De wereld in scherven
Een hoogtepunt in de wereldliteratuur: Robert Musils De man zonder eigenschappen, een vuistdik verslag van de ondergang van een keizerrijk en een vooroorlogse wereld. Nu opnieuw uitgegeven bij Meulenhoff.
Robert Musil had zijn tijd nodig: de laatste twintig jaar van zijn leven werkte hij aan De man zonder eigenschappen, schreef hij ruim dertienhonderd pagina’s vol en nog was de roman niet klaar. Tegen de tijd van zijn overlijden, in 1942, leefde Musil in armoede en was hij relatief onbekend. Wat een verschil met tegenwoordig: nu staat hij bekend als de auteur van misschien wel de beste roman over de ondergang van het Oostenrijks-Hongaarse rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Monomane schrijver
Musil heeft stevige concurrentie voor die titel, van onder meer Joseph Roths Radetzkymars, Stefan Zweigs De wereld van gisteren vanuit het Duitstalige deel van het oude keizerrijk, en Sándor Márais Gloed en Miklós Bánffy’s Transsylvanische trilogie vanuit het Hongaarse smaldeel. Musil is van deze auteurs ongetwijfeld de meest monomane. Zowel uit het schrijfproces als uit de roman zelf blijkt hij zich helemaal in de materie te hebben vastgebeten en dan vooral in de ideeën en de leefwereld van intellectuele mannen in de keizerlijke hoofdstad Wenen.
In de zomer van 1913 besluit Ulrich, de man zonder eigenschappen, zijn leven om te gooien. Hij neemt zitting in het comité dat het zeventigjarige jubileum van keizer Frans Jozef, in 1918, moet voorbereiden – een jubileum dat de keizer ook zonder de Eerste Wereldoorlog niet zou bereiken: hij overleed in 1916. Om Ulrich heen heeft Musil een grote verzameling aan opvallende personages geschapen, bijvoorbeeld de steenrijke en excentrieke magnaat Paul Arnheim. Daarnaast komt ook een keur aan echte figuren voorbij, zoals denkers, wetenschappers en filosofen.
Simpele vraag, ingewikkeld antwoord
Toch doet de plot er niet zozeer toe in De man zonder eigenschappen. Het is voornamelijk een roman vol ideeën, een filosofische roman. Hoewel er personages in voorkomen uit alle lagen van de bevolking, die het verhaal levendigheid geven, gaat het vooral om de discussies, de theorieën, de gesprekken. Wat is het leven? Dat is in feite de vraag waarop alles is terug te voeren.
Een simpele vraag, maar een ongelooflijk ingewikkeld antwoord. Of misschien is er niet eens een antwoord mogelijk. Musil kon zijn roman niet afmaken, en ergens klopt dat: Ulrich wikt en weegt, is niet het soort man dat snel een knoop doorhakt. Ook de modernistische inslag van de roman, die zich uit in dat fragmentarische, het onaffe, de scherpe randen, sluit mooi aan bij het onvoltooide karakter van de roman. Misschien is dat een erfenis van de Eerste Wereldoorlog: Europa lag in scherven, de literatuur volgde. Daarmee geeft De man zonder eigenschappen een prachtige blik op een verloren tijd.