Theater / Achtergrond
special: Compost bedient zowel muziek-, film- als theaterpubliek

‘In het theater kun je heel precies maken wat je wilt maken’

Een musical maar dan zonder alle zoetsappige associaties. Een beeldende muziekvoorstelling. Tussen een verhaal en een absurdistische montagevoorstelling in. De muziektheatervoorstelling Chanson Noir van Stichting Compost laat zich niet zo makkelijk typeren. ‘Het is een knaller van een voorstelling die veel zintuigen bedient.’ 8WEEKLY sprak met Ben Lammerts van Bueren, de componist en initiator van het project.

Lammerts van Bueren maakt deel uit van het nieuwe Utrechtse collectief Compost, dat naast Lammerts van Bueren bestaat uit Hanneke Vos en Elizabet van der Kooij. Ze zijn alledrie componist en muzikant en schrijven muziek voor theater, film en dans. Ze leerden elkaar kennen via hun opleiding Muziektechnologie in Hilversum. Lammerts van Bueren vertelt: ‘Tijdens onze opleiding hebben we samen al een aantal projecten gedaan. Daarnaast zat ik samen met Hanneke in een rockbandje en kwam ik Elizabet vaak tegen bij concerten.’ Met z’n drieën besloten ze een collectief op te richten waarbinnen ze samen of individueel aan projecten kunnen werken.

Samenwerking

~

Hun eerste project, getiteld Chanson Noir, is een initiatief en voorstelling van Lammerts van Bueren. Vos en van der Kooij ondersteunden hem met betrekking tot publiciteit en productie en gaven tijdens de allereerste fase commentaar op zijn plan. ‘Ondanks dat het mijn project is, moet iedereen wel achter het plan kunnen staan. Maar tot nu toe is dat niet echt een probleem geweest. Uiteraard is er discussie, maar daar komen we altijd uit.’

Per project bepalen de leden van Compost met wie ze willen werken. Voor Chanson Noir is Lammerts van Bueren de samenwerking aangegaan met theaterregisseur en -vormgever Miek Uittenhout en de leden van het Kaas Kwartet. ‘Ik wilde heel graag met dit strijkkwartet werken, omdat ze zo’n bijzonder geluid hebben. De meeste kwartetten zijn klassiek opgeleid maar zij houden zich juist bezig met lichte muziek. Zij kunnen denken en klinken als een rockband.’ Met Uittenhout werkte Lammerts van Bueren al eerder samen aan de voorstelling Eddie Danst op de Parade 2008. ‘Ik vind haar een goede theatermaker en -vormgever. Haar stijl is absurdistisch en groots maar tegelijkertijd ook kwetsbaar en menselijk. Dit maakt haar theater zowel overdonderend als breekbaar.’

Film noir als inspiratiebron

Lammerts van Bueren gaat verder in op Chanson Noir: ‘In onze voorstelling zie je vijf muzikanten op het toneel die zich in een duistere bar in de onderwereld van de jaren ’40 bevinden. Deze personages leer je kennen en tussen hen vinden bepaalde ontwikkelingen plaats.’ Voor zowel decor en kostuum als voor de belichting, vormde de film noir uit de jaren ’40 een belangrijke inspiratiebron. Lammerts van Bueren: ‘We werken bijvoorbeeld met licht dat door luxaflex heen valt, zodat er scherpe schaduwen ontstaan. Maar de film noir en zijn muziek waren ook belangrijke inspiratiebronnen voor het componeren van de muziek en het schrijven van de liedteksten. Bepaalde quotes hebben we zelfs letterlijk uit films overgenomen.’

In de voorstelling wordt weinig gebruik gemaakt van gesproken tekst. Het verhaal wordt voornamelijk verteld door middel van de liedteksten, het beeld en de muziek. Lammerts van Bueren: ‘Het is een zeer beeldende en fysieke voorstelling geworden waarbij het muziekinstrument als communicatiemiddel wordt gebruikt. De personages spreken vaak niet maar door de combinatie van liedteksten, muziek en beeld weet je precies wat er wordt bedoeld.’ Dat de muzikanten ook als acteur overtuigend zijn, is volgens Lammerts van Bueren mede te danken aan het feit dat er gewerkt is vanuit improvisaties: ‘Hierdoor liggen de rollen die de muzikanten spelen dicht bij hen zelf. De muzikanten blijven altijd muzikant. Hun instrument is altijd aanwezig of speelt een rol. We zijn gestart met materiaal waar de muzikanten zelf mee kwamen. Dit waren gebeurtenissen uit hun eigen leven of associaties die ze ergens bij hadden. Op een gegeven moment heeft de regisseur beslissingen genomen over wat er wel en niet gebruikt zou gaan worden. Op die manier zijn een aantal dingen ontstaan die verbazingwekkend goed werken.’

Door de improvisaties en de montage daarvan is geleidelijk ook de inhoud van de voorstelling ontstaan. Lammerts van Bueren: ‘Het is een montagevoorstelling dus er wordt geen verhaal van A tot Z verteld. Maar er is wel degelijk sprake van personages die zich ontwikkelen en dingen meemaken. De voorstelling zit eigenlijk tussen een verhaal en een absurdistische montage in. Je zou het ook als een musical kunnen zien maar dan los van alle zoetsappige associaties die ik bij een Joop van de Ende musical heb. Wat er in een musical vaak gebeurt is dat er heel abrupt geschakeld wordt tussen een scène en een liedje. Dit gebeurt soms ook in onze voorstelling maar op andere momenten loopt dit juist vloeiend in elkaar over. Als publiek heb je dan pas later in de gaten dat er geschakeld is. Dit maakt het minder voorspelbaar dan de gemiddelde musical.’

Multidisciplinair

Volgens Lammerts van Bueren kunnen toekomstige projecten van Compost zeer uiteenlopend zijn maar zullen ze steeds een aantal basiskenmerken hebben. Lammerts van Bueren: ‘Nieuw gecomponeerde muziek zal iedere keer het startpunt zijn. Daarnaast zullen projecten altijd een multidisciplinair karakter hebben en zullen we bijvoorbeeld met choreografen, theatermakers of beeldend kunstenaars samenwerken. Waarschijnlijk zullen onze eerstvolgende projecten allemaal wel in het theater gespeeld worden maar dat hoeft niet per definitie het geval te zijn.’ Lammerts van Bueren werkt zelf in ieder geval graag in het theater: ‘Je kunt in het theater een hoge spanning creëren. Doordat iedereen op een stoel in het donker zit en je licht en geluid heel precies kunt controleren, kun je een hele hoge concentratie bereiken. Je kunt dan heel precies maken wat je wilt maken.’

Lammerts van Bueren hoopt dat het publiek tijdens het zien van Chanson Noir van begin tot eind meegenomen wordt in de wereld die op het toneel wordt gecreëerd: ‘Ik hoop dat mensen zich even in die duistere onderwereld van de jaren ’40 bevinden maar dan wel in een vreemde bewerking van die wereld. Na afloop van de voorstelling horen we van het publiek dat ze behoorlijk verrast en overtuigd zijn door wat ze hebben gezien. Ik hoop dat we dat door kunnen zetten.’

Chanson Noir is nog te zien in Amsterdam op 27, 28 en 29 november en in Utrecht op 15 en 16 december.