Boeken / Strip

De vanzelfsprekendheden van onze consumptiemaatschappij

recensie: Guido van Driel - Om mekaar in Dokkum

Al enige tijd bekleedt kunstenaar Guido van Driel een vooraanstaande positie binnen de Nederlandse stripwereld. Zijn schilderachtige stijl staat garant voor sfeerrijke scènes en de goed doordachte verhaallijnen geven het geheel vaak een filmisch karakter. Na de succesroman Toen we van de Duitsers verloren, ligt het nieuwe album Om mekaar in Dokkum in de stripschappen. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: dit album haalt het niveau van zijn voorganger bij lange na niet. Wel is het de auteur wederom gelukt ons een stel interessante personages voor te schotelen die, ieder op eigen wijze, proberen af te rekenen met het verleden om zo te bouwen aan een nieuwe toekomst.

~

Zo maken we kennis met crimineel Ronnie, die na een mislukte aanslag op zijn leven de wereld om zich heen vanuit een geheel andere invalshoek bekijkt. Hij reist naar Dokkum, zijn geboortestad en tevens de stad waar hij de dader vermoedt die hem bijna vermoordde. En dan is daar Eduardo Jondo, asielzoeker uit Angola, die zijn best doet de mallemolen van procedures met succes te doorlopen. Ondanks de tergende onzekerheid omtrent zijn verblijf, beleeft hij iedere dag in vrijheid weer als een geschenk. We zijn er getuige van hoe de dader van de mislukte aanslag Ronnie al snel weer in het vizier krijgt en zint op een herkansing. Aan het eind brengt het lot de drie mannen op wonderlijke wijze samen.

Stinkende wonden

~

Net als in het voorgaande album valt er ook nu genoeg moois te ontdekken. Zo zijn de observaties die Jondo met ons deelt van een haast poëtische schoonheid: de vanzelfsprekendheden van onze consumptiemaatschappij vanuit de verwonderde perceptie van een vluchteling. In een aantal dialogen tussen Ronnie en zijn lijfwacht Janus B., laat de auteur zien veel in huis te hebben. Ook de discussies die deze Janus B. met een ober voert mogen een hoogtepunt worden genoemd. Als de vleesgeworden vox populi strooit eerstgenoemde snufjes zout in de stinkende wonden van onze samenleving. Kortom, het zijn de kleine dingen die dit boek zijn charme verlenen.

De macht van het woord

Het grote manco is echter het gebrek aan oprechte ontroering. In slechts enkele passages weten de karakters de lezer ook echt te raken. Dit komt met name door de angst van de auteur om stiltes te laten vallen. Anders dan in het voorgaande album heeft Guido van Driel voor dit verhaal veel woorden nodig. Zo scheurt de slotstrofe van het boek de haast contemplatieve verstilling genadeloos aan stukken. En met name Ronnie laat niet af zijn gevoelens onder woorden te brengen, een stortvloed van woorden. Wellicht heeft de auteur zich laten meeslepen met zijn prozaïsche spinsels of heeft hij niet genoeg vertrouwen in zijn lezers. Hoe dan ook, mede hierdoor krijgt diezelfde lezer nooit echt de kans dicht bij de personages te komen en zich met hen te identificeren. De kracht van de pure emotie legt het af tegen de macht van het woord.

Desondanks is Om mekaar in Dokkum een onderhoudend album geworden, vol fraaie en sfeerrijke beelden en een goed opgebouwd verhaal. Het geheel zou nog intenser zijn geweest als Guido van Driel zijn karakters en zijn lezers meer ruimte had gegeven en zichzelf als auteur wat vaker op de achtergrond had gehouden.