Kunst / Kunstboek / Non-fictie

Over kunst en engagement

recensie: Maarten Doorman - De navel van Daphne

Schrijver en filosoof Maarten Doorman gooit meteen de knuppel in het hoenderhok: ‘Het Rijksmuseum moet dicht’. En waarom dan wel? Omdat ‘het op het verleden is gericht.’

Al snel komt Nietzsche op de proppen met zijn opstel Over nut en nadeel van de geschiedenis voor het leven. Teveel oude kunst werkt verlammend. Bijvoorbeeld op de aandacht voor hedendaagse kunst.

Zelfs los van de beeldende kunst – ook Doorman maakt enkele van zulke uitstapjes – is dit te herkennen: twee muziekfestivals in twee bijna aaneengesloten weken in Utrecht, één met oude en één met moderne en hedendaagse muziek. Het Festival Oude Muziek verankerd in de culturele basisinfrastructuur met landelijke subsidie, de Gaudeamus Muziekweek (B-categorie) raakt, als het aan het Fonds Podiumkunsten ligt, de subsidie kwijt.

Gewicht en contragewicht

Maar het boek maakt een draai, want over oude versus hedendaagse kunst blijkt het toch niet primair te gaan. Wél over ‘het aloude probleem van engagement in de kunst.’ En natuurlijk wordt dan de vraag opgeworpen wat dit zegt ‘over onze tijd als die de dingen die nu gemaakt en bedacht worden niet serieus neemt.’ Komt dit doordat met het verdwijnen van de avant-garde de beeldende kunst veel van de urgentie, dat wil zeggen engagement, heeft verloren? Doorman is overtuigd door de visie van de Italiaanse arte povera-kunstenaar Michelangelo Pistoletto: totale vrijheid (autonome kunst) heeft als contragewicht verantwoordelijkheid en ambivalentie nodig. Terecht vult Doorman dit rijtje niet aan met ‘verbeelding’.

Hetzelfde geldt ook voor hedendaags toneel – een ander uitstapje – met regisseurs als Yael Ronen en Ola Mafalaani.
Tegenover de visie van Pistoletto staat die van Peter Bürger. Hij stelt in zijn studie Theorie der Avantgarde dat de avant-garde in hun geëngageerdheid zichzelf juist isoleert van de maatschappij doordat ze kunst van louter museale waarde produceert. Autonome kunst is met andere woorden de wereld ontvlucht. De historische rol van kunst lijkt uitgespeeld.

Lijkt – want je zou Doorman kunnen wijzen op het curatorschap dat architect Rem Koolhaas in 2014 bekleedde bij de Biënnale van Venetië, die bij uitstek hedendaagse kunst toont. Daar koos hij voor een andere insteek dan tot dan toe gebruikelijk was: hij koos voor het erfgoed. Een beetje flauw detail misschien, want het boek is een mooi, strak en sterk opgebouwd betoog dat zulke nuances best kan missen om helder over ’t voetlicht te kunnen brengen waar het de auteur primair om gaat.

Goede kunst

Toch heeft ook autonome kunst méér te vertellen over de wereld en de vraag hoe te leven, dan wordt vermoed. In die zin staat zij dan ook nooit volledig buiten de wereld, het leven en de maatschappij. Maar wat is dan het effect en is er wel sprake van goede kunst?
Als voorbeeld van zowel het één (geëngageerdheid) als het ander (goede kunst) noemt Doorman onder andere het werk van Yael Bartena en Ai Weiwei, van wie momenteel de solotentoonstelling #SafePassage in Foam Fotografiemuseum in Amsterdam valt te zien.
Kunst moet haar onafhankelijkheid bewaren van de markt, de overheid en een ideologie wil zij urgent blijven en ons laten zien hoe het principieel anders kan. Zonder – gelukkig – de traditie te verloochenen. Het Rijksmuseum mag blijven!

Boekgegevens

De navel van Daphne
Schrijver: Maarten Doorman
Uitgever: Uitgeverij Prometheus
Prijs: € 19,95
Bladzijden: 176, foto’s
ISBN: 978 90 351 4390 6