Idealistische, dobberende meeuw
Met de biografie Als een meeuw op de golven heeft cultuurhistorica Madelon de Keizer een beeld willen geven van de betekenis van Albert Verwey in het literaire en culturele debat in Nederland tussen 1880 en 1930. Verwey was zijn tijd vooruit: internationalisme en vernieuwing van de literatuur waren speerpunten.
In een van meest intrigerende hoofdstukken uit de kloeke biografie Als een meeuw op de golven behandelt Madelon de Keizer de vriendschap tussen Verwey en de dichter Willem Kloos.
Kloos was ouder, lid van de destijds vernieuwende groep Tachtigers en nam de begaafde Albert Verwey onder zijn hoede. Deze keek enorm tegen hem op. Verwey kwam uit de lagere middenstand van de Amsterdamse Jordaan en had met hulp van een stimulerende docent Nederlands de weg naar de literatuur gevonden.
Willem Kloos komt naar voren als een narcistische, dwingerige persoonlijkheid. Wie niet voor hem was, was tegen hem. Verwey zoog de erudiete uiteenzettingen van de meester op en vormde zijn smaak aan de opinies van Kloos. Hij hielp hem ondertussen met allerlei praktische zaken zoals de redactie van De Nieuwe Gids, het tijdschrift van de Tachtigers. Hij vulde het krappe budget van Kloos aan – Verwey nam zelf allerlei bijbanen – en bracht Willem thuis als hij weer eens stomdronken was. Op het laatst werd Kloos zo veeleisend en leunde hij zo zwaar op zijn jonge vriend dat deze het benauwd kreeg en besefte zo niet verder te kunnen.
Dat Kloos waarschijnlijk homoseksueel was en verliefd op de jonge, dwepende Albert zal de aanleiding voor de breuk geweest zijn (Verwey verloofde zich in 1888 met Kitty van Vloten) maar zeker niet de oorzaak.
Zijn huwelijk met Kitty was gebaseerd op een voor die tijd bijzondere gelijkwaardigheid en ze woonden met hun zeven kinderen idyllisch op een duintop in Noordwijk.
Poging tot maatschappijvernieuwing
Verwey was een sociale stijger en had een feilloos gevoel voor de juiste wegen naar de juiste mensen. Hij ambieerde een carrière als dichter en daarnaast vernieuwing van de Nederlandse cultuur, die de 19e eeuw van zich af moest schudden.
Maar zijn confessionele jeugd en zijn op harmonie gerichte levenshouding hebben een werkelijk moderne doorbraak in de weg gestaan.
Opgegroeid in een vroom, kleinburgerlijk milieu was hij beïnvloed door het Réveil, een stroming die het innerlijk doorvoelde geloof en een daadwerkelijke bijdrage aan de gemeenschap voorstond. Hoewel hij zijn geloof verloor meende Verwey dat de Dichter, in het zoeken naar het Goede, het Schone en het Ware, niet in zijn eigen artistieke cocon moest blijven hangen. Het l’art pour l’art van de Tachtigers – de allerindividueelste expressie – werd hem langzamerhand te smal. Hij wilde een bijdrage leveren aan de samenleving en richtte daartoe allerlei tijdschriften op waarvan uiteindelijk De Beweging het meeste invloed zou hebben.
Soms verbond hij zich met een soort idealistisch nationalisme, soms met het socialistisch gedachtegoed, dan weer met een wat zweverig globaal denken. Hij had een scherp oog voor het afglijden naar extreem rechts en waarschuwde voor het opkomend nazisme.
Verwey zocht zowel naar internationale contacten als naar een definitie van Nederlanderschap, de ‘volksaard’. In de vriendschap met de Duitse dichter Stefan George en diens culturele kring maakte hij kennis met een stukje Duitse cultuurvernieuwing. Toen zijn Duitse collega’s tijdens de Eerste Wereldoorlog fel nationalistisch bleken kwam het tot een breuk. Met de Franse avant-garde had Verwey veel minder contact. Zijn kring had weinig affiniteit met het Franse realisme en naturalisme dat messcherp maatschappelijke wantoestanden toonde.
Lastige chronologie
Madelon de Keizer heeft een originele vorm gekozen voor deze biografie. Echtgenote Kitty en alle vrienden krijgen ieder hun eigen hoofdstuk. Dat maakt het lezen lastig omdat iedere keer de tijd terug wordt gezet naar het moment van ontmoeting. Zo overlappen de hoofdstukken elkaar en weet de lezer niet altijd waar in de geschiedenis hij zich bevindt.
De Keizer stipt summier aan wat zich ondertussen in Nederland en Europa afspeelde. Dat veroorzaakt een blikvernauwing: de focus ligt op de zeer gedetailleerde beschrijving van een groep schrijvers en denkers. Hun samenwerking en conflicten blijven binnen de beperkte ruimte van de Nederlandse intellectuele elite van die tijd. De titel, ontleend aan een citaat van Verwey zelf, is goed gekozen.
Er wordt veel gedobberd en weinig geklapwiekt of gevlogen.