Film / Films

Jaa! Piraten!

recensie: Pirates of the Caribbean: the Curse of the Black Pearl

Piratenfilms zijn al tijden niet meer wat ze vroeger waren. Een paar jaar geleden mislukte het project Cutthroath Island behoorlijk. De hoogtijdagen van piratenfilm waren in de jaren ’30, ’40 en ’50 met Errol Flynn als absolute koning der boekaniers. Maar daar komt verandering in, als het aan Jerry Bruckheimer ligt. De man staat bekend om zijn kosten-noch-moeite aanpak, en dat levert vaak spectaculaire maar weinig verrassende films op. Maar op subtiliteit zit dit meer dood dan levende genre niet te wachten.

~

Jack Sparrow (Johnny Depp) is een beruchte piraat. Zijn eerste stuurman Barbossa (Rush) heeft hem verraden, en is er met het schip ’the Black Pearl’ vandoor gegaan. De excentrieke Sparrow probeert een nieuwe boot te stelen, maar voor hij weg kan varen ziet hij een dame in nood. Hij redt de dame, maar verspeeld hiermee zijn kansen om ongezien weg te komen. De door hem geredde dame is niemand minder dan Elizabeth Swann (Keira Knightley), de dochter van de plaatselijke gouverneur. Sparrow wordt gevangengenomen en de strop lijkt onafwendbaar. Eén avond voor de terrechtstelling vaart Barbossa echter de haven binnen met de Pearl, en tijdens de daarop volgende gevechten wordt Elizabeth ontvoerd door de piraten.

Kapers op de kust

Elizabeth heeft twee aanbidders. De eerste is de stugge Commodore Norrington. Hij wil achter de piraten aan, maar wel volgens het boekje. Hij verliest hierdoor teveel kostbare tijd in de ogen van aanbidder nummer twee: Will Turner (Orlando Bloom). Will is echter slechts een eenvoudige smid en niemand wil naar hem luisteren. In pure wanhoop vraagt Will de hulp van Jack Sparrow. Jack stemt toe Will te helpen in ruil voor hulp bij zijn ontsnapping. De twee weten een boot te stelen en zetten de achtervolging in. Maar ’the Black Pearl’ herbergt een duister geheim, Will en Jack zullen voor hete vuren komen te staan…

Soms heb je zo’n film waarin alle puzzelstukjes direct op zijn plaats vallen. Het verhaal is simpel maar onderhoudend, de acteurs zitten goed in hun rol, alle genre-elementen zijn aanwezig, en één acteur weet de show te stelen. Je kunt zeggen van Jerry Bruckheimer wat je wilt, maar af en toe weet hij zo’n film te produceren. Top Gun, The Rock, Beverly Hills Cop en Bad Boys, allemaal een welbekend schot in de roos. Ook met Pirates of the Caribbean steelt Bruckheimer weer de show, en produceert hij wat mij betreft de zomerhit van het jaar. Subtiel of niet, deze film is echt ouderwets genieten geblazen.

Lekker dik

~

Qua genre-elementen kan het niet op in deze film. Er is een geheimzinnige en vervloekte schat, een spookschip, lelijke piraten, zwaardgevechten, papagaaien, aapjes, de welbekende plank waarvan mensen voor de haaien worden gegooid, muiterij, zeegevechten, alcohol en veel bijbehorend liederlijk gedrag. Als er dan ook nog een piraat het welbekende Aaaarrrr Aaaarrr-geluid maakt kan voor mij de lol niet op. De makers van de film weten precies wat mensen verwachten van een piratenfilm, en leggen het er lekker dik bovenop. Zoals we van Jerry Bruckheimer mogen verwachten ziet alles er verder weer spectaculair uit. De boten van Britse marine zijn erg mooi, maar de duistere, smerige en vervallen Black Pearl is absoluut de gaafste schuit van allemaal.

Orlando Bloom doet zijn best om een Errol Flynn-achtige held neer te zetten. Zijn karakter Will Turner is op het oog een eenvoudige, goede jongen, uit het juiste hout gesneden. In hem schuilt echter een hang naar avontuur en romantiek. Als hij er achter komt dat zijn vader een piraat was, kan hij daar niet zo goed mee omgaan. De film doet een poging om de overgang van eenvoudige smid naar avonturier enigszins diepgaand te vertellen, maar dit plotje gaat ten onder aan het visuele spektakel. Heel erg is dat overigens niet.
Knightley speelt de politiek correcte versie van de klassieke vrouw in nood. Ze is fel, staat ogenschijnlijk haar mannetje en kan voor zichzelf opkomen. Helaas, uiteindelijk is ook deze vrouwenrol bedoeld om de heldhaftige mannen op avontuur te sturen: to the rescue.

Depp

De show word echter gestolen door de altijd weer geniale Johnny Depp. Hij zet Jack Sparrow neer zoals alleen hij het kan: heerlijk excentriek en ogenschijnlijk altijd dronken. Met Sparrow weet je nooit wat je aan hem hebt. Hij is de absolute belichaming van de welbekende uitspraak: ‘elk nadeel heb zijn voordeel.’ Sparrow weet bijna aan alles een draai in zijn eigen voordeel te geven. Hij is niet noodzakelijk een slecht mens, maar te egoïstisch om echt voor goed door te gaan. Depp ziet er heerlijk ranzig uit, en doet zijn status als sekssymbool op meesterlijke wijze geweld aan. Rottende tanden, modderige handen, vettig haar, mascara rond zijn ogen… Depp is absoluut de hoofdattractie van deze film.

Ik dacht dat we met Charlie’s Angels 2 wel de ultieme vermaakfilm van 2003 hadden gehad, maar ik had het dus mis. Het komt niet vaak voor dat een film mij zoveel puur entertainment weet te bieden als deze heerlijke pretentieloze avonturenfilm. Wil je vermaakt worden en met een absoluut WOW-gevoel de bioscoop verlaten? Ga dan absoluut naar deze film.