Muziek / Achtergrond
special: The Music In My Head Festival

Puik muziekonderonsje

De zesde editie van The Music In My Head (TMIMH), op 8 en 9 juni in het Haagse Paard van Troje, was een geslaagde exercitie. Daar waar de afgelopen jaren enkele verrassingen kwamen bovendrijven (met vorig jaar nog Maxïmo Park en Editors – inmiddels uitgegroeid tot grote bands), leek de organisatie dit jaar te kiezen voor zekerheid. Acts als Starsailor, Badly Drawn Boy en Sparklehorse zijn gelouterde namen in het alternatieve circuit, maar leken op voorhand redelijk passé. Toch was de bezetting van het festival interessant genoeg om de Hofstad ook dit jaar weer met een bezoek te vereren.

Helaas startte het festival met een forse tegenslag, omdat het extra toegevoegde donderdagavondconcert van The Coral op het laatste moment werd afgelast. Geen paniek, want de TMIMH kreeg op de officiële openingsavond op vrijdag alsnog een flitsstart met de Zweedse band Mando Diao. Zeven heren, strak in het zwart gekleed, met overwegend dezelfde haardracht (lange lok voor het gezicht), die rockten met een energie en gedrevenheid die het glazuur spontaan van de tanden deed springen. Het laatste album van deze mannen uit Börlange, Ode to Ochrasy, is een prachtige plaat vol straffe songs en een enkele gevoelige ballade. Live kwamen de hoogtepunten van dit album (Good Morning Herr Horst, Amsterdam, Ochrasy) in rap tempo voorbij. Mando Diao bewees in een klein uurtje een topact te zijn, die vanwege het hoge feestgehalte overigens ook prima als afsluiter van de avond had kunnen fungeren.

Do-The-Undo (foto: Hugo van der Flier)
Do-The-Undo (foto: Hugo van der Flier)

Halverwege het concert van Mando Diao mocht het Nederlandse Do-The-Undo in de Kleine Zaal van het Paard de aftrap verzorgen. Het optreden van voormalige Daryll-Ann-frontman Anne Soldaat was verbazingwekkend goed. Want hoewel het dit jaar uitgekomen debuutalbum in de pers redelijk werd ontvangen, kreeg de groep over de kwaliteit van de live optredens nog wel het een en ander aan kritiek te verduren. De ‘lieve’ rockmuziek ging er vanavond bij het publiek echter in als zoete koek. Opvallend sterk waren het bezielde drumwerk van Henk Jonkers (van o.a. Fatal Flowers) en de swingende gitaarsoli van Mr. Soldaat himself. De hier en daar valse stem van Soldaat nam men op de koop toe.

Contrastmoment

Het grootste contrastmoment van het festival vond plaats tijdens de optredens van Sparklehorse in de Grote Zaal en Just Jack in de Kleine Zaal. Want terwijl de laatste in de Kleine Zaal een groovend en dampend concert weggaf, liep het publiek bij het grote podium uit pure verveling weg bij Mark Linkous, alias Sparklehorse. Helaas bleek Sparklehorse achteraf niet goed geprogrammeerd op het grote podium en had de organisatie stuivertje moeten wisselen met zijn muzikale tegenpool Just Jack. Want de wonderlijke popliedjes van Linkous kwamen totaal niet tot hun recht op een groot podium. De broodnodige intieme sfeer ontbrak en het publiek had er totaal geen zin in. Het optreden zelf kende ook weinig ‘sparkles’ met muziek voornamelijk afkomstig uit een viertal computers. En dat terwijl in de andere zaal het Britse opdondertje Jack Allsopp, alias Just Jack, de stampvolle zaal verblijdde met een swingfeestje. Hij bewaarde zijn recente hitsingle Starz In Their Eyes heel slim voor de ‘grande finale’, zodat hij de aandacht van het publiek kon vasthouden. Maar Jack zag al snel dat het goed zat. Deze rasentertainer (“handjes in de lucht”), die eigenlijk helemaal niet kan zingen, overtuigde gedurende de hele show met een pretentieloze mix van soul, hiphop en funk.

Het Zweedse duo Johnossi probeerde na Just Jack het publiek te vermaken met ruige liedjes. Gitarist en zanger John is op zich een redelijk goede gitarist en drummer Ossie een door de duivel bezeten houthakker op zijn drumkit, maar de liedjes overtuigden niet.

Waardige afsluiter


Badly Drawn Boy, het alter ego van Damon Gough, bleek een waardige afsluiter van de vrijdagavond. Er wordt nogal eens gezegd dat de kwaliteit van het concert erg afhankelijk is van de bui van Gough. Gelukkig was hij ‘goedgemutst’ vanavond. Voorafgaand aan zijn eigen optreden liep hij al tussen het publiek door om andere optredens te aanschouwen. De Brit nam de tijd om te converseren met zijn publiek en speelde tijdens de nummers met het publiek en de fotografen op de voorste rijen. De meeste nummers van zijn optreden kwamen van zijn laatste cd Born in the UK en behoren tot zijn betere werk. Mede dankzij een uitstekende begeleidingsband kon Badly Drawn Boy muzikaal schitteren en kreeg de openingsavond van TMIMH een waardige afsluiter.

