Op zoek naar het nieuws
.
Zoals dit voorbeeld illustreert, gaan journalisten soms weinig subtiel te werk bij het vergaren van het ‘nieuws’. Joris Luyendijk publiceerde in 2006 zijn inmiddels bekende werk Het zijn net mensen, waarin hij vertelt over zijn tijd als buitenlandcorrespondent in het Midden-Oosten en onder meer de invloed hekelt van persbureaus op de berichtgeving uit het buitenland. Luyendijks werk gaf het publiek het idee dat de misstanden in de journalistiek eindelijk aan het licht kwamen. Onlangs verscheen er een reactie uit de journalistiek; de bundel Het maakbare nieuws nuanceert het door Luyendijk opgeroepen beeld en betoogt dat journalisten juist een belangrijke rol vervullen in het verrijken en verklaren van het nieuws.
Buitenlandjournalistiek
In Het maakbare nieuws vertellen achttien journalisten – buitenlandcorrespondenten voor krant, radio en televisie – over hun manier van werken en hun visie op de buitenlandjournalistiek. Het boek is samengesteld door twee buitenlandredacteuren van de NOS: Monique van Hoogstraten en Eva Jinek. De selectie is zeer divers: de bundel begint met een bijdrage van Afrikacorrespondent Bram Vermeulen, er is ruimte voor het verhaal van fotograaf Kadir Lohuizen en Jan Blokker schreef het nawoord.
Het grootste gedeelte van Het maakbare nieuws is ingevuld met praktijkverhalen van Nederlandse buitenlandcorrespondenten van over de hele wereld. Een kijkje in de keuken van de buitenlandjournalistiek, waarbij de lezer meer te weten komt over het werk van journalisten als de camera uit staat. Openhartig vertellen de journalisten over hun vak; zo blijkt dat ze sommige zaken niet kunnen publiceren omdat er geen bewijs voor is of omdat ze hun bronnen niet kunnen citeren. De talloze voorbeelden in Het maakbare nieuws plaatsen de verwijten van Luyendijk in een heel ander licht.
Luyendijk betoogt dat journalistiek in het buitenland vrijwel onmogelijk is omdat de waarheid niet te ontdekken valt en de buitenlandcorrespondent enkel achter het nieuws aanholt. Het maakbare nieuws toont echter aan dat het wel mogelijk is om als journalist aandacht te besteden aan onderwerpen die je zelf belangrijk vindt. Het is wellicht ook naïef om te veronderstellen dat journalisten de ultieme waarheid in pacht hebben of op wetenschappelijke wijze te werk gaan. Journalisten geven elke dag informatie in de vorm van verschillende meningen en opvattingen, waardoor in de loop van de tijd een duidelijker beeld ontstaat over de gebeurtenissen in de wereld. Natuurlijk is die informatie niet altijd volkomen objectief, en daarom heeft de ontvanger ook de verantwoordelijkheid om meerdere bronnen te bestuderen.
Persoonlijke noot
Eigenlijk verschillen de twee boeken niet zoveel qua inhoud. Beide belichten het leven van een correspondent in het buitenland, wat er gedaan wordt om hem te misleiden en de moeilijkheden die hij ondervindt bij het vergaren van betrouwbare informatie. Het verschil zit vooral in de toon van het betoog. Luyendijk gaf uiteindelijk zijn correspondentschap op om te gaan werken als televisiepresentator, zodat hij de voor hem zo belangrijke persoonlijke noot wel kwijt kan. In hun bijdragen aan Het maakbare nieuws erkennen zijn voormalige collega’s dezelfde problemen, maar zij beschouwen deze als onderdeel van hun werk. Hierdoor is de conclusie van Het maakbare nieuws veel positiever.
De bijdragen in de bundel verschillen nogal van elkaar in opzet en stijl, waardoor een genuanceerd beeld ontstaat van het werk van correspondenten. Bovendien zijn de meeste artikelen erg goed geschreven. Het is aardig om zoveel verschillende visies over hetzelfde onderwerp te lezen, waardoor er een bredere kijk en daarmee een realistischer beeld ontstaat van de werkelijkheid dan alleen de visie van Luyendijk. Uit beide boeken klinkt overigens een roep om aandacht voor de invloed die de actualiteit heeft op burgers. De taak van de buitenlandcorrespondent is om ter plaatse sfeertekeningen te maken bij het nieuws en zo te laten zien wat voor effect de gebeurtenissen hebben op de gewone man.