Muziek / Achtergrond
special: Crossing Border 2004

Snuiven met die cultuur!

Crossing Border is een festival waar elke keer weer veel nieuwe en bijzondere culturele ontdekkingen te doen zijn. Het gekke aan dit festival is dat je de wens hebt om een bepaalde favoriete act live te zien spelen, maar je uiteindelijk terecht komt bij een artiest waarvoor je niet gekomen was, maar die achteraf nog veel leuker bleek te zijn. Je moet dus over een zekere portie flexibiliteit beschikken, maar verrassend is het wel. Dit blijkt ook een van de bedoelingen van de organisatie te zijn: nieuwe artiesten zien die je anders nooit gezien zou hebben. Dit wordt bewerkstelligd door de bomvolle programmering en de vele kleine zaaltjes in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Bij een populaire act zit zo’n zaaltje al voor de aanvangstijd vaak al overvol, waardoor er dikwijls uitgeweken moet worden naar een ander, minder vol zaaltje.

~

Zo kan het gebeuren dat de muziekliefhebber opeens naar de gedichten van een populaire Britse schrijfster aan het luisteren is. Maar ook de literaire bezoeker zal niet ontkomen aan het ruime muzikale aanbod van dit festival. En behalve literatuur, poëzie en muziek zijn er nog allerlei cross-overs van deze drie culturele genres aan te treffen, zoals de spoken word van Michael Franti. Voor de muziekliefhebbers was er in ieder geval heel wat te beleven.

De vrijdagavond werd geopend met een optreden van Sophia in de schitterende Royal Room. Deze band rond zanger/gitarist Robin Proper-Sheppard is tijdens deze tour aangevuld met een strijkerkwartet en dat geeft de band een voller geluid. Zeker in deze ruime zaal, met een hoog plafond en pluche stoeltjes, versterkt dat het contrast tussen rustige en hardere passages. De herfstige, melancholieke songs gingen er goed in bij de redelijk gevulde zaal. Van de goed ontvangen plaat People Are Like Seasons speelde Sophia vier songs, waaronder de briljante single Oh My Love, die in een dergelijke ambiance nog meer indruk maakt.

We pikken nog net een stukje mee van Sykosonics, die in de kleine bovenzaal (Paradise) spelen tijdens het uurtje dat That Dam!, tijdschrift en ‘alternatief-creatief platform’, mocht vullen. De poppy songs van het Amsterdamse trio smaken naar meer, maar na een paar minuten betreedt Ottoboy, de Twentse one-man trash-garageband, het podium. Met verve speelt hij enkele bluesy songs waarbij hij zichzelf begeleidt op gitaar en drums. De verbaasde aanwezigen dringen vlot naar voren om dit achtste wereldwonder beter te aanschouwen.

Verkiezingsdebat

~

Joanna Newsom had vooraf wat aandacht gekregen in de pers, met als gevolg dat de (te) kleine bovenzaal al stampvol was vóór haar optreden. Deze folky Amerikaanse singer-songwriter begeleidt zichzelf op een (hele grote) harp. Met haar sterke teksten en stralende glimlach wint ze al snel de sympathie van de ene helft van het publiek. De andere helft loopt hoofdschuddend en/of lachend verder. Joanna heeft namelijk een erg apart en opvallend stemgeluid. Desalniettemin een fijne ontdekking. Rufus Wainwright bracht vervolgens zijn pianoballades in de Royal Room met net iets teveel pathos en overdreven zanguithalen. Voor een minder beladen optreden bleek Danko Jones een perfecte keuze. Zijn spoken word-optreden bestaat voornamelijk uit de geestige anekdotes en hersensspinsels van deze Canadese rocker. Wat er zou gebeuren als Danko aan een verkiezingsdebat deelneemt? Het veertienjarige kind in hem, dat hem dwingt al zijn geld op te maken aan platen en cd’s die hij eigenlijk helemaal niet wil hebben. “Hey psst, wake up!” “Why?” “You have to buy the new Sonic Youth DVD!” “Why do I have to buy that?” “Because, it’s the new European edition which features two brand new videos!” Kortom, zeer herkenbaar allemaal. Binnenkort komt er een cd uit met zijn spoken word-materiaal.

