Boeken / Fictie

Praten over schilderen

recensie: Hans den Hartog Jager - Verf

Sinds de opkomst van de conceptuele kunst in de jaren zestig zijn de kunstenaarsinterviews niet meer weg te denken uit de kunstkritiek. Omdat de werken niet meer te begrijpen zouden zijn zonder uitleg van de kunstenaar, is een interview dè methode om achter de ideeën van de kunstenaar te komen. Ook het nieuwe boek Verf van Hans den Hartog Jager, journalist en kunstcriticus voor NRC Handelsblad, bestaat uit interviews. Maar het gaat in dit boek niet zozeer over het concept achter het werk. Centraal staat de vraag hoe het werk tot stand komt.

~

Den Hartog Jager interviewt voor dit boek veertien kunstenaars. Behalve jongelingen als Rob Birza, Michael Raedecker, Charlotte Schleiffert en Robert Zandvliet, zijn ook de ‘oude rotten’ Constant, Co Westerik en Armando geïnterviewd. De andere kunstenaars die chronologisch tussen deze kunstenaars in staan zijn Daan van Golden, Lucassen, Ger van Elk, Rob van Koningsbrugge, Marlene Dumas, Emo Verkerk en Marc Mulders.

De praktijk van het schilderen

Het uitgangspunt van Verf is de vorm van het schilderij. Den Hartog Jager probeert het gat te vullen tussen het lege doek en het schilderij dat af is. De schilder heeft misschien wel duizenden beslissingen moeten nemen voordat hij tot dit schilderij kwam. De aandacht gaat nu niet alleen uit naar de ideeën achter het schilderij, maar in het bijzonder naar de schilderspraktijk.

‘Getheoretiseer’

Hans den Hartog Jager legt uit dat hij voor interviews heeft gekozen omdat de kunstenaar daarbij aan het woord wordt gelaten en het geheel niet snel uitmondt in ‘getheoretiseer’. Wanneer dat wel dreigt te gebeuren, wordt Den Hartog Jager terecht gewezen, zoals in het interview met Co Westerik. Het leuke aan dit boek is dat den Hartog Jager deze discussie en soms ook de kwinkslagen gewoon laat staan.

Portretten

Den Hartog Jager stelt verschillende soorten vragen, zoals over het gebruik van welke verf, de manier waarop een idee op doek wordt gezet, wanneer een doek af is en wanneer de kunstenaar werkt. Hij werkt zijn lijstje vragen niet letterlijk af, maar heeft verschillende ideeën in zijn hoofd waarbij de interviews in de praktijk gesprekken zijn waarin de kunstenaars vertellen over hun werk.

Gat tussen voorstelling en idee

In alle interviews komt, zoals den Hartog Jager aankondigt, het ambacht van het schilderen aan bod. Hoeveel aandacht hieraan wordt geschonken verschilt per kunstenaar. Soms is er meer aandacht voor het schilderen op zich, een andere keer is er meer te lezen over het op doek zetten van een voorstelling. Tenslotte is er ook veel aandacht voor de ideeën achter het werk. Soms slaagt den Hartog Jager er minder in het gat tussen idee en voorstelling te dichten.

Staccato antwoorden

Achter bepaalde manieren van werken zit soms ook minder dan gedacht. Kunstenaars weten het af en toe zelf ook niet zo goed, of ze willen het niet vertellen. Hierin is wel een tegenstelling te zien tussen de oudere schilders, die vlak na de Tweede Wereldoorlog werkten en de jongere generaties, die zich soms beter weten uit te drukken en meer aan theorievorming rond hun werk doen. Armando is vaak erg staccato in zijn antwoorden, terwijl Robert Zandvliet echt dingen uitlegt over zijn werk en bepaalde ideeën uitspreekt over de manier waarop het werk tot stand komt.

Kijken naar schilderijen

De aandacht die zoals Den Hartog Jager aangeeft, uitgaat naar de praktische aspecten van het schilderen wordt soms overschaduwd door het concept van het schilderij. Het effect van verf voor de maker lijkt niet helemaal te kloppen met het idee van Den Hartog Jager. Soms komt dat ook doordat de kunstenaar erg afstandelijk over zijn werk praat. Dit is echter een kanttekening. Het boek is namelijk erg interessant om te lezen, het bevat niet alleen de historische ontwikkeling van de schilderkunst in de tweede helft van de 20ste eeuw in Nederland, maar ook veertien indringende portretten. Na het lezen van dit boek kan de lezer weer gaan kijken naar schilderijen. En dat zal niet meer helemaal hetzelfde zijn.

In het boek is van elke kunstenaar een aantal schilderijen in kleur afgedrukt. Dit is niet erg veel en het effect van het plaatje is minimaal. Er is echter naar aanleiding van Verf een tentoonstelling georganiseerd van werk van de geïnterviewde kunstenaars. In de Stadsgalerie in Heerlen zijn nog tot 28 november de werken op ware grootte te aanschouwen.