Tag Archief van: Theater Utrecht

Theater / Voorstelling

Er is hoop, voor iedereen

recensie: Theater Utrecht – Thuislozen

In Thuislozen van Thibaud Delpeut (Theater Utrecht) en Adelheid Roosen (Adelheid&Zina) wordt er op verschillende manieren een verbintenis met de samenleving gemaakt, voornamelijk door ook lokale ervaringsdeskundigen aan het woord te laten. Hoewel hun plaats niet even prominent is, zorgt het samenspel tussen toneel en praktijk voor confronterende, maar tevens ontroerende en zelfs hoopvolle verhalen.

Na het geprezen Een soort Hades uit 2015 voert  regisseur Thibaud Delpeut met Thuislozen opnieuw een stuk van Lars Norén (wederom vertaald door Karst Woudstra) op. Een dergelijke opvolger is zeker niet willekeurig, integendeel. De kliniek van Een soort Hades is ingeruild voor de straat en de patiënten zijn vervangen door (voornamelijk verslaafde) dak- en thuislozen. In beide stukken is de ruimte enerzijds de plaats van alle onheil, maar tegelijkertijd – paradoxaal genoeg – de enige plek waar de personages op kunnen terugvallen. De personages zijn ontheemd, horen nergens thuis, maar proberen desondanks (of juist daarom) hun situatie te ontvluchten, al hebben ze geen idee waar ze naartoe moeten. Zelfs wanneer ze hun verslaving onder controle lijken te hebben, duurt het niet lang voor ze weer terugvallen op de straat: hun enige thuis, hetzij tegen wil en dank.

Veilige kloof tussen beschaving en hel 

Overigens speelt Thuislozen zich eveneens in een Hades af. Niet zozeer dé onderwereld, maar in de schaduwwereld van de maatschappij. Aanvankelijk bestaat het toneel grotendeels uit een koffietentje waar een deel van het publiek zit. Vanachter een raam kijken zij met gepaste afstand naar de daklozen en verslaafden, die hun geschiedenissen niet plotgedreven, maar juist ietwat warrig, en daarom des te geloofwaardiger, uit de doeken doen. Stukje bij beetje krijgen ze meer vorm en worden hun dromen, angsten en verleden concreter. Het merendeel van de thuislozen had een goed leven voor ze in deze hel terechtkwamen.

Neem bijvoorbeeld de beschadigde man (gespeeld door George Groot), wie een mooi huis en een fijne baan binnen de CDA-fractie had, maar alles verloor na de dood van zijn verslaafde dochter. Of de alcoholist (gespeeld door Titus Muizelaar), die al jaren zijn zoon niet heeft gezien. Op een gegeven moment lijkt hij zijn verslaving onder controle te hebben, maar uiteindelijk krijgt hij weer een terugval. Het is des te pijnlijker dat uitgerekend hij Kafka citeert: ‘Er is oneindig veel hoop, maar niet voor ons’.

Hoe meer de personages hun verleden uitspinnen, hoe meer de veilige, beschaafde grens tussen publiek en personage wordt opgeheven. De personages mengen zich in het publiek, lopen door het koffietentje, schuiven bij mensen aan tafel en dringen zich zodoende aan de ‘beschaving’ op. Stukje bij beetje verdwijnt dat gezellige tentje. Er blijft hooguit een tafeltje over. Voor de rest is het toneel veranderd in de harde schaduwwereld, bezaaid met vuile matrassen, vuilnis en lege bierblikjes. Zo komt de afstand tot de dakloze ‘ander’ op losse schroeven te staan en wordt het pijnlijk duidelijk dat het tragische lot van de personages iedereen kan overkomen.

