De hel is Brugge
Men neme twee huurmoordenaars, stuurt ze naar de toeristenhemel Brugge en laat ze daar wachten zonder te vertellen waarop. Het is het ideale recept voor een verrassend humoristische misdaadfilm. Terwijl de spanning stijgt, weet het geoliede In Bruges te vermaken en ontroeren.
Tegenpolen
Dat de regisseur onder de indruk is van Brugge is overduidelijk. Hij kan het niet laten zijn publiek te trakteren op een serie stadsgezichten. Toch stoort het nauwelijks, omdat het op een natuurlijke manier voortvloeit uit het gedrag van Ken. Hij geniet namelijk van elk uitzicht en de geschiedenis achter de middeleeuwse schilderingen die hij hardop voorleest aan zijn ongeïnteresseerde vriend. Ray is een stuk jonger dan Ken. Hij beperkt zich tot het verrot schelden van de stad. Alleen al voor het in beeld brengen van de crimineel als toerist moet regisseur McDonagh worden geprezen. Het is bijzonder lachwekkend.
De wisselwerking tussen de twee tegenpolen is niet alleen komisch, maar laat ook zien hoeveel ze om elkaar geven. Ken is de vaderfiguur, Ray de losgeslagen jonge hond. Farrell laat zien dat hij wel degelijk kan acteren. Hij zet de gefrustreerde crimineel met al zijn nerveuze trekjes overtuigend neer en blijkt zelfs te beschikken over komisch talent. Daar tegenover vertolkt Gleeson de rol van Ken op een prachtige ingetogen manier. Farrell en Gleeson vormen een gouden combinatie, die van het scherm afspat.Verbitterde dwerg
In Bruges heeft een vrij lange aanloop. Je zou bijna vergeten dat het hier om criminelen gaat en niet om toeristen. Maar na het lang verwachte telefoontje van baas Harry (Ralph Fiennes) uit Londen volgen de gebeurtenissen elkaar snel op. Alles wat in de film gebeurt, heeft later een functie in de plot. De gewelddadige uitbarsting van Ray in een restaurant, maar ook de rol van de cynische dwerg Jimmy (Jordan Prentice). Deze lijkt aanvankelijk bedoeld om een nachtmerrieachtige sfeer op te roepen, maar blijkt later van cruciaal belang te zijn voor het verloop van de film.