Boeken / Non-fictie

De Grieken waren ook maar gewoon mensen

recensie: Luc Ferry (vert. Peter Klinkenberg) - Beginnen met mythologie. Wat we van Griekse goden en helden kunnen leren

De Grieken hadden natuurlijk dezelfde levensvragen als de mensen in de moderniteit. Voor de antwoorden hadden ze de mythen. Wat wij nog van die mythen kunnen leren, wil Luc Ferry met Beginnen met mythologie maar al te graag uitleggen. Dat hij zich daarbij iets vergaloppeert is jammer, want zijn verhaal is wel degelijk de moeite waard.

Beginnen met mythologie maar al te graag uitleggen. Dat hij zich daarbij iets vergaloppeert is jammer, want zijn verhaal is wel degelijk de moeite waard.

De Franse filosoof Luc Ferry is niet de eerste de beste: hij is hoogleraar filosofie aan de universiteit van Parijs VII, en heeft meer dan vijftien titels op zijn naam staan. Met onderwerpen als ecologie, politiek en esthetiek. Nu is er Beginnen met mythologie. Met als ondertitel: Wat we van Griekse goden en helden kunnen leren. Het is onderdeel van een serie, twee jaar eerder schreef hij Beginnen met filosofie, waarnaar hij in Mythologie regelmatig verwijst. Aan het slot van Mythologie maakt hij de lezer vast warm voor het vervolg.

Sterfelijkheid
Meer dan tweeduizend jaar geleden had de redelijke mens het net zo zeer als nu: angst, vertwijfeling en onzekerheid. Wij hebben de zelfhulpboeken, zij de mythologie. Ferry wil in zijn boek vooral duidelijk maken dat de mythologie aan moest zetten tot denken, om uiteindelijk verantwoordelijkheid te nemen voor een zinvol leven. Niet vechten tegen de angst voor de dood, maar die ‘gewoon’ accepteren. En daar kunnen wij ook nog ons voordeel mee doen, in deze tijd waarin God is verdwenen. De mythen gaven antwoord op de vraag: hoe kan een mens het beste omgaan met zijn sterfelijkheid?

Artemis and Apollo (Jacques-Louis David)

Artemis and Apollo (Jacques-Louis David)

Als er één ding overtuigend is aan het boek van Ferry, dan is het wel zijn enthousiasme. Het is erg sympathiek: de graagte waarmee hij vertelt en uitlegt. En dat is meteen ook zijn valkuil. Hij ruimt dertig pagina’s in voor een inleiding, wat op den duur overkomt als indekken. Prima om vooraf te vertellen waarom je een boek op een bepaalde manier hebt geschreven, maar vermoeiend als dat je bedoelingen alleen maar complexer maakt.

Want hoe verenig je dat in een boek? Een betoog over hoe de mythologie de oorsprong van de filosofie is, daarnaast een leidraad voor ons dwalende stervelingen, én een verhalenbundel voor kinderen. En ook dat maakt Ferry maar ten dele waar. Hij vertelt niet alle avonturen van Odysseus, want die kent iedereen inmiddels toch wel.

Meester Ferry
In de inleiding heeft Ferry ervoor gewaarschuwd: omdat het voor kinderen zo ontzettend belangrijk is de mythologie hun leven te laten verrijken, maakt hij zijn boek ook voor hen toegankelijk. Vanuit de hurkzit maakt hij dan vervelende (en kromme) zinnen als deze: ‘Ik weet dat je de woorden die ik nu ga gebruiken een beetje moeilijk zult vinden omdat je ze nog niet kent: de “theogonie” en de “kosmogonie” vormen een eenheid.’ Om daarna snel weer torenhoog te springen. Of zijn kinderen allang op de hoogte van de ‘gedelokaliseerde’ sterfelijkheid, of abstracties als ‘symboliseren tegenover belichamen’? Neem dan nog de moeilijk geconstrueerde zinnen van vaak meer dan vijf regels erbij, en iedereen raakt de draad kwijt, jong of oud.

Gekraakt
Maar als je die harde noot eenmaal kraakt en stug doorleest, levert het wel wat op. Voor een volwassen lezer is er uiteindelijk een verrijkend boek over de aloude Griekse mythen. Met de sappige verhalen over goden, halfgoden en bloedige gevechten, die door de filosofische omkadering veel meer diepte en perspectief krijgen. En inderdaad: zouden de Grieken (in de klassieke oudheid wel te verstaan) ons nu nog door crises en dwalingen heen kunnen leiden? Dat niet, maar Ferry geeft wel een doorkijkje naar de mensen van ruim tweeduizend jaar geleden, en hoe zij zo fantastisch gestalte hebben gegeven aan de grote levensvragen. En dat biedt troost.