Oudhollandsche degelijkheid
Bij de eerste schreden op het festivalterrein valt het meteen op: de burgerlijkheid is toegeslagen op Lowlands. De intiemere eettentjes van weleer hebben nu definitief plaats moeten maken voor de Hemaworst-tent en het La Place-restaurant van de V&D. Maar dan de programmering. Het greep hier en daar terug op vertrouwde waarden om de terugloop in bezoekers tegen te gaan. Toch werd onverwacht de meest vertrouwde waarde gevonden in Simon Vinkenoog. Hij was de vleesgeworden missing link tussen het oude in ’67 gehouden Lowlands en zijn jaren negentig-camping-variant. Tussen al de hapklare brokken door, gaf zijn poëzie, die barstensvol zat met bezieling, een speciaal tintje aan deze editie. Anders was de versie van dit jaar waarschijnlijk onopvallend tussen de voorgaande jaren komen te staan. Drie dagen polder, een verslag.
Auf der Maur |
Jaap Boots vertelde als dichter in zijn lofdicht op de festivalganger waar het op stond. Er moeten heel wat ontberingen worden doorstaan om favoriete artiest te zien optreden. Regen, kou, modder, security en de prijzen zijn enkele voorbeelden van dit soort obstakels. En ook dit jaar was het soms afzien. Het kaartje was (weer) in prijs gestegen, de muntjes waren in prijs gedaald, terwijl de prijs van eten en drinken weer was gestegen. Het Delta-podium was geschrapt, waardoor het aanwezige publiek zijn vermaak bij de overige podia ging zoeken. Hierdoor ging logischerwijs de intimiteit van het festival achteruit. De mensen van de security leken rustiger en minder opgefokt dan andere jaren. Het afvoeren van het festivalpubliek hadden ze echter nog steeds niet onder de knie, waardoor meerdere bezoekers drieënhalf uur lang in een rij stonden te wachten voor de bus naar ’t Harde Centraal. En dan het weer, typisch Nederlands; grijze wolken en korte buien werden afgewisseld met zonnige perioden. Maar met modder aan de schenen was er weer veel te beleven.
Broodnodige diepgang
Slash (Velvet Revolver) |
De programmering werd vooraf door velen als sterker dan voorgaande jaren bestempeld. Een kritische blik weerlegt dit. Waar Lowlands vroeger een festival was om de upcoming acts te beluisteren ging de organisatie deze keer voor zekerheden. Veteranen als Faithless en the Chemical Brothers kwamen op herhaling, en ook acts als Dropkick Murphys, the Offspring, Groove Armada en Within Temptation, hadden ook al vaker het publiek van Biddinghuizen weten te overtuigen van hun kunnen. Het festival koos hiermee blijkbaar voor minder diepgang in het programma. Toch waren er regelmatig enige heerlijke krenten in de programmapap te bespeuren. Bijvoorbeeld the Zutons, die met hun springerige sound driftig en origineel de opening van het festival in de Grolsch-tent verzorgden. Ook Blanche op de vroege zondagmiddag wist een heel boeiende mix te brengen van Folk, Country en de jaren ’30. The Dillenger Escape Plan denderde met rare wendingen, snoeiharde gitaren en veel explosiviteit als een gek door hun set heen. Verder wisten de heren van Razorlight het signaal af te geven dat goede Britpop, in de trant van the Libertines, nog steeds springlevend is. De Schot Mylo toonde een sterke punkvariant van hippe electrohouse.
Strijd der Belgen
DemeesteNederlandse acts op het festival waren, op de Heideroosjes na, weggestopt in de vroege uren van het programma en de acts die er stonden mochten uiterst miniem hun kunsten vertonen in de kleinere tenten. De organisatie leek trotser te zijn op bands uit het buitenland, die eerlijk gezegd ook inventiever voor de dag komen. Bijvoorbeeld de Belgen, dit keer met drie bands vertegenwoordigt. Mintzkov Luna gaf tijdens de vrijdagavond een uiterst sterke set weg. De stem, de uitstraling en de bewegingen van de zanger doen, tot aan de aankondigingen van de nummers en de klasse van het songschrijven toe, erg denken aan Tom Barman. Voor sommige leden van dEUS kwam het concert zaterdag te vroeg. Bassist Mommens zat bijna de hele show op het podium van de nieuwe drummer en de klassieker Suds&Soda ging in het begin compleet de mist in. Toch blonken ze opnieuw uit met een set vol hits. De enkele nieuwe nummers kondigden een sterke nieuwe plaat aan. Toch moesten deze Belgische bands in Soulwax hun meerdere erkennen. De dekselse Deweales vuurden harde gitaren, samples, elektronica en pop op de toehoorders af. Uiterst sterk verkochten ze hiermee hun nieuwe materiaal. Soulwax legde de lat echter nog hoger, want ze waren zelf, vreemd genoeg, niet tevreden over het optreden.