 Samensmelting van toneel en harde realiteit

Dit wordt nog eens benadrukt door het feit dat Adelheid Roosen, net als in haar wijksafari’s, de realiteit probeert te verhevigen door toneel en de harde werkelijkheid samen te brengen. Dat komt allereerst tot uiting doordat Roosen zelf een van de thuislozen speelt, maar ook de suggestie dat de theatermaker (gespeeld door Naomi Velissariou) wel veel weg heeft van Adelheid Roosen. Ze reflecteert zelfs op Adelheid Roosens eerdere theaterwerk. Zo wordt al subtiel duidelijk gemaakt dat ook een intellectuele theatermaker als Adelheid Roosen in een thuisloze hel kan belanden.

De samensmelting tussen toneel en realiteit komt overigens veel meer tot uiting doordat er in elke stad ook ‘lokale helden’ spelen met wie het publiek in de pauzes in gesprek kan gaan. In Utrecht zijn dat (ex-dakloze) Fred van Stichting Rechtop en Rik van Nachtopvang Noiz, die er vroeger voor nachtopvang kwam maar daar nu als beheerder werkt. Hun ervaringen weerspiegelen de verhalen van de personages. Tegelijkertijd staan ze er ook mee in contrast. Dat de ervaringsdeskundigen hun leven weer op de rails hebben, ontkracht gelukkig Kafka’s citaat. Er is altijd hoop, ook voor hen.

Het is alleen jammer dat deze ontmoetingen soms gereduceerd worden tot intermezzo’s. Het gesprek met Fred wordt tamelijk lomp afgekapt, omdat de pauze voorbij is. Tijdens het gesprek met Rik komt er ook een andere dakloze jongeman aan het woord die Rik van de opvang kent. Zijn openhartige verhaal is even schrijnend, maar wordt onderbroken, alsof de spelers niet op deze spontaniteit waren voorbereid. Helaas, want die persoonlijke verhalen geven Noréns stuk juist meer lading. Als de lokale helden beter tot hun recht komen, komen fictie en realiteit nog indringender samen.

Theater / Voorstelling

Er is hoop, voor iedereen

recensie: Theater Utrecht – Thuislozen

In Thuislozen van Thibaud Delpeut (Theater Utrecht) en Adelheid Roosen (Adelheid&Zina) wordt er op verschillende manieren een verbintenis met de samenleving gemaakt, voornamelijk door ook lokale ervaringsdeskundigen aan het woord te laten. Hoewel hun plaats niet even prominent is, zorgt het samenspel tussen toneel en praktijk voor confronterende, maar tevens ontroerende en zelfs hoopvolle verhalen.

Na het geprezen Een soort Hades uit 2015 voert  regisseur Thibaud Delpeut met Thuislozen opnieuw een stuk van Lars Norén (wederom vertaald door Karst Woudstra) op. Een dergelijke opvolger is zeker niet willekeurig, integendeel. De kliniek van Een soort Hades is ingeruild voor de straat en de patiënten zijn vervangen door (voornamelijk verslaafde) dak- en thuislozen. In beide stukken is de ruimte enerzijds de plaats van alle onheil, maar tegelijkertijd – paradoxaal genoeg – de enige plek waar de personages op kunnen terugvallen. De personages zijn ontheemd, horen nergens thuis, maar proberen desondanks (of juist daarom) hun situatie te ontvluchten, al hebben ze geen idee waar ze naartoe moeten. Zelfs wanneer ze hun verslaving onder controle lijken te hebben, duurt het niet lang voor ze weer terugvallen op de straat: hun enige thuis, hetzij tegen wil en dank.

Veilige kloof tussen beschaving en hel 

Overigens speelt Thuislozen zich eveneens in een Hades af. Niet zozeer dé onderwereld, maar in de schaduwwereld van de maatschappij. Aanvankelijk bestaat het toneel grotendeels uit een koffietentje waar een deel van het publiek zit. Vanachter een raam kijken zij met gepaste afstand naar de daklozen en verslaafden, die hun geschiedenissen niet plotgedreven, maar juist ietwat warrig, en daarom des te geloofwaardiger, uit de doeken doen. Stukje bij beetje krijgen ze meer vorm en worden hun dromen, angsten en verleden concreter. Het merendeel van de thuislozen had een goed leven voor ze in deze hel terechtkwamen.

