Muzak
Thomas Dybdahls nieuwste album What’s Left Is Forever is zwoel, glad, maar bovenal saai.
Bij eerste beluistering blijkt Dybdahl, die zo’n mooi stemgeluid heeft dat je toch anders hoopt, niet meer dan de zoveelste middelmatige singer-songwriter te zijn. Het kleine leed dat hij bezingt wordt begeleid door nietszeggende melodietjes die niet naar de keel grijpen, maar in slaap sussen. De vijftig minuten aan gladde popmuziek glijden dan ook ongemerkt voorbij, terwijl de luisteraar zich als vanzelf richt tot meer ‘belangrijke’ zaken (Facebook, het maken en eten van een avocadosalade, je kent het wel).
Toegewijde pogingen
Wanneer die luisteraar zichzelf echter dwingt om alle nevenactiviteiten naast zich neer te leggen en met volle aandacht te luisteren, vallen er toch enkele nummers op. ‘This Love Is Here To Stay’, ‘Soulsister’ en ‘But We Did’ ontstijgen de andere tracks. Niet dat deze nou zo geniaal zijn, maar het zijn de enige songs die de aandacht van de luisteraar weten vast te houden. Vooral ‘Soulsister’ is in zijn cheesyness en onovertroffen lichtheid erg aanstekelijk.
Ondanks verschillende toegewijde pogingen blijkt het uiteindelijk onmogelijk te zijn niet af te dwalen bij de overige tien nummers. What’s Left Is Forever is wat dat betreft dan ook de perfecte muzak: niet storend, maar zeker ook niet prikkelend genoeg om er eens een intensieve luisterbeurt aan te wagen.