Oi Va Voi (foto: Anneke Ruys)
Oi Va Voi (foto: Anneke Ruys)

Gezien het programma beloofde zaterdag een dag te worden met frisse en sprankelende acts. Op het grote podium mocht Oi Va Voi het startschot geven met hun unieke popgeluid, ook wel gebombardeerd tot Balkan beats. De zevenkoppige band, van wie net het derde album in de schappen ligt, beheerst een breed scala aan stijlen. Oi Va Voi maakte er een waar festijn van en de bandleden gaven zelf het goede voorbeeld door flink te dansen. Een voorbeeld dat het publiek graag overnam. Het meest in het oog springende bandlid was violist Phoebe, die zulke lenige bewegingen maakte dat ze er last aan haar rug aan over móet hebben gehouden. Oi Va Voi manifesteerde zich op het podium als een onweerstaanbare act.

Gebrek aan originaliteit

De derde Zweedse formatie op het festival, The Sounds, kwam een stuk minder goed voor de dag. Hun new wave sound is niet origineel genoeg om te kunnen overtuigen. Deze band raakt ondergesneeuwd door een veelheid aan soortgelijke acts, maar dan met veel meer potentie. Zangeres Maja Ivarsson probeerde met veel geschreeuw haar middelmatige vocale talent te compenseren, maar The Sounds vormden met hun optreden niets anders dan een onneembare vestingwal van geluid.

The Sounds (foto: Anneke Ruys)
The Sounds (foto: Anneke Ruys)

The Rifles is een betere band. De Londenaren werden vorig jaar rond hun debuutalbum No Love Lost flink gehyped in de media. Niet geheel terecht, want ook deze band wint bij de prijsuitreiking voor ‘originele muziek’ geen hoofdprijs. Tijdens het concert schoten telkens associaties met ander bands door het hoofd; bands zoals Interpol, Kaiser Chiefs, The Jam en The Strokes. Podiumbeesten zijn het wél, die jongens van The Rifles, en ze kregen het publiek dan ook gemakkelijk achter zich.

Verrassingen

Kenden vorige edities van TMIMH een overvloed aan singer-songwriters, dit jaar waren slechts enkele vertegenwoordigers van dit populaire genre present. Eén daarvan, Duke Special, was de verrassing van de avond. Op basis van zijn uiterlijk zou je de Ier eerder voor hardrocker aanzien dan voor een ingetogen singer-songwriter. Duke Special, in het dagelijkse leven ‘gewoon’ Peter Wilson, maakt vooral mooie pianoliedjes in de sfeer van Rufus Wainwright, Elliott Smith en Tom Waits. Wilson heeft een haarzuivere stem en betreedt het podium tenminste nog met een echte piano. Het concert bleek een muzikaal kunststuk en was een verademing in het gitaargeweld van het festival.

Een andere verrassing troffen we op het derde podium van het festival, het Paard Café. Deze locatie, waar hooguit honderd man in passen, was tijdens TMIMH het podium voor de onbekendere acts. En juist hier zorgde het uit Rotterdam afkomstige Blinky Palermo voor één van de leukste optredens van de tweede festivalavond. Het sympathieke bandje rond zanger Tim Kamps en drummer Julius Geleijnse is het bewijs dat goede muziek ook gewoon uit Nederland kan komen. Het publiek kon ook geen genoeg krijgen van de in 2006 opgerichte band en zo kwam er nog een spontane toegift.

Voltreffer

Als afsluiter van de zaterdag stond Starsailor op het programma. Een goede keus, zo bleek al rap. Het gedegen Starsailor uit Manchester is namelijk inmiddels uitgegroeid tot een rockband van formaat. Waar ze voorheen braaf hun liedjes ten gehore brachten gaan nu de haren los, vooral bij zanger Walsh. Deze sympathieke voorman kwam aan het begin van zijn live-carrière nog over als een verlegen schooljochie. Anno 2007 staan de zaken er anders voor en windt hij zonder moeite het publiek om zijn vingers. De groep speelde vooral materiaal van hun eerste album, Love Is Here. En maakte daarmee duidelijk waar ze haar status voornamelijk aan ontleend heeft; de debuutplaat is niet alleen het meest succesvolle, maar tevens het beste album. Starsailor is zo’n band waarvan je veel meer nummers blijkt te kennen dan je op voorhand denkt. Het publiek had dan ook meerdere aha-erlebnissen. Het nieuwe werk dat de band speelde klonk overigens zo veelbelovend dat wij alvast reihalzend uitkijken naar het vierde Starsailor-album.

Just Jack (foto: Hugo van der Flier)
Just Jack (foto: Hugo van der Flier)

De TMIMH editie van 2007 was een puik muziekonderonsje, maar zal niet de annalen van de popgeschiedenis ingaan als ‘onmisbaar evenement’. Belangrijkste oorzaken hiervoor waren meerdere wisselvallige optredens, het matige enthousiasme bij het publiek voor enkele gerenommeerde acts en vooral de bizarre planning. Waarom feestacts als Mando Diao en Oi Va Voi aan het begin van de avond plannen en ’trage’ acts als Badly Drawn Boy of Johnossi als afsluiter? Of waarom Sparklehorse in een ongeschikte setting laten verzuipen en de populaire Just Jack juist beperken in bewegingsruimte? Het zal ons benieuwen of de 2008 editie meer ruimte biedt voor een écht muziekfestijn.