Acteur en regisseur in identiteitscrisis
‘Wie is Johnny Marco?’, luidt een vraag tijdens een persconferentie. Zoals op de meeste vragen moet Johnny Marco de journalisten het antwoord schuldig blijven. Niet al te subtiel maakt regisseur Sofia Coppola zo duidelijk dat de aan lager wal geraakte filmster zich in een identiteitscrisis bevindt.
De enige keer tijdens de persconferentie dat Johnny (Stephen Dorff) opveert, is als hem wordt gevraagd naar de naam ‘Cleo’ op het gips om zijn pols. ‘Dat is mijn dochter’, antwoordt hij trots. Als Cleo (Elle Fanning) door haar moeder voor onbepaalde tijd zijn kant op wordt gestuurd, leeft hij zichtbaar op. In de plaats van met stripacts en drugs vult hij de dag met potjes tafeltennis en onhandig gemaakte ontbijtjes. Zijn levensstijl helemaal aanpassen doet hij niet, maar de bestraffende blikken van de elfjarige Cleo wanneer er weer een vreemde mevrouw bij hen aan de ontbijttafel zit missen hun uitwerking niet. Het lijkt erop alsof Johnny het wel prettig vindt dat hij zich eindelijk niet meer stuurloos kan overgeven aan alle verleidingen die een knappe, rijke filmster op zijn weg vindt. Het zal ook niemand verbazen dat de identiteitscrisis waar Coppola de hele film op aanstuurt, pas echt doorbreekt als hij Cleo bij haar zomerkamp heeft afgezet.
Persoonlijk verhaal
Helikopters en sirenes
Wie kwaad wil, kan zeggen dat Coppola de succesvolle elementen uit Lost in Translation heeft gekopieerd en in een nieuw jasje gestoken, omdat het haar nooit is gelukt om het succes van haar arthouse-tussendoortje te evenaren. Zeker is dat ze niet veel heeft toe te voegen aan het thema. Daardoor bekruipt je regelmatig een déjà vu-gevoel, ook binnen de film zelf. Johnny die in slaap valt tijdens het bekijken van een privé stripact, hadden we die scène niet al gezien? Onwillekeurig dringt de vraag zich op of Coppola zelf als regisseur soms worstelt met een identiteitscrisis. Wie is eigenlijk Sofia Coppola?