Film / Films

Tigers on Tour

recensie: Walking on the Wild Side

De openingscène van dit Chinese drama zet de kijker op het verkeerde been: in zwart-witte documentairestijl gefilmde, asgrauwe beelden van vrachtwagens in een troosteloze mijnstreek in Shanxi doen een staaltje schrijnend socio-realisme vermoeden. Al gauw verandert de film van toon. De ruwe, realistische sfeer blijft gelijk (de hele film is met digitale camera opgenomen en opgeblazen naar 35mm), maar de rest van Walking on the Wild Side is in kleur geschoten en concentreert zich meer op het tragische relaas van de drie hoofdpersonen dan op de gruwelijke toestanden in de mijnwerkersdorpjes die we uit krantenberichten kennen.

~

Jie Han maakte zijn debuutfilm voor een schijntje (3 miljoen Yuan of 300.000 Euro) en wist uitstekende acteerprestaties naar boven te halen uit een cast van vrijwel uitsluitend niet-professionele debutanten. Ze spelen met bravoure personages die volgens de regisseur dicht bij hun eigen wereld staan. Xiping en zijn boezemvrienden Liu Liu en Erbao zijn luie hangjongeren, maar evengoed hulpeloos ronddolende kinderen bij wie de idealen van hun ouders ontbreken. Han heeft dan ook sympathie voor het trio: hij toont de wandaden van die jongens (die escaleren als ze op de vlucht slaan na een uit de hand gelopen aframmeling van een scholier) zonder een moment te veroordelen. Het volledige gebrek aan een didactische blik maakt Walking on the Wild Side meeslepend en des te aangrijpender. Het realisme van de film wordt alleen verzwakt in de paar cruciale scènes die in close-up en slow-motion getoond worden. Dit zijn de enige momenten waar de film even aan zeggingskracht inboet: het geheel blijft een ijzersterk portret van jongeren die worstelen met een generatiekloof en getekend zijn door een uitzichtloos bestaan in een geïsoleerd en arm mijnwerkersdorp. De troosteloze locaties zijn bovendien schitterend gefilmd: de DV-camera leent zich bij uitstek voor zo’n rauwe omgeving.

Contact met de vorige generatie ontbreekt, net als vrouwelijke liefde. De ouders en ouderen begrijpen niets van de rusteloze en ambitieloze jongens; de vrouwen zijn er voor de seks, desnoods onder dwang. Han maakt deze gebreken voelbaar in een reeks vaak schrijnende scènes, die geheel geloofwaardig in een rustig tempo en nooit geforceerd naar een ontknoping leiden. Die ontknoping blijkt minder noodlottig dan je zou verwachten, maar de psychische malaise wordt alleen maar versterkt in het poëtische einde waarin de enige overgeblevene van het drietal weer terug bij af is. Het geluid van zijn voetstappen, die na de laatste scène door de eindcredits nog doorklinken, blijven nog lang in je hoofd doorspoken.

Lees hier ons interview met de regisseur.