Deel 2
.
Inhoud: The Arbor | Made in Dagenham | The Parking Lot Movie | Malavoglia | October Country
Een hoogtepunt in het programma, waar helaas maar weinig bezoekers op afkwamen, was Clio Barnards opmerkelijke mengeling van documentaire en fictie The Arbor. De film is een gelaagd portret van toneelschrijfster Andrea Dunbar en haar familie. Dunbar werd bekend met haar harde toneelstukken over het leven in een probleemwijk in Yorkshire. Daarnaast maakte de invloedrijke regisseur Alan Clarke (Scum, The Firm) een film van haar script Rita, Sue and Bob Too! Dunbar overleed echter op jonge leeftijd door alcoholmisbruik en liet drie kinderen achter die in The Arbor vertellen over hun moeilijke moeder en hun door misbruik en verslaving getekende levens. Barnard weet in de film op sublieme wijze een portret te geven van de wereld van Dunbar waar het sociaalrealisme dat al zo’n herkenbare stijl is geworden in de Engelse cinema, wordt gecontrasteerd met kunstmatigheid. Zo laat zij acteurs lipsyncen op de geluidsband die zij heeft opgenomen met Dunbars familie. Ook voert zij een toneelstuk van Dunbar op in haar oude wijk, terwijl de bewoners toekijken. Het knappe van de film is dat realisme nieuw leven wordt ingeblazen. Barnard doet dit door spanningen te creëren en de kijker te wijzen op het proces van filmmaken en acteren. In bepaalde opzichten zijn het methoden die zijn afgeleid van de theorieën van Bertold Brecht. Het eindresultaat is echter verre van gekunsteld en versterkt het realisme des te meer. In een periode waar veel arthousecinema een Dardenne-achtige stijl hanteert om de werkelijkheid te vangen is Barnards film te prijzen als een ambitieus, vernieuwend en ontroerend bewijs van een nieuwe manier van filmmaken. Het is daarom te hopen dat haar film na Breda nog te zien zal zijn in meer Nederlandse bioscopen. (George Vermij)
Terug naar boven
Made in Dagenham is gebaseerd op een ware gebeurtenis. Vrouwen die in 1968 voor de Fordfabriek werkten eisten gelijke rechten en een gelijk inkomen. Het resulteerde in een strijd die een doorbraak betekende voor de vrouwelijke working class. Nigel Cole maakte eerder de sociaal-realistische tragikomedies Saving Grace en Calendar Girls. Made in Dagenham sluit naadloos aan op zijn voorgangers. Het is een degelijke en onderhoudende film, voorzien van sterk acteerwerk en een goede balans tussen maatschappijkritiek, sociale verhoudingen en een komische noot. Maar zoals zoveel films uit het genre, is de narratieve lijn erg voorspelbaar. Er wordt een strijd geleverd, er wordt geleden en uiteindelijk komt het allemaal goed. Made in Dagenham is nergens verrassend of origineel en als kijker blijf je vooral met het oordeel ‘degelijk, maar met een hoog déjà-vu gehalte’ achter. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven
Terug naar boven Malavoglia is een moderne bewerking van de gelijknamige roman van de Italiaanse negentiende-eeuwse schrijver Giovanni Verga. Het boek is al eerder verfilmd door Visconti als La Terra Trema in 1948 en werd ontvangen als een neorealistisch meesterwerk. Scimeca’s nieuwe versie combineert realisme met poëtische beelden. De film draait om een arme vissersfamilie die maar met moeite kan rondkomen van de vangst. Als hun boot na een storm wordt beschadigd moeten ze geld lenen. Het gezin raakt geleidelijk in een neerwaartse spiraal als andere problemen hen teisteren.
Afgezien van wat moderne elementen (een illegale immigrant speelt een bijrol en een van de hoofdpersonen maakt elektronische muziek en rookt wiet) is de setting nog steeds primitief en arm. Het Sicilië van nu lijkt niets veranderd te zijn. Scimecca weet de zee en de locaties mooi in beeld te brengen. Hij wisselt het realisme ook goed af door in een snelle montage een beeld te geven van alle gezinsleden. Hierdoor is de film meer dan alleen een droog en nuchter portret. Waar de film minder goed overtuigt is het verloop van het verhaal. Het negentiende-eeuwse fatalisme gekoppeld aan de drang om misstanden te tonen was voor zijn tijd vernieuwend. Nu kan je met gemak raden dat het van kwaad tot erger zal gaan met het gedoemde gezin. Verrassend is daarom Scimecca’s keuze om de film een verheffend happy end te geven dat botst met de sobere toon van daarvoor. Het ontdoet de film uiteindelijk van zijn kracht en geloofwaardigheid. (George Vermij)
Terug naar boven
Donal Mosher, het enige familielid dat buiten beeld blijft, maakte samen met Michael Palmieri een intrigerend en donker familieportret. Mosher nam het camerawerk op zich, wat resulteert in een intieme registratie van zijn familieleden. Zo weet de introverte Don dondersgoed hoe zijn familieleden in elkaar zitten en blijkt hij over een groot reflectievermogen te beschikken. Maar Vietnam blijft een gesloten boek. Tragisch is hoe binnen de familie problemen in stand gehouden worden, ook al lijkt ieder te weten hoe het anders kan. Niet voor niets is Halloween een terugkerend element in de film: een gebeurtenis die de familie bindt, maar ook de duistere kanten toont. Met October Country maken Palmieri en Mosher op pijnlijke wijze duidelijk dat de Amerikaanse Droom niet voor iedereen is weggelegd. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven