Boeken / Poezie

Lichtzinnig met wat diepgang

recensie: Van de straat – en of! Het beste van Frans Vogel
Frans Vogel

Het lijkt alsof de naam en faam van de Rotterdamse dichter Frans Vogel voor altijd ingeklemd zit tussen de bekendheid van Cornelis Bastiaan Vaandrager en Jules Deelder. Niet helemaal terecht, Vogel blijkt een onbevangen stilist met een eigen geluid en een brutale pen.

In de bundel Van de straat – en of! Het beste van Frans Vogel wordt een ruime keuze uit het werk van Frans Vogel (1935–2016) gepresenteerd. De dichter, tevens kunstenaar, copywriter, fotomodel én provocateur heeft met zijn uiteenlopende stijl een caleidoscopisch oeuvre opgebouwd. Een hoeveelheid gedichten die niet meer dan drie bundels beslaat. De titel Van de straat is een goede kwalificatie: Vogel keek om zich heen en nam alles wat zijn aandacht had als uitgangspunt of inspiratiebron. De verbondenheid met Vaandrager is vanaf het begin duidelijk, want Vogel was in zijn directheid en onaangepastheid van dezelfde school. ‘Vaan’ daarentegen dreef zijn dichtkunst tot diep in de verwarrende abstractie, zijn ready-mades konden op een onbegrijpelijke woordenbrij uitlopen. Frans Vogel blijft dichter bij de realiteit en toont daarmee een meer bedachtzame stijl.

Sendero Luminoso

De boel is geëffend.
De weg is gebaand.
De blubber doeltreffend
verdonkeremaand.

Hier ligt nu van leisteen
(aan weerszij gevat
tussen grasbanen heen)
het kaarsrechte pad:

de loper kan uit,
het feestlicht kan aan.

Rotterdamse wisecracks

Niet dat de dichter een duidelijke koers in gedachten lijkt te hebben, hij zwabbert van het ene naar het andere onderwerp en vindt voor alles binnen zijn interessegebied een poëtische uitlaatklep. De regels laveren tussen een scherpe observatie, een gevoelige snaar en een flauwe wisecrack. Dat veel van het geschrevene de schuine humor niet ontstijgt begint na een halve bundel wat te vervelen. Toch weet Vogel met zijn soms geforceerde zinsconstructies en overdadig enjambement de aandacht vast te houden. Het is de onbevangen vindingrijkheid die nieuwsgierig maakt naar meer (een ‘zielenpoot’ is bij hem een ‘ruige biechtvader’). Een soort aangename lichtheid in thema en stijl, hier en daar afgewisseld met een grove uitschieter die de lezer weer met beide benen op de – zeer Rotterdamse – aarde zet.

Blomsteel

Mij spreekt
de blom
een tale.
(Guido Gezelle)

Mij prijkt
de blom
in top
van haar steel
als een bol-
microfoon
op zijn
standaard.
(Frans Vogel)

Reclamejargon

Vogel werkte in de jaren zestig met zijn kornuiten Vaandrager en Hans Sleutelaar als copywriter bij een reclamebureau. Zijn soepele pen en observerend vermogen heeft hij duidelijk uit deze periode overgehouden, net als de verwerking van veel Engelse begrippen in zijn werk. De reclamewereld brengt, ironisch genoeg, inspiratie voor een reeks gedichten die het gebruikte jargon juist op de hak nemen: ‘Het gaat erom een account binnen/ te slepen: ’t complete bureau staat/ op scherp. Desnoods wordt tot ’s avonds laat/ gewerkt om New Biznizz te winnen.’

Tere snaar

Eén van de sterkste verzen in deze bundel is het gedicht ‘Bladmuziek’, geschreven voor beeldend kunstenaar en goede vriend Daan van Golden. Met een uiterste gevoeligheid laat de dichter zijn genegenheid voor de Schiedamse kunstenaar blijken, door een kunstwerk te beschrijven en tegelijkertijd zijn persoonlijke indruk te verwoorden. Een gedicht dat, in deze gebundelde wirwar van lichtzinnigheden, pas goed laat zien waarom de poëzie van Frans Vogel het verdient om gelezen te worden.

Bladmuziek

Op de hoek Timorstraat
en Brede Hilledijk

prijkt de ornamentenlijst
die door Daan van Golden

werd ingevuld met rood
lover. ‘t Is alsof je

met je handen achter
je hoofd onder een boom

ligt (je hebt een grasspriet
in je mond) en de wind

door het bladerdek strijkt:
‘t geruis maakt je bladstil.