Neem bijvoorbeeld de beschadigde man (gespeeld door George Groot), wie een mooi huis en een fijne baan binnen de CDA-fractie had, maar alles verloor na de dood van zijn verslaafde dochter. Of de alcoholist (gespeeld door Titus Muizelaar), die al jaren zijn zoon niet heeft gezien. Op een gegeven moment lijkt hij zijn verslaving onder controle te hebben, maar uiteindelijk krijgt hij weer een terugval. Het is des te pijnlijker dat uitgerekend hij Kafka citeert: ‘Er is oneindig veel hoop, maar niet voor ons’.

Hoe meer de personages hun verleden uitspinnen, hoe meer de veilige, beschaafde grens tussen publiek en personage wordt opgeheven. De personages mengen zich in het publiek, lopen door het koffietentje, schuiven bij mensen aan tafel en dringen zich zodoende aan de ‘beschaving’ op. Stukje bij beetje verdwijnt dat gezellige tentje. Er blijft hooguit een tafeltje over. Voor de rest is het toneel veranderd in de harde schaduwwereld, bezaaid met vuile matrassen, vuilnis en lege bierblikjes. Zo komt de afstand tot de dakloze ‘ander’ op losse schroeven te staan en wordt het pijnlijk duidelijk dat het tragische lot van de personages iedereen kan overkomen.

 Samensmelting van toneel en harde realiteit

Dit wordt nog eens benadrukt door het feit dat Adelheid Roosen, net als in haar wijksafari’s, de realiteit probeert te verhevigen door toneel en de harde werkelijkheid samen te brengen. Dat komt allereerst tot uiting doordat Roosen zelf een van de thuislozen speelt, maar ook de suggestie dat de theatermaker (gespeeld door Naomi Velissariou) wel veel weg heeft van Adelheid Roosen. Ze reflecteert zelfs op Adelheid Roosens eerdere theaterwerk. Zo wordt al subtiel duidelijk gemaakt dat ook een intellectuele theatermaker als Adelheid Roosen in een thuisloze hel kan belanden.

De samensmelting tussen toneel en realiteit komt overigens veel meer tot uiting doordat er in elke stad ook ‘lokale helden’ spelen met wie het publiek in de pauzes in gesprek kan gaan. In Utrecht zijn dat (ex-dakloze) Fred van Stichting Rechtop en Rik van Nachtopvang Noiz, die er vroeger voor nachtopvang kwam maar daar nu als beheerder werkt. Hun ervaringen weerspiegelen de verhalen van de personages. Tegelijkertijd staan ze er ook mee in contrast. Dat de ervaringsdeskundigen hun leven weer op de rails hebben, ontkracht gelukkig Kafka’s citaat. Er is altijd hoop, ook voor hen.

Het is alleen jammer dat deze ontmoetingen soms gereduceerd worden tot intermezzo’s. Het gesprek met Fred wordt tamelijk lomp afgekapt, omdat de pauze voorbij is. Tijdens het gesprek met Rik komt er ook een andere dakloze jongeman aan het woord die Rik van de opvang kent. Zijn openhartige verhaal is even schrijnend, maar wordt onderbroken, alsof de spelers niet op deze spontaniteit waren voorbereid. Helaas, want die persoonlijke verhalen geven Noréns stuk juist meer lading. Als de lokale helden beter tot hun recht komen, komen fictie en realiteit nog indringender samen.

teloorgang-van-een-ongekroonde-idealist
Theater / Voorstelling

Van leer tegen verval

recensie: Theater Utrecht – De teloorgang van een ongekroonde idealist
teloorgang-van-een-ongekroonde-idealist

Met haar poëtische misantropie en audiovisueel expressionisme ademt Daan van Bendegems solovoorstelling De teloorgang van een ongekroonde idealist in alles de recente koers van Theater Utrecht. Deze explosieve nieuwe Hamletbewerking speelt met de behoefte om mensen die tot het ergste in staat zijn te begrijpen en te psychologiseren.