Extreem grappig

De volgende keuze in het programma was een moeilijke. Op uiterst irritante wijze stonden Nick Hornby, Irvine Welsh en dEUS tegelijk met elkaar geprogrammeerd. Uiteindelijk werd besloten Welsh (Trainspotting, Acid House, Porno) te laten schieten voor die andere persoonlijke favoriet Nick Hornby (High Fidelity, 31 Songs, About a Boy). Het bleek een goede keuze. Hornby verhaalde op voor hem kenmerkende wijze over zijn eerste concertervaring (Rory Gallagher) en zijn muzikale ervaringen van de jaren daarna, terwijl zijn favoriete band Marah het verhaal muzikaal begeleide. Zo kwam Lost in the Supermarket van The Clash voorbij in zijn anekdote over de opkomst van de punk, en Debris van The Faces (“You was looking for a bargain”). Het is geweldig om te zien hoe de man in amper een uur een extreem grappige persoonlijk interpretatie geeft op enkele decennia Britse muziekgeschiedenis en daarmee de zaal compleet naar zijn hand zet.

~

De avond werd afgesloten met de laatste vijf nummers van dEUS in de Royal Room. De zaal was prachtig verlicht en de afgeladen zaal ging volledig uit zijn dak op oude hits als Roses, Fell Off The Floor, Man, Theme From Turnpike en in de toegift Suds & Soda. De Belgen hebben onlangs wederom een bezettingswissel ondergaan, waardoor nu Mauro Pawlowski (ex-Evil Superstars, Mauro & The Grooms) en Alan Gevaert respectievelijk op gitaar en bas te zien en te horen waren. En het was zeer overtuigend. Het publiek smulde en de band genoot zichtbaar. Men lijkt klaar voor een nieuw hoofdstuk.

En de tweede dag van Crossing Border was eigenlijk snel voorbij. Tijd vliegt als je lol hebt, zeggen ze dan. Het begon allemaal met de lo-fi pop van Blimey!. Martien van Bergen is bedreven in het maken van prachtige liedjes waaraan alles piept en kraakt, maar met het hart op de goede plaats. Helaas is zijn presentatie en die van zijn muzikanten niet om over naar huis te schrijven. Normaal gesproken werkt Blimey! met videobeelden, maar die pasten helaas niet in de relatief kleine zaal. Jammer, maar gewoon ogen dicht en luisteren naar die prachtige liedjes.

Nog romantischer dan het origineel

~

Jasper Steverlick staat bekend als de zanger van de band Arid. Onlangs heeft hij zijn eerste solo-album uitgebracht: Songs Of Innocence, waarop hij liedjes covert van artiesten als Michael Jackson, Chemical Brothers en Bob Dylan. Vanavond gaat het publiek dus naar covers luisteren en niet naar originele, nieuwe muziek. Dat klinkt misschien goedkoop, zeker in combinatie met het knappe, jongensachtige uiterlijk van Steverlinck, maar deze man weet zelfs een kitsherig liedje als We All Fall In Love Sometimes van Elton John te laten klinken als een wonderschone ballad die het juiste sentiment weet te treffen bij het kritische Crossing Border-publiek. It Must Be Love, het meest bekend in de uitvoering van Madness, klinkt door Jaspers hoge fluwelige stem nog romantischer dan het origineel. Liefdesliedjes zijn, mede door zijn stemgeluid, dan ook duidelijk zijn specialiteit. Steverlinck vergelijkt zijn eigen aanpak nog het liefst met die van Jeff Buckley, die ook van alles coverde en er vervolgens de mooiste liedjes van maakte. Al is het resultaat niet zo legendarisch als bij Buckley, het effect is hetzelfde. Het origineel blijft in de meeste gevallen te prefereren boven de uitvoeringen van Steverlinck, maar toch klinken zijn versies heel mooi en oorspronkelijk. Een charmant detail: Jasper ziet graag zijn publiek in de zaal zitten en verzoekt de lichtman tot het dimmen van de podiumlichten. Bij elkaar opgeteld: intimiteit, liefdesliedjes en het mooie koppie van de jongeman, was het een act die bijzonder ‘plezant’ was, vooral voor de vrouwelijke bezoeker.

Aanstekelijke bluesliedjes

Op weg naar de volgende zaal staat een grote menigte tussen de centrale festivalbar en een minuscuul podiumpje, waarvandaan fijne bluesmuziek klinkt. Hier staat ineens Dyzack met zijn 12-string gitaar en contrabassist! Van Dyzack, de artiestennaam van de Haagse Erik Hofland, hebben we lang niks meer gehoord. Dat gebeurt de laatste tijd helaas wel vaker met bekende Nederlandse bands die in de steek gelaten worden door hun platenmaatschappij, zoals ook bij Dyzack het geval was. Voor Hofland was dit kennelijk geen reden om te stoppen met muziek maken. Hier het levende resultaat, plus een album: Somewhere There’s A Monkey Laughing, dat onlangs in eigen beheer is uitgebracht. Balancerend op hun kleine podium scheppen de twee muzikanten zeer veel plezier in dat wat ze het liefste doen: aanstekelijke bluesliedjes ten gehore brengen. De samenwerking tussen gitaar en contrabas is bijzonder door de onnavolgbare ritmewisselingen die in de liedjes zitten verwerkt. Veel publiek blijft nieuwsgierig staan kijken. Maar kennelijk is het plezier niet aanstekelijk genoeg, want veel publiek zapt na een paar minuten weer verder richting de volgende zaal.

