Verdwaalde zielen
.
Lodge Kerrigans Keane is een portret van een mentaal labiele man die de ontvoering van zijn dochter niet kan verwerken. De film begint in een doolhofachtige busterminal in New York waar Willam Keane (gespeeld door Damian Lewis) door drukke gangen doolt om de laatste momenten met zijn dochter te herbeleven.
Hierna wordt Keane gevolgd in wat losse scènes zonder duidelijke verhaallijn. Deze episoden geven maar weinig informatie over zijn achtergrond. Keane drinkt er op los, neemt drugs en volgt mensen in de busterminal die hij verdenkt van de ontvoering.De film krijgt een andere wending door de komst van een vrouw en haar jonge dochter die in het hotel verblijven waar Keane zich schuilhoudt. Keane weet het vertrouwen te winnen van deze vrouw, waarna hij op haar dochter gaat passen. Het contact dat hij opbouwt met het meisje is affectief, maar gaandeweg doen herinneringen aan zijn eigen dochter spanningen ontstaan in zijn relatie met haar.
Intense karakterstudie
Lodge Kerrigan heeft maar een kleine filmografie, maar hij heeft een reputatie opgebouwd als een cineast die indringende registraties maakt van mensen die schipperen aan de rand van de maatschappij. Zijn rauwe debuut Clean, Shaven (1993) toonde de belevingswereld van een schizofrene man die verdacht werd van een moord. Ook in Keane laat Kerrigan veel open, waardoor de hoofdpersoon en zijn motieven weer complexer zijn dan je op het eerste gezicht zou denken.
Keane is in vergelijking met Clean, Shaven echter een beheerstere en minimalere karakterstudie. Een groot verschil is dat de kijker in Keane niet kan verdwalen in de dreigende gedachten van de hoofdpersoon. Kerrigan maakte in Clean, Shaven gebruik van een geluidsband bestaande uit onheilspellende ruis en gewelddadige stemmen. Een fragmentarische montage versterkte dit onrustbarende effect. De regisseur maakt met Keane geen gebruik van overheersende effecten; de kracht van deze film zit hem meer in de ruimte die hij biedt voor het spel van Damian Lewis. De shock komt voort uit de plotselinge angsten en paniekaanvallen die Keane krijgt. Die vinden plaats in een normale setting en zijn in lange shots met spaarzame close-ups gefilmd. De scènes waarin Keane normaal is, of de schijn van normaal zijn weet op te houden, zijn daardoor extra verontrustend. We zien hem opgaan in de menigte, anonieme seks hebben in een louche club en zoeken naar werk. De kijker weet na het zien van deze contrasten dat er elk moment iets kan gebeuren waardoor Keanes mentale balans zoek raakt.Keanes daden worden niet geheel verklaard, maar kunnen geïnterpreteerd worden door de puzzelstukjes die Kerrigan prijsgeeft. Door het voor de toeschouwer grotendeels onbegrijpelijk en ondoorgrondelijk te laten, weet de regisseur het ondergaan van een geestesziekte tot iets kwellends te maken. De afstand die de kijker tot Keanes innerlijk en persoonlijke geschiedenis heeft, blijft bovendien door het intense spel van Damian Lewis fascineren.
Keane is daarmee een film die net als de cinema van Luc en Jean-Pierre Dardenne, zijn kracht ontleent aan minimale observaties. Met de kennis dat er niet altijd een geruststellende catharsis of een troostende ontknoping mogelijk is, is de complexe realiteit die Kerrigan toont pijnlijk voelbaar.
Keane wordt in het kader van het programma Previously Unreleased tot en met 20 augustus in het Filmmuseum vertoond.