Film / Films

Videotapes op een schijfje

recensie: Manina // Gadjo Dilo // Medisch Centrum West // Memories of Murder // Mille Mois // One Missed Call // The Card Player

.

Manina, the Lighthouse Keeper’s Daughter (Manina, la fille sans voile)

(Willy Rozier, 1952 • Lime-Lights)

~

Het verhaal is slecht (jongen gaat naar eiland om schat te zoeken en wordt verliefd op plaatselijke schone), de beeldkwaliteit is matig, de geluidsband beroerd, het acteerwerk over the top maar Manina, The Lighthouse Keeper’s Daughter is toch de moeite waard. En waarom dan wel, vraagt u zich af? Nou, aangezien deze in 1952 uitgebrachte film de debuutfilm van de toen 18-jarige Brigitte Bardot is. Dit Franse pin-up icoon, dat daarnaast nog een redelijk imposante filmcarrière wist op te bouwen (met als hoogtepunt haar Camille in Godards Le Mépris) heeft vele duizenden mannenharten (en andere lichaamsdelen) harder doen laten kloppen en aan het begin van haar carrière was al duidelijk waarom. Hoewel haar acteerwerk nog hoekig en ondermaats is, is Bardot betoverend, innemend en beeldschoon. De rest van de film krijg je op de koop toe. Bardot in bikini, wat wil een man nog meer… (Harrie de Vries)

Gadjo Dilo

(Tony Gatlif, 1997 • RCV)

~

Films over een bepaald volk zijn in te delen in twee groepen: de ‘kijk eens, wat een vreemde mensen zijn dit’-films of de ‘kijk eens, wat worden deze lieve mensen toch schandalig onderdrukt’-films. Gadjo Dilo valt in beide categorieën. Schrijver en regisseur Tony Gatlif (Vengo) wilde een authentiek portret maken van de Roemeense zigeuners: zijn acteurs zijn echte gypsies en de film ademt soms de sfeer van een documentaire. Het verhaal (Franse jongen gaat op zoek naar de zangeres waar zijn overleden vader zo dol op was) is dun en lijkt bijzaak. Maar hoe realistisch is Gatlifs blik? De regisseur, zelf deels zigeuner, schildert ze af als een verliefde man zijn nieuwe liefde. Hij verbaast zich, bewondert, heeft lief en voelt mee. Zijn zigeuners zijn een kleurrijk, expressief, gastvrij volk, dat danst op begrafenissen en huilt en schreeuwt bij vreugde. Een volk ook dat gediscrimineerd wordt en zich niet op zijn kop laat zitten door de armoede. Hij ziet wel de negatieve punten – zo spugen, zuipen en vloeken zijn zigeuners dat het niet leuk meer is – maar hij laat het telkens zien als altijd iets grappigs of vertederends. Gatlifs scènes zijn met liefde gecomponeerd, en met oog voor detail, maar je moet zijn blik kunnen delen. Wat wel blijft hangen is de muziek, die als een rode draad door de film loopt. Dát kruipt onder de huid, de personages en de dingen die ze meemaken veel minder. Dat was een mooi uitgangspunt geweest voor wat extra’s, die op deze dvd niet te vinden zijn. (Floortje Smit)

Medisch Centrum West: Seizoen 1

(Nico Knapper • House of Knowledge)

~

Van 1988 tot 1994 was de ziekenhuisserie Medisch Centrum West een groot succes. Daarna begon de TROS nog aan een herhalingsreeks, die nooit werd afgemaakt. Voor de echte fans, die alle honderd afleveringen nog eens wilden zien, was het dus wachten op deze DVD-box. Naar deze eerste 13 afleveringen kijken, verdeeld over drie schijfjes, is afwisselend vertederend, komisch en soms regelrecht tenenkrommend. Acteurs Marc Klein Essink (dokter Jan van de Woude) en Rob van Hulst (dokter Eric Koning) zeggen in het audiocommentaar dat de geringe kwaliteit en kneuterigheid wel mee valt. Toch moet je je door de eerste paar afleveringen echt even heen worstelen, maar daarna stoor je je niet meer aan de slechte geluidskwaliteit, de foute eighties-look en de bizarre one-liners. Ook het voorspelbare en knullige camerawerk went. De makers van de serie waren hun tijd wel ver vooruit door in de eerste aflevering al meteen euthanasie te laten plegen. Daar praten Klein Essink en Van Hulst ook onder meer over in hun audiocommentaar (alleen als extra’s toegevoegd bij aflevering 1 en 9). Voor meer roddels en anekdotes is het zeker aan te raden om ook het toegevoegde interview ‘Terug naar Lelystad’ (een kijkje op de vierde verdieping van het ziekenhuis waar de opnames plaatsvonden) te bekijken. (Nathalie van Eck)

