
Niet geheel toevallig is ‘Monkey’ als single gekozen. Net als bij de andere songs is het MacNeil die met heldere stem het nummer stuurt. Wat hier voor een fijn extra zorgt is de zin ‘You can go home’, die als een soort mantra wordt gebracht. Met een tweede (mannen)stem op de achtergrond, waarbij volume en intensiteit van het nummer toenemen. Om nog eens te draaien. En nog een keer. ‘Mole’ is van een andere orde; een rustig ritme met donkere tonen en bekkens zorgt hierbij voor euforie, wat vreemd genoeg goed combineert met viool en trompet.
Waar alle songs de naam van een dier dragen is de dissonant ‘Man’ toch dat nummer dat het idee van het album uitdraagt. ‘We feed our hunger, cloth our cold. We’re just idealistic animals.’ Slepende drum en keyboard zorgen voor een ‘Enya-ervaring’, mede veroorzaakt door de Kate Bush-achtige stem. Hier neigt de zangeres naar iets meer volume en gaat ze meer de hoogte in, zodat ook de vergelijking met Sharon den Adel opkomt. Soms huppelt haar stem, dan weer vertelt zij intiem, stelt zij vragen, sleept zich voort, of wordt plots lyrisch zoals in ‘Whale (Boohoo)’.
Fijne luisterliedjes
Hoewel er zeker onderscheid is tussen de verschillende tracks, is de term luisterliedjes het meest op zijn plaats voor dit folk/pop/indiealbum. Exemplarisch hiervoor is ‘Earthworm’. Het nummer kabbelt aangenaam voorbij zonder te vervelen, door achtergrondzang en het terugkerende ‘howoo’. Keyboard, blazers, viool en ingehouden drums zorgen voortdurend voor genoeg variatie binnen de nummers.
Vaak wordt gezegd dat diepe dalen in het leven van een kunstenaar zorgen voor inspiratie, en dus ‘mooie’ kunst. Als mens is het te hopen dat MacNeil een reden voor het leven vindt. Als muziekliefhebber zou je bijna hopen van niet, als dit zorgt voor liedjes als deze.