Hip hop versus dance
N.E.R.D. |
Hip hop was dit jaar ruim vertegenwoordigd met zowel sterke Nederlandse acts in Extince en het steeds beter overredende Opgezwolle. Het buitenland bracht een overtuigende Speech en zijn kompanen van Arrested Development en een ijzersterke, zij het uiterst korte Dizzee Rascal. De laatste streefde op alle fronten zijn landgenoot Mike Skinner van the Streets voorbij. Dit had vooral ook te maken met het feit dat Dizzee Rascal niet dronken op het podium stond. De dansbaarheid was er bij Miss Kittin. Zij draaide, danste en zong met een brede glimlach op haar gezicht de Bravo-tent in extase, iets wat haar grote vriend Felix da Housecat enkele uren later minder goed voor elkaar kreeg. Steevast draaide hij de knoppen zo dat het publiek, dansende op de redelijke eentonigheid, op het verkeerde been werd gezet. Ook bij Magnus was het allemaal wat minder geslaagd. De dansbaarheid was er wel, maar het contact met het publiek was bij voorgaande optredens sterker.
De grote jongens
The Darkness |
Het waren de grotere namen die de bezoekers moesten trekken. Naast bovengenoemde veteranen was dat bijvoorbeeld N.E.R.D. De heren deden dat overtuigend en gaven de zwarte muziek een creatieve impuls door zowel soulvol als dansbaar en punky voor de dag te komen. Jammer alleen dat frontman Pharrel zijn stem kwijt was. Bij Velvet Revolver waren de verwachtingen minder hoog. Men speelde verassend veel nummers van het debuut en slechts enkele van de Guns of de Pilots. Bovendien waren de poses en het speelplezier van Slash en Duff bijna ontroerend. De Engelse sensatie van dit moment, Keane, had moeite om aan de verwachtingen te voldoen. De band miste duidelijk de uitstraling en de afwisseling in de nummers en verveelde dan ook snel. Franz Ferdinand deed, weinig verrassend wat ze de laatste tijd alleen maar hebben laten zien. Goed, strak, catchy en vol van plezier hun nummers ten gehore brengen. Ook Graham Coxon liet aan een nauwelijks gevulde tent zien dat hij ook zonder Blur zijn mannetje kan staan. Auf der Maur, de formatie rond Melissa Auf der Maur, rockte prima op het Grolsch podium. Waarom de zangeres tussen de nummers door dingen bleef zeggen als: ‘Hello my Dutch friends, we are your friends from Auf der Maur from Canada!’ blijft een raadsel. Bij The Darkness werd een extravagante show met veel poespas verwacht. Buiten de pakjes van de zanger bleek dit alleszins mee te vallen. Misschien is het toch geen grapje. Het klonk allemaal in ieder geval vertrouwd fout. Het absolute hoogtepunt van het festival waren de afzeggers van vorig jaar: The White Stripes. Zij brachten vol verve een uur durend delirium van Blues, gitaarvirtuositeit en ijzersterke songs. Ze speelden zo sterk, dat het nummer Seven Nation Army, tijdens de toegift, eerder een zwaktebod of een teken van minder vertrouwen leek dan een toevoeging aan het optreden.
Ook al had deze editie van Lowlands opnieuw een tent minder, bood de programmering minder verrassingen dan voorheen, wanneer je de grote en geijkte namen wist te omzeilen viel er gelukkig genoeg leuks te ontdekken. De sfeer op het festival was traditioneel goed, al gaat het festival steeds meer op Pinkpop lijken. Hopelijk weet de organisatie een goede middenweg tussen interessant en succesvol, qua bezoekersaantallen, te vinden. Dan komt het helemaal goed, dan blijft Lowlands het leukste meerdaagse festival van ons land. Met of zonder Theo.