Dagtocht langs de toekomst
Waar Oerol groot in is, is in klein blijven. Naast groot spektakeltheater en shows van nationaal en international gerespecteerde gezelschappen programmeert het altijd diverse voorstellingen van de jonge makers die de theaters en festivals van Nederland in de toekomst hopen te gaan bevolken. Nieuw dit jaar is de dagtocht langs twee handen vol theatermakers die een opzetje voor een voorstelling presenteren in het Atelier Oerol.
Hoewel dit uitgangspunt van Oerol van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling en groei van het jongemakerstheater op locatie, is het niet eenvoudig juist voor deze doelstelling geld te krijgen. Vreemd, want je zou toch zeggen dat geldschieters er wel brood in zien te investeren in de toekomst van het (locatie)theater, voor de verdieping en reflectie die het Atelier biedt in bijvoorbeeld gesprekken, workshops en praktische en theoretische begeleiding. En voor het wezenlijke gegeven dat de deelnemende makers op Oerol een prachtig platform hebben om hun voorstellingen te laten zien, met het hele eiland als speelvloer, met ervaren collega’s als leermeester en met een aangenaam, ontvankelijk publiek dat ze graag ruimte geeft voor experiment.
Deze eerste editie is gemaakt met een minimum aan middelen; het is nog maar de vraag of de opmaten — zoals het Atelier de eerste opzetjes uit de dagtocht noemt — kunnen worden uitgewerkt tot grote voorstellingen. Oerol heeft een plannetje bedacht om het gebrek aan fondsen voor dit mooie initiatief op te lossen. Het vraagt duizend sympathisanten jaarlijks 300 euro te doneren om ieder jaar een groep makers de kans te bieden zich te presenteren. Als dat lukt, krijgt initiatiefnemer, kartrekker en gezicht van Oerol Joop Mulder dit cadeau voor de dertigste editie van zijn verrukkelijke festival in 2011.300 euro per jaar. Voor het handhaven van zoiets moois. Voor het stimuleren van de toekomst. Niet alleen voor hen, maar ook voor duizenden bezoekers die zich graag laten verrassen door kleine pareltjes van een stel jonge honden met gloeiende ogen. 300 euro per jaar. Een schijntje, toch? Mooi, want duizend schijntjes stellen het jongemakerstheater veilig. Wie dat belangrijk vindt en budget heeft, kan mailen naar info@oerol.nl (ook voor meer informatie).
Probeerhoekje vol verrassingen
Opmaat – Atelier Oerol
Diverse plekken, Terschelling 15 juni 2010
De helft van de groep van vandaag mag op de fiets beginnen, de rest gaat met de bus een paar locaties langs. Wij beginnen op de fiets, stijf wind tegen, maar gelukkig is het Formerumer bos niet al te ver weg.
bordjes met teksten die ze op haar piano vastzet met modder van het wad. Iets verderop staat de, ook al vaste, gitarist in Malschaerts voorstellingen, Aart Strootman, die een indrukwekkende demonstratie van niet-gitaarspelen ten beste geeft – hij laat de wind het werk doen en dat geeft een razend mooi effect op deze dag met zeker vijf Beaufort. Zeer abstract, en dit gezelschap kennende wordt de complete versie niet veel concreter, maar wel dieper, beter en fascinerender.En dan de afsluiter. Een performance van Maurits van den Berg en Michiel Blankwaardt, geschreven door Rik van den Bos, over het fenomeen locatietheatervoorstelling en hoe het eiland en de eilanders hun tijdelijke bewoners soms in de weg zitten. Vol zelfspot en humor, met een performance die er mag zijn houden ze zichzelf en hun publiek in een aantal los-vast aan elkaar hangende sketches een spiegel voor; ze maken het goed met een borrel. Mooi, zo’n relativering aan het eind van een verrassende dag.
Opmaat biedt inderdaad een paar interessante opmaten voor grotere voorstellingen en een paar stukjes die al zo goed als af lijken te zijn en zeker geen uur moeten worden. Maar wat vooral zo fijn is: de jonge makers krijgen met zo’n dagtocht echt de kans vrijuit te experimenteren zonder eventueel horden teleurgestelde Oerol-bezoekers over zich heen te krijgen. De echte experimenten niet in het grote programma, maar in een eigen probeerhoekje, dat is fijn voor zowel de makers als de kijkers.