Memories of Murder (Sarineui chueok)

(Joon-Ho Bong, 2004 • Total Film)

~

Deze moderne Zuid-Koreaanse klassieker trok weinig publiek tijdens zijn beperkte draaitijd in de Nederlandse bioscopen. Geheel onterecht, want de film is een waar meesterwerk, dat het bij de dvd-uitgave helaas moet doen met boeiende, maar erg karige extra opties. Een zo eigenzinnige film schreeuwt om een speciale uitgave met audio-commentaar (waar er twee van op de thuisversie staan), temeer omdat regisseur Bong zo veel te vertellen heeft. De Nederlandse kijker moet het doen met enkele korte interviews, waarin Bong uitlegt over het moorddrama waarop de film gebaseerd is, enkele visuele effecten ontleed worden, en de acteurs hun zegje doen (en met eerlijke trots over hun vertolking vertellen). Het meest interessant is echter een vol kwartier aan gesneuvelde scènes, met optioneel commentaar van Bong. De meeste daarvan zijn overbodig, maar twee scènes die uit het einde zijn gesneden, zijn net zo briljant en intrigerend als de film zelf, die 130 minuten lang adembenemend blijft – ook op een klein scherm. (Paul Caspers)

Mille Mois

(Faouzi Bensaidi, 2003 • Total Film)

~

Marokko, de vastenmaand, begin jaren tachtig. Een zevenjarig jongetje sjouwt met een stoel door een dorp. Hij woont bij zijn moeder en zijn grootvader. Een vader is er niet. In Mille Mois van de debuterende Marokkaanse regisseur Faouzi Bensaidi wordt de kijker niet bij de hand meegenomen. De film begint, zonder dat je als kijker weet wat er aan de hand is en waarom de dingen gebeuren zoals ze gebeuren. Het dorpsleven wordt met veel geduld gefilmd, terwijl er steeds meer dissonanten in doordringen: gevangenisbezoek, protest, moord, en diefstal. Het geheel wordt op een enigszins melancholische en laconieke manier in beeld gebracht. Cameraman Antoine Héberlé gebruikt om dit effect te bereiken veel wijde overzichtshots die grote stukken van het landschap laten zien waarin een klein, nauwelijks zichtbaar figuurtje zich tergend langzaam voortbeweegt. Aan de ene kant benadrukken deze wijde shots dat de personages op zichzelf aangewezen zijn en er in het geheel geen sprake is van enige sociale zekerheid, aan de andere kant zijn ze vaak dermate traag en langdurig dat ze de vaart uit de film halen. (Martijn Boven)

One Missed Call (Chakushin ari)

(Takashi Miike, 2003 • Total Film)

~

Takashi Miike (Ichi the Killer, Audition, Dead or Alive), de Japanse regisseur die metafysica zo graag uitbeeldt met behulp van de meest perverse provocaties, levert met One Missed Call helaas een bloedeloze Ring-kloon af. Jongeren laten een voor een het leven na het ontvangen van een mysterieus telefoonberichtje, maar natuurlijk schuilt er achter het spookverhaal een gruwelijke familiegeschiedenis. One Missed Call kent een zwakke plot zonder verrassingen en zit vol goedkope special effects en zelden effectieve schrikmomenten. Miike biedt 105 minuten onverheven horrorvermaak – niets meer en niets minder. (Paul Caspers)

The Card Player (Il Cartaio)

(Dario Argento, 2004 • Dutch Filmworks)

~

Al is een film van Dario Argento (inmiddels 64) nog zo slecht, er valt altijd wat aan te genieten. De vroegere Italiaanse meester van de barokke horror zwelgt nog altijd in een gevoel van beheerste, stijlvolle gruwel dat zijn films heerlijk pervers maakt. Het is de enige verdienste van zijn recente The Card Player, net als al zijn latere films een misdaadthriller die zich in Rome afspeelt. Argento verspilt geen scènes en vertelt in vlot tempo een eenvoudige plot rond de jacht op een moordenaar. Het blijft genieten van de typisch decadente sfeer van sadisme, maar de regisseur heeft echter nog altijd geen grip op zijn hulpeloze acteurs (de Ier Liam Cunningham en steractrice Stefania Rocca), weet nog steeds geen verrassend verhaal of vloeiende dialogen te bedenken, en zelfs het zeer fraaie camerawerk van virtuoos Benoît Debie (Irreversible, Calvaire) kan The Card Player niet redden. (Paul Caspers)