Mode aan de macht
De Amsterdam Fashion Week is net afgelopen. Weg van de catwalk kan de modeliefhebber zich nu in een tweetal recent verschenen publicaties over mode storten: De macht van mode: Over ontwerp en betekenis en Mode in Nederland.
Beide boeken staan onder redactie van José Teunissen, conservator Mode van het Centraal Museum, Utrecht en lector Modevormgeving aan ArtEZ, Arnhem. Van haar hand verschenen verschillende publicaties over mode, daarnaast organiseerde ze onder andere de tentoonstelling Global Fashion / Local Tradition.
Voor De macht van mode is een groot aantal nationale en internationale theoretici, waaronder kunsthistorici, curatoren en filosofen, gevraagd een bijdrage te leveren. Het is geen overzichtsboek, maar in de hoofdstukken wordt kort ingegaan op thema’s als Mode en kunst, Mode en globalisering en Mode en maatschappij. Deze topics zijn onder andere bedoeld om aan te geven dat mode zich op verschillende manieren in de maatschappij manifesteert en ook een afspiegeling vormt van deze maatschappij.
Foto van een model in de showroom van Paul Poiret, 1910/1911. Foto uit besproken boek. |
Kunst = Mode?
Een aspect van mode dat vaak terugkeert in de bundel is de relatie tot beeldende kunst. De afgelopen jaren zijn er meerdere modetentoonstellingen in Nederlandse musea te zien geweest, modestukken worden aangekocht en ook modefotografie speelt een rol in de fotografieverzamelingen van musea. De flirt van mode met beeldende kunst is niet geheel nieuw. Ondanks de grote tegenstelling die er tussen mode en beeldende kunst lijkt te bestaan – het vluchtige en vergankelijke tegenover het eeuwige – hebben kunst en mode altijd veel met elkaar te maken gehad. Kunst flirt met mode, probeert zelf soms net zo vluchtig te zijn en mode wordt soms meer gewaardeerd als kunst dan puur als kledingstuk; de aankopen van modestukken door musea zijn daar een belangrijk voorbeeld van.
Voor een van de eerste couturiers, Paul Poiret (1879-1944) was het bijvoorbeeld erg belangrijk dat hij niet alleen als kleermaker gezien zou worden, maar juist als een kunstenaar. En ook kunstenaars waren bezig met mode; kleding was voor hen een manier om uitdrukking te geven aan hun identiteit, zo geeft Karin Schatnat, theoriedocent aan ArtEZ, de kunstacademie in Arnhem, aan in haar essay De kunst van het mixen.
De Franse filosoof Gilles Lipovetsky gaat in zijn essay Kunst en esthetiek in de modemaatschappij zelfs zo ver dat hij stelt dat de beeldende kunst door de mode is ‘ingelijfd’. Kunst stelt teleur. Musea proberen alleen maar veel mensen te trekken door een bezoek aan een museum als vermaak aan te prijzen en de beeldende kunst stelt niet veel meer voor: er zijn geen grote stromingen en er wordt alleen maar gekopieerd. Lipovetsky vindt dat kunstenaars alleen bezig zijn nieuwe trends te volgen.
De uitwisselingen die er tussen beeldende kunst en mode zijn en het vervagen van de grenzen tussen ‘high’ en ‘low’ culture, hebben echter niet alleen te maken met de esthetisering van de maatschappij zoals Lipovetsky vindt, maar ook met een verruiming van het kunstbegrip. Er zijn geen vaste regels om een kunstwerk te definieren als kunst, waardoor ook mode, die bijvoorbeeld sterk vanuit een concept gemaakt is, waarin niet alleen de esthetiek een rol speelt, gewaardeerd wordt als een kunstwerk en zo zijn intrede in het museum doet. Lipvetsky’s pleidooi eindigt er mee dat mode de rol van de kunst heeft overgenomen; het is juist de mode die ‘het leven verandert’ en een belangrijke rol speelt in de veranderingen in de maatschappij en kritisch reageert.
