Politiek, lust en rollend geld
.
Charlie Wilson’s War vertelt het ware verhaal van een Amerikaans congreslid uit Texas die begin jaren tachtig de Amerikaanse geheime operaties in Afghanistan wist te financieren. De film is vooral de moeite waard door de acteerprestaties van Philip Seymour Hoffman die – naast Tom Hanks en Julia big-hair Roberts- degene is die als personage overtuigt en het politieke spel uit de witte boorden sfeer haalt. In zijn rol als licht ontvlambare CIA-agent Gust Avrakotos is hij een onalledaags stijlicoon van lelijkheid, assertiviteit en politieke geslepenheid. De flexibele Amerikaanse buitenlandse politiek van de jaren tachtig verwordt zo tot het verhaal van twee cowboys en een weduwe met allure, vol visueel jaren tachtig sentiment.
Charlie’s leven en zijn rol in de politiek achter Operation Cyclone – de CIA codenaam voor het programma achter de bewapening van de Afghaanse Mujahideen in het door de Sovjet Unie bezette Afghanistan van 1979-1989 – zijn illustratief voor de werking van het Amerikaanse Congres en de machtspolitiek achter de schermen. Dankzij Wilsons politieke inspanningen stijgt de financiële steun voor het Afghaanse verzet in tien jaar tijd van 5 miljoen dollar tot 1 miljard (!) dollar per jaar. Het verzet is succesvol: in 1989 trekken de Russen zich terug uit Afghanistan. Aan de hand van Aaron Sorkins smeuïge script schitteren de drie sterren en worden de feiten romantisch ingekleurd. Onder Hollywoods vleugels heeft het verhaal van Charlie Wilson veel weg van een heroïsch jongensboek waarin de macht van een congreslid genoeg is om de val van het Sovjetrijk heeft bewerkstelligen. De rol van zuipende, onderkoelde congresveteraan en sluwe netwerker gaat Hanks goed af, maar het nadeel van Hanks is dat hij – ondanks zijn consequent sterke spel – altijd Hanks blijft. Aandoenlijk is overigens dat hij, ondanks het immer aanwezige vrouwelijk schoon, te weinig flair heeft als notoire vrouwenjager.