De Vlaamse wereldschrijver Tom Lanoye, aangekondigd als podiumbeest, had een ongekend vurige voordracht. In zijn nieuwste boek Overkant publiceerde hij bewerkingen van Franse, Duitse, Russische en Italiaanse War Poets uit de Eerste Wereldoorlog. Met als resultaat een lucht vol bloed, gekrijs en kruiddamp. Tom Lanoye sleurt je er met je kladden bij.

Op slag verliefd

~

Elke editie van Crossing Border of van The Music in my Head, dat door dezelfde mensen wordt georganiseerd, is er weer een songwriter die je het kippenvel op de armen jaagt. Dit keer was dat de Amerikaan Josh Ritter, die prachtige popsongs maakt met een vleugje country, een vleugje Calexico en een flinke vleug goddelijke inspiratie. De grote zaal van de schouwburg begint al vroeg vol te lopen met mensen die duidelijk speciaal voor deze man zijn gekomen. De shows van Ritter zijn beroemd om de intieme sfeer en de verwantschap die hij schept tussen zichzelf en zijn publiek. Een jongen met veel blonde krullen komt strak in het pak in zijn eentje het podium opgelopen met alleen een akoestische gitaar en een bloempje op zijn revers. Dapper stuurt hij zijn eerste mooie liedje rechtstreeks de zaal in, want zowel zijn stem als zijn gitaar zijn geheel onversterkt. Iedereen is op slag verliefd op deze ontwapenende lefgozer. Op het moment dat ook zijn band, bestaande uit piano, drum en bas, het podium betreedt, kan hij weinig meer fout doen bij zijn publiek. Indrukwekkend is het moment waarop hij verzoekt tot het dimmen van alle lichten in de zaal en op het podium. We krijgen een prachtig intens lied te horen, wat extra diep op ons inwerkt vanwege de totale duisternis. Na afloop wordt de folkzanger voor zijn kunsten beloond met een staande ovatie, als gevolg van een indrukwekkend optreden en de zitplaatsen. Josh is de held van vanavond.

~

Voor wie houdt van pure emotie en prachtige Cubaanse liederen, is Ino (Kruysen) de aanrader. En ze komt nog eens uit Nederland ook. Geïnspireerd door de Cubaanse zanger Silvio Rodriguez, zingt zij vol vuur en emotie de tranen in de ogen van de aandachte luisteraars. Ook een prachtige begeleiding door een percussionist en natuurlijk de akoestische gitaar.

Fantasietaal

Voor de liefhebber van de wat experimentele popmuziek sloot Troissoeur de avond af in de grote zaal van de Schouwburg. De gebroeders Edwin, Rein en Joris Vanvinckenroye spelen samen met Pieter Thys in een bijzondere bezetting van akoestische (strijk)instrumenten. Vlak achter de muzikanten hangen vier grote filmschermen, waarop sfeerbeelden van brekende aarde, het wieltje van een boodschappenwagentje, een gecorrodeerde waterleiding, een muis in staat van ontbinding… Deze beelden alleen al zouden een goede omschrijving kunnen zijn van de vervreemdende muziek van de vier heren. Maar helemaal nieuw, raar en ‘nog nooit vertoond’ is het zeker niet. Troissoeur lijkt een beetje op die andere Belgische akoestische band DAAU, maar dan van een niveautje lager. Qua zang lijken ze exact dezelfde taal te spreken als de Nederlandse meidengroep Treble: een fantasietaal die niemand verstaat. Het wordt aan de verbeelding van de luisteraar overgelaten wat de woorden zouden kunnen betekenen. Dat is voor het publiek wel even wennen. Maar het is wel goed uitrusten van een vol festival bij deze esoterische klanken die bovenal sterk doen denken aan Marillion. Hypnotiserend, apart, maar het bereikt nergens echt een hoogtepunt. Dit is echter helemaal niet zo erg, want Troissoeur is een onvergetelijke live-act. Volgend jaar weer Crossing Border alstublieft.