Noorse jazz terecht in de picture op New Ground Norway
Jazz uit noordelijk Europa is hip. Niet alleen jazz trouwens. Wat maakt bands als Sigur Rós, Kings of Convenience, Ane Brun of Loney Dear zo bijzonder en populair? Je ziet de weidse landschappen voor je, de noordelijke natuur en rust worden getransformeerd naar de muziekproductie. Wat jazz betreft lijkt het centrum zich te bevinden in Noorwegen. Reden voor de NPS en het Bimhuis om een tweedaags Noors jazzfestival te organiseren in het Bimhuis, de jazztempel van Nederland.
New Ground Norway is de naam die aan het evenement is verbonden. Platenlabels als Smalltown, Rune Grammafon, Jazzaway en vooral Jazzland winnen aan waardering en bekendheid. Op de eerste dag stonden er twee gezelschappen op de planken. Stemkunstenares Sidsel Endresen trapte af met saxofonist en fluitist Håkon Kornstad. De eerste is een grootheid in Noorwegen. Endresen won vele prijzen in haar geboorteland en wordt gelauwerd om haar originele en volstrekt eigen wijze van stemproductie.
Zangconventies
De 57-jarige vrouw gaat weliswaar uit van haar fluwelen stem, die onvoorstelbare hoogten kan bereiken, maar ze musiceert meer vanuit emotie die haar buiten zangconventies laat treden. Nauwelijks mooie zanglijnen, maar korte kreetjes, bliepjes, schokjes, haperingen en gefluister. Dat Endresen zanglijnen af kan maken, liet ze af en toe horen, en heeft ze in het verleden al bewezen. In een compositie als ‘Try’, met Jazzland-oprichter Bugge Wesseltoft op de toetsen, die ook te zien is op dag twee van New Ground Norway, brengt zij een vocale intimiteit, die zich moeilijk laat vergelijken. In het Bimhuis liet de vocaliste blijken de fase van conventioneel zingen voorbij te zijn. Met een volstrekt eigen geluid relativeert ze zangkunst. Volgens dezelfde normen opereert Endresens kompaan Håkon Kornstad. Met hulp van zijn loopstation creëert hij onnavolgbare klankvelden door met zijn sax een gelaagdheid aan te brengen van zware basstructuren, maffe kraakjes en hoge melodieën als basis voor fijne, doordachte lijnen. Kornstad bespeelt zijn sax en fluit in eerste instantie ritmisch, en voegt aan zijn percussieachtige wijze van spelen mooie lijnen toe in het verdere verloop van de compositie. Ook Kornstad heeft een uniek geluid. Het mag duidelijk zijn dat het duo improviserend te werk ging en typisch Scandinavische eigenschappen tot in het detail uitdroeg: open, weids, bescheiden en fris.Vrije structuren
Veel meer genreconventies bij het tweede deel van de avond. Jazzmob, van leider Jon Klette op altsax. Vanuit herkenbare hardbopthema’s groovede het sextet via vrije structuren. Jazzmob vormt een kweekvijver voor talentvolle Noorse muzikanten. De composities van voornamelijk Klette kenmerken zich door een open karakter, waardoor er een hoop ruimte is voor solo’s en interacties. Uitblinker was zonder meer trompettist Kåre Nymark, die haarfijn de sfeer binnen de nummers aanvoelde. Ook drummer Andreas Bye onderscheidde zich; de rauwe drummer wist in stukken de ritmes in zowel volume als tempo te verdubbelen.Het is een mooi initiatief de Noorse jazz eens grote aandacht te geven. De eerste avond liet op het eerste gezicht een tegenstrijdige indruk achter. Twee totaal andere uitgangspunten onder dezelfde noemer ‘Noorse jazz’. Gemeenschappelijke factor: de eerlijkheid, oprechtheid en discretie in houding en muziek. De concerten worden uitgezonden 17 en 24 februari 2010 op Radio 6 live.