Teder sentiment
De 22-jarige Gabrielle heeft (ook in het echte leven) het Syndroom van Williams, een verstandelijke beperking. Dit weerhoudt haar echter niet van verliefd worden op de drie jaar oudere Martin, met wie ze samen in het koor Les Muses zingt. Een warme film met tedere beelden.
Gabrielle, de Canadese inzending voor de Oscars van 2013, stelt vragen die allerminst eenvoudig te beantwoorden zijn. De grote vraag is echter ook of deze film deze vragen ook wíl beantwoorden. Het stellen ervan is veelal al genoeg; het belang en het debat mag de kijker vormgeven. Want vrolijkheid, onschuld, zorg en liefde zijn in de wereld van Gabrielle en Martin de hoofdzakelijke tinten.
De ernst doet pas zijn intrede als Gabrielle en Martin ‘gesnapt’ worden tijdens hun eerste kus (overigens in een prachtig opgenomen, verstilde scène, compleet ontdaan van prikkels en obstakels). Begeleiders en ouders gaan zich ermee bemoeien. De scène waarin kort wordt geïnformeerd of Gabrielle wel gesteriliseerd is, is zeer schril en werpt je als kijker terug op de rauwe werkelijkheid die heerst omtrent de niet-zelfstandige, gehandicapte mens: het risico op zwangerschap. Gabrielle’s kinderwens lijkt daarbij nauwelijks van belang. Gabrielle en Martin mogen elkaar niet meer zien, hoezeer Sophie, de zus van Gabrielle, haar best doet. Gabrielle, ziek van liefdesverdriet, wil bewijzen dat zij zelfstandig genoeg kan zijn om met Martin te kunnen samenleven.
Tempo en sentiment
Omdat regisseur Louise Archambault met haar tweede film veel tijd neemt om de wereld van Gabrielle te introduceren, zou de film als een tikkeltje langdradig kunnen worden ervaren. Verslappen van de aandacht ligt op de loer. Daarnaast legt Archambault veel focus op het weerspiegelen van de muziekbeleving van de koorzangers. Dat levert weliswaar een paar prachtige, gevoelige scènes op, maar het kan ook als een teveel aan sentiment worden ervaren, alsof het een overdadige maaltijd betreft. Dit wordt tevens bevestigd door de slotscène van de film.