Wanneer het leven een constant gevecht is
Schrijven over poep is niet sexy. Toch is dat precies waar Condities (2020) van Thomas Heerma van Voss over gaat. Rond zijn dertigste wordt hoofdpersoon Vincent Pek gediagnosticeerd met de ziekte van Crohn en hij besluit er een boek over te schrijven.
Het zieke lichaam
Pek leidt een vrij zorgeloos bestaan, tot hij steeds meer darmklachten krijgt die zijn leven in toenemende mate beïnvloeden. Op de middelbare school weet hij zich nog redelijk staande te houden, maar als student keldert zijn gezondheid achteruit. Geen goede timing, als je eigenlijk bezig wilt zijn met uitgaan, vriendinnetjes en studentenborrels. In plaats daarvan moet hij steeds eerder naar bed en heeft hij amper energie om colleges bij te wonen.
Zweetaanvallen, slapeloze nachten, tien keer per dag naar de wc moeten, op de raarste momenten darmkrampen krijgen. Het is maar een greep uit de vele klachten die Pek bijna dagelijks ervaart. Vaak verteren zijn darmen het eten niet goed, waardoor het er soms al na tien minuten weer uitkomt. Zowel Peks eigen gevecht met de ziekte, als de vraag hoe anderen reageren als bekend is dat je een chronische ziekte hebt, staan centraal in dit boek.
In het begin, als de ziekte het leven van Pek nog niet volledig in haar greep houdt, beschouwt zijn omgeving, maar ook Pek zelf, de ziekte als iets wat nou eenmaal bij hem hoort, waar goed mee te leven valt en wat hooguit af en toe vervelend is. Gaandeweg, wanneer hij steeds meer klachten krijgt, reageert zijn omgeving steeds bezorgder. Zijn vriendin behandelt hem als een patiënt, wat steeds negatievere gevolgen heeft voor hun relatie. Zijn vrienden en zijn ouders ziet hij uiteindelijk nog maar zelden, want er moet nou eenmaal een boek geschreven worden.
Schrijven als uitlaatklep
Pek gedraagt zich zoals je van iemand zou verwachten die niet als slachtoffer gezien wil worden: doen alsof het wel goed gaat terwijl dat niet zo is, de schijn ophouden. Want niet alleen voor je omgeving, maar ook voor jezelf wordt iets pas ‘echt’ als je erover praat. En als je er al over praat, wil je niet zielig gevonden worden. Dus houdt Pek zich keer op keer groot, tot hij het niet langer kan verbergen en wel moet toegeven dat het allemaal toch niet zo lekker gaat als hij doet voorkomen. Ik denk dat veel mensen zich hierin zullen herkennen, ook als je geen chronische ziekte hebt. De gevoelens van onmacht, onzekerheid en schaamte zijn universele gevoelens die in dit boek heel geloofwaardig omschreven worden.
Als Pek besluit een boek te publiceren over zijn ziekte, merkt hij dat het schrijfproces hem op de been houdt. In zijn boek kan hij zijn ei kwijt. Alles wat sociaal ongemakkelijk is, kan hij opschrijven, zonder zich ervoor te hoeven schamen, zonder dat iemand hoeft te denken dat hij zielig is of hulp nodig heeft. Het schrijven van dit boek is waar hij voor leeft en elke dag zijn bed voor uitkomt, ook op dagen dat zijn lichaam en zijn omgeving hem in de steek laten.
Na de publicatie van het boek krijgt Pek met stevige kritiek te maken. Hij wordt uitgenodigd om over zijn boek te praten in een tv-programma, waar de volgende opmerking wordt gemaakt door de presentatrice: ‘Als je wilt voorkomen dat mensen je zo zien, had je er natuurlijk het allerbeste gewoon niet over kunnen schrijven.’ Ik denk dat dit de vinger op de zere plek legt. Over het algemeen geldt, denk ik, dat veel mensen met psychische dan wel lichamelijke problemen zich vaak beter voordoen dan ze zich daadwerkelijk voelen, om maar niet zielig gevonden te worden. Want zodra je toegeeft dat er iets met je aan de hand is, kun je het stigma ‘zielig’ of zelfs ‘aansteller’ opgelegd krijgen, waardoor je alleen nog maar met je ziekte geassocieerd wordt.
Psychische cirkels
Filmisch maar niet theatraal vertelt Heerma van Voss een aangrijpend verhaal dat je bij de lurven pakt, maar tegelijkertijd op een afstandje laat en nergens melodramatisch wordt. Zelfs als Pek een slechte fase doormaakt, blijft hij hoop houden op een medicijn dat wel werkt, en wil hij de droom koesteren dat hij ooit weer naar behoren kan functioneren. Al weet hij, en jij als lezer, dat de ziekte van Crohn chronisch is en dus nooit helemaal uit zijn leven zal verdwijnen. Toch komt zijn hoop nergens naïef over. Hoop is zijn overlevingsmechanisme, vooral op zijn slechtste dagen.
Zelfs als hij tot wanhoop gedreven zijn ouders belt om te vragen of ze voor hem kunnen zorgen, blijft hij denken aan zijn toekomst en hoe hij hier beter wil uitkomen. Niet als held, maar om het leven aan te kunnen. Vaak komt Pek dan ook wat lethargisch over: om maar niet steeds over zijn gezondheid te hoeven praten, lijkt het soms alsof hij zijn gevoelens wegstopt. Met als gevolg dat zijn toestand vaak verslechtert. Et voilà, de vicieuze cirkel is rond.
Condities dwingt je na te denken over de vraag: in hoeverre wordt een ziekte door je eigen psyche bepaald? Of verandert een lichamelijke ziekte je psychische gezondheid zodanig, dat beide aspecten invloed op elkaar hebben? Zo zegt de uitgever van het boek waar Pek aan werkt: ‘Je blijft een controlfreak, Vincent’. Goedbedoeld, amicaal, maar voor Pek voelt het als een steek in de rug. Want misschien is datgene wel wat zijn klachten verklaart en versterkt: zijn behoefte om zijn leven te controleren.
Ik denk dat Condities een lans breekt voor niet alleen dit soort ziektes waarover zowel in de medische wereld als bij het publiek nog weinig bekend is, maar ook voor het openbreken van het taboe om te praten over je psychische gesteldheid. Open over je gevoelens praten en toegeven dat je niet lekker in je vel zit, is een thema waar veel mensen mee worstelen. Zeker in een tijd waarin iedereen het perfecte leven nastreeft, zijn dit soort boeken belangrijk om je weer even met je neus op de feiten te laten drukken en blij te zijn met een lijf dat functioneert zoals het zou moeten. Condities slaagt hier wat mij betreft wonderwel in.