Lipovetsky maakt een interessant punt, maar zijn visie op de tanende kracht van beeldende kunst blijft niet geheel overeind. Daarvoor is er te veel beeldende kunst die er toe doet. Sommige mode is eerder een interessant onderdeel of belangrijke toevoeging geworden aan de beeldende kunst, bijvoorbeeld in de mogelijkheid die mode biedt om de wereld anders te denken en hoe ze in haar ontwerpen kritsch kan reflecteren op de huidige maatschappij. Deze meer genuanceerde visie is gelukkig bij meer auteurs in deze bundel terug te vinden.
De macht van mode geeft ook inzicht in de mode zelf. Zo is een bijzonder interessant essay opgenomen over Japanse mode van Akiko Fukai, hoofdcurator van het Kyoto Costume Institute. In de jaren tachtig schrok de Westerse modewereld wakker van Japanse ontwerpers als Rei Kawakubo (Comme des Garçons) en Yohji Yamamoto. Een van de kenmerkende elementen was dat het kledingstuk niet gemaakt leek te zijn om de drager te verfraaien; de jurk was vol scheuren en volgde de lijnen van het lichaam niet. Het gaf een totaal andere visie op de westerse schoonheid.
Comme des Garçons, Bultencollectie, lente/zomer 1997. Foto uit besproken boek. |
Theoretische ontwikkeling
Alle essays worden geillustreerd door foto’s en korte beschrijvingen van de belangrijkste mode-ontwerpers in de wereld. Er is niet alleen gekozen voor de avant-garde ontwerpers als Walter van Beirendonck, maar ook de grote namen als Coco Chanel en commerciele ontwerpers als Tommy Hilfiger krijgen een plek in De macht van mode. Meer nog dan een mooi overzicht is er de hoop dit boek voor een verdere ontwikkeling van modetheorie zal zorgen.
Het is tekenend dat de meeste auteurs teruggrijpen naar denkers die aan het begin van de twintigste eeuw schreven, zoals socioloog Georg Simmel en filosoof Walter Benjamin. De recentste onder de geciteerden is Roland Barthes, die in in 1967 La système de la mode schreef. Het is jammer datmaar een beperkt aantal denkers zich op een serieuze manier heeft bezig gehouden met mode. Mode verschijnt vooral als afbeelding in de tijdschriften, maar verdient ook wel meer aandacht is essays. Hopelijk zet deze bundel met essays aan tot nieuwe theorievorming over mode.
Who’s who in de Nederlandse modewereld
Naast De macht van mode, waarin de nadruk ligt op het denken over mode, verscheen afgelopen juli Mode in Nederland. Het is een encyclopedisch overzicht van de belangrijkste spelers in de Nederlandse modewereld. Die modewereld bestaat niet alleen uit couturiers, maar ook uit grote Nederlandse confectiemerken, belangrijke winkels waar bijzondere mode wordt verkocht, modefotografen en modellen. Het geeft inzicht in de ontwikkeling van bepaalde modemerken en ook op welke manier de Nederlandse mode internationaal een rol begon te spelen. Er is gekozen voor jonge ontwerpers, als Marlies Dekkers en Bas Kosters, en grote namen, als Max Heymans en C&A.
De vele illustraties en korte maar heldere teksten bij alle ‘spelers’ maken deze publicatie bijzonder waardevol. De keuzes voor de verschillende ontwerpers of andere betrokkenen in de Nederlandse modewereld zijn niet altijd even doorzichting en sommige ontwerpers zullen zich nog meer moeten bewijzen. Interessant is wel dat er voor een hele praktische benadering van mode gekozen is, waarin vooral de distributie en minder het ontwerp een onderwerp speelt. Het vormt een mooie aanvulling op De macht van mode.
De macht van mode: over ontwerp en betekenis • Jan Brands & José Teunissen (red.) ism Anne van der Zwaag • Uitgever: Terra, ArtEZ Press • Prijs: € 39,95 • 416 bladzijden • ISBN 905897510 X
Mode in Nederland • José Teunissen (red.) • Uitgever: Uitgever: Terra • Prijs: € 29,95 (paperback) • 240 bladzijden • ISBN 9058974685