Hamlet in dwangtherapie – het concept heeft een hoog risico op flauwe inkoppertjes en open deuren. Ja, natuurlijk is Hamlet, net als bijna elk ander Shakespearepersonage, getraumatiseerd door een eeuwigdurende spiraal van geweld en ja, natuurlijk lenen Hamletthema’s als identiteitspolitiek en (het dan wel niet veinzen van) waanzin zich voor een sessie bij de psycholoog. Het is echter al meerdere malen gedaan en de vraag rijst of zo’n therapeutische twist een nieuw licht werpt op de tragedie. Gelukkig vervalt Van Bendegem met De teloorgang van een ongekroonde idealist niet in koddigheden, maar brengt hij middels een poëtische en intertekstuele monoloog (of dialoog?) de gedachten in kaart van een man die met lede ogen de wereld decadenter ziet worden.

De zieke wereld

teloorgang-van-een-ongekroonde-idealistIn een kille witte kamer met enkel een stoel trekt Hamlet van leer tegen zijn psycholoog, wier (ingebeelde?) stem we enkel uit zijn eigen mond horen. Hij probeert haar te manipuleren, bedreigt haar en smeekt haar uiteindelijk hem niet te verlaten. Het publiek is aan drie zijden van de kamer gepositioneerd en kan veilig in het donker achter eenzijdig reflecterend glas de manies van de patiënt gadeslaan, als ware hij gevangen in een observatorium. Dan weer schreeuwend (de galm in de Paardenkathedraal werkt subliem), dan weer jammerend uit hij gedachten die op zichzelf niet zo gek zijn, maar die als geheel te rigide zijn om weerwoord toe te laten. Terwijl hij oreert over de zedeloosheid van zijn ‘kennissen’, de maatschappelijke angst voor afwijkende ideeën en de pervertering van het huwelijk, wordt duidelijk dat de voorgeschiedenis van deze Hamlet op een aantal belangrijke punten afwijkt van het bekende verhaal.

Herkenbare esthetiek

De teloorgang van een ongekroonde idealist is de eerste in een reeks voorstellingen van jonge makers bij Theater Utrecht. In vormgeving en gebruik van audiovisuele middelen is de invloed van Thibaud Delpeut, artistiek leider van het stadsgezelschap, onmiskenbaar. De steriele glazen architectuur, de inzet van muziek (dan weer onderhuidse soundscapes, dan weer het gebeuk van Einstürzende Neubauten) – en het gebruik van abrupte lichtwisselingen en felle contrasten zijn exemplarisch voor de esthetiek die Theater Utrecht sinds de wisseling van de wacht in 2013 hanteert. Ook past Van Bendegems Hamlet perfect in het universum van de, voorzichtig uitgedrukt, getroebleerde geesten die ronddwaalden in Delpeuts voorstellingen van de afgelopen jaren, van de naamloze wanhopigen in Crave tot de bonte club bewoners van een inrichting in Een Soort Hades.

teloorgang-van-een-ongekroonde-idealist3Tour de force

Het is echter niet rechtvaardig om De teloorgang van een ongekroonde idealist slechts als een kopie van een Delpeut-regie te beschouwen. Daarvoor is Van Bendegems prestatie immers te imposant. Zijn tekst is dusdanig rijk dat er voor iedereen wel momenten van identificatie met de patiënt te vinden zijn, totdat zijn gedachtegoed een moment later weer afstoot. Deze Hamlet is een vat vol tegenstrijdigheden, net zo narcistisch als kwetsbaar en afwisselend scherpzinnig en vaag. Hij is de ‘verwarde man’, een eufemisme dat de media hanteren voor zelfstandig opererende (blanke) terroristen als de Charleston-schutter Dylan Rooff. Met een bewonderenswaardige energie wijst Van Bendegem op de keerzijde van idealisme: de haat voor al wat niet aan dit ideaal voldoet.