Film / Films

Same shit, different era

recensie: Doomsday

.

In Doomsday breekt (dit jaar!) het zogenaamde Reaper Virus uit in Schotland. Er is geen kuur en dus nemen de autoriteiten een extreme maatregel om verdere verspreiding te voorkomen: ze bouwen een enorme muur op de Schots-Engels grens en sluiten daarmee het hele land af van de buitenwereld. Vijfentwintig jaar later duikt het virus plotseling weer in Londen op. Gedacht werd dat de bevolking in Schotland allang uitgestorven was, maar niets blijkt minder waar, waardoor een middel tegen het virus wellicht voorhanden is. Een team onder leiding van Eden Sinclair krijgt 48 uur om dit te vinden, maar eenmaal ter plekke blijken er tribale bendes met modieuze hanenkammen de dienst uit te maken.

~

Een met muren afgesloten gebied waaruit binnen een bepaalde tijd iets gehaald moet worden? Tribale bendes met hanenkammen? Waar hebben we dat eerder gezien? In de films Escape from New York van John Carpenter en Mad Max van George Miller natuurlijk, beiden uit 1981. Regisseur Neil Marshall (The Descent) maakt er geen geheim van dat deze films de grote inspiratiebron vormden voor Doomsday.

Hommage of jatwerk?

Vooraf vraag je je af waar de grens ligt tussen hommage en schaamteloos jatten, maar zodra de film begint doet dat er eigenlijk niet meer toe. De film haalt weliswaar niet het niveau van zijn illustere voorbeelden, maar snel wordt duidelijk dat hier een liefhebber aan het werk is. Eentje die niet moeilijk doet over zijn inspiratiebronnen; twee personages krijgen zelfs de namen Carpenter en Miller mee. We zouden deze hele recensie zelfs vol kunnen krijgen met alle verwijzingen naar die twee films, maar de liefhebber zal ook knipogen naar genreklassiekers als Aliens en The Warriors herkennen. Zelfs (Britse) films uit andere decennia komen aan bod, zoals Excalibur en 28 Weeks Later. De film is daardoor voor quizliefhebbers te beschouwen als één groot “raadt het filmisch citaat”. Maar daarnaast is Doomsday een film die uitblinkt in enerverende actie; eentje die tongue-in-cheek is zonder te flauw te worden.

Zwak

~


Zeker: de film kent zijn zwakheden – en dan laten we het gebrek aan originaliteit even buiten beschouwing. Eden Sinclair mag, ondanks haar coole op afstand bestuurbare oog(!), niet in de schaduw staan van Snake Plissken (de held-met-ooglapje uit Escape from New York). Ook is ze niet de ‘Cameroniaanse’ stoere heldin die Marshall waarschijnlijk voor ogen had. Hoofdrolspeelster Rhona Mitra (ooit professioneel Laura Croft-lookalike) bezit hiervoor te weinig charisma. Qua screen presence moet ze het zelfs afleggen tegen de volslagen onbekende Zuid-Afrikaanse stuntvrouw Lee-Anne Liebenberg, die als het liefje van de bendeleider slechts een paar minuten in beeld is. Ook het gedeelte waarin een groep overlevenden doet alsof ze in de middeleeuwen wonen haalt de vaart uit het verhaal. Het is hier dat leider Kane (Malcolm McDowell) aan Eden uitlegt hoe het toch aan de andere kant van de grens is. “Same shit, different era“, is haar antwoord. Wat als een goede tagline voor de film klinkt. Maar wat een vermakelijke shit!