AFFF 2007
Ga hier naar het overzicht van het festivalverslag.
26 april
Winnaars
The Bothersome Man |
De Black Tulip Award 2007 gaat naar The Bothersome Man (Den brysomme mannen) van regisseur Jens Lien. Dat werd gisteravond bekend gemaakt in zaal 1 van het City-bioscopencomplex te Amsterdam, epicentrum van het Amsterdam Fantastic Film Festival. Juryvoorzitter Nadja Hüpscher prees de film met de woorden: “Een film die ons onze grootste angstdroom toont: onder mensen verkeren die zeggen van je te houden, met wie je je leven en je bed deelt, maar in wier aanwezigheid je je niettemin compleet alleen voelt.” Een eervolle vermelding was er nog voor Mulberry Street, van Jim Muckle: “Mulberry Street leert ons dat in ieder mens een rat schuilt.”
De Franse film Them (Ils) van David Moreau en Xavier Palud ging ervan door met de Zilveren Meliès. Daarmee nomineerde de speciale Meliès-jury Them automatisch voor de Gouden Meliès 2007, een Europese prijs die aan het eind van het jaar uitgereikt wordt op het Lund Fantastisk Film Festival te Lund, Zweden. Het Hongaarse Maestro, van Géza M. Tóth werd door dezelfde jury (bestaande uit filmmaker Elbert van Strien, columnisten Fanny en Alma, en internetjournalist Taco Stomps) genomineerd voor een Gouden Meliès 2007, in de categorie Beste Korte Europese Fantastische Film. (Paul Boon)
“Hedendaagse visie”
Disturbia
D.J. Caruso, 2007
Na de dood van zijn vader gaat het met Kale (Shia LaBeouf) niet zo goed. Op school trimt hij een leraar in elkaar, en daarom wordt hij een zomer lang veroordeeld tot huisarrest. Met een heuse elektronische enkelband, die in contact staat met een politiecentrale. Kale brengt zijn tijd door met het bespioneren van zijn overspelige buurman, zijn pornokijkende buurjochies en zijn zonnebadende nieuwe buurmeisje.
En daarin zit hem ook direct het verschil. In Rear Window had je weliswaar de balletdanseres en de pasgehuwden, maar ook een succesvolle pianist en Miss Lonely Hearts. Echte liefde en het normale leven, dat bedoel ik. In Disturbia is alles volslagen geseksualiseerd. Het enige verschil tussen Kale en zijn pornokijkende buurjongetjes is dat de buurjongetjes weten dat ze fout zitten. Het geöbjectificeerde buurmeisje (Sarah Roemer) kan niet van Kale afblijven, als hij bekent hoe en wat hij zoal gezien heeft van haar minderjarige lijf. Zelfs de misdaad – in Rear Window nog min of meer een crime passionelle – is in Disturbia een lustmoord. Dat zijn twee verschillende dingen, mensen! – Ach, ik weet het ook niet. Het zou allemaal zoveel gemakkelijker zijn als Disturbia een slecht opgebouwde, ongenietbare en rechtstreekse kopie was. (Paul Boon)
Gemakkelijk
Alone With Her
Eric Nicholas, 2006
Heerlijk verteerbaar
Crank
Mark Neveldine & Brian Taylor, 2006
Dat leidt tot geweldige taferelen zoals vechtpartijen, overvallen, verschillende soorten drugs, met een grote snelheid over de weg scheuren en een potje seks midden in Chinatown. Jason Statham is al vanouds goed op dreef als sympathieke crimineel en Amy Smart doet het leuk als zijn mutserige vriendin Eve, die Chev ook nog moet proberen uit de handen van zijn vijanden te houden. Door het gebruik van vliegensvlugge en bijzondere shots en montage ziet de film er lekker arty uit. Het tempo is simpelweg duizelingwekkend en de opeenvolging van komische situaties maakt dit een heerlijk verteerbare film, die geen minuut te lang duurt. (Anouk Werensteijn)
Feit en fictie
Offscreen
Christoffer Boe, 2006
De grap is hier namelijk niet alleen dat Bro in het echt ook een succesvolle acteur is, en dat de man die hem de camera geeft de regisseur zelf is. De hele film is opgenomen door de echte Bro, die in de film zijn camera overal mee heensleept. Boe speelt zo met twee werkelijkheidsniveaus, en er ontwikkelt zich een vermakelijke vervlechting van feit en fictie, terwijl op speelse wijze het onderscheid tussen regie en registratie vervaagt. Dat houdt de aandacht de eerste drie kwartier wel vast. Maar daarna, als Bro pas echt gek wordt, verzandt Offscreen jammerlijk, en verliest Boe (Bro?) de grip op de film. Dan is de thematiek van het uitgangspunt al verlaten, en begint de film te irriteren, wat tot na het gewelddadige slot doorwerkt. (Paul Caspers)
Charmant
Special
Hal Haberman & Jeremy Passmore, 2006
Omdat hij niets beters te doen heeft, besluit hij een experimenteel medicijn te testen. De meeste mensen worden er alleen zelfverzekerder van, maar stripboekfanaat Les meent dat hij superkrachten heeft. Als een jonge Wim de Bie werpt hij zich in een zelfgemaakt pak op foutparkeerders en kruimeldieven. De ontwikkelaars van het medicijn proberen hem op andere gedachten te brengen, maar halen zich daarmee de woede van Special-Man op de hals.
De pianomuziek moet ons op gevoelige momenten eraan herinneren dat Les’ verhaal toch ook wel zielig is, en een boodschap heeft. Nu hij eindelijk een individu is, wordt hij van alle kanten belaagd door mensen die hem zijn status willen afnemen. Maar die treurige toets komt pas op het einde in beeld. En dan heeft deze charmante undergroundcomedy je al voor zich gewonnen. (Paul Boon)
Oppervlakkig
Pure Hearts (Rene hjerter)
Kenneth Kainz, 2006
Kunstmatige smaakstoffen
Feast
John Gulager, 2005
Een woestijnkroeg en haar stamgasten worden aangevallen door – euh, monsters. De karakters – of eigenlijk: genre-sjablonen – worden met freezeframes geïntroduceerd: naam, beroep en verwachte levensduur. Grappig gevonden, maar na het derde plaatje wordt het wel wat flauw. Daarna volgt de film het “tien kleine negertjes”-recept; met dit verschil, dat nu eens niet het kleine kind en de stoere held overleven, maar de babbelkousige redneck en zijn invalide broertje. De mutanten zijn met horens en bont beplakte buizenconstucties, afgewisseld met stopmotion-trucjes: een fraai contrast met de CGI-fantasieën die hedentendage over onze filmschermen kruipen.
Feast is leuk maar door de cameravoering soms wat moeilijk te volgen. Als kind moet cinematograaf Thomas Callaway in de kunstmatige smaakstoffen zijn gevallen. Je hebt geen idee waar je je bevindt, en de camera zwiept en zoeft dat het een aard heeft. Door de schimmige belichting heeft de kijker zelfs moeite om de personages uit elkaar te houden. De makers doen trouwens geen enkele poging om een verklaring te bieden voor het gruwelijke bezoek – een verstandig besluit, want daaraan vertilt menig B-filmer zich wel eens. En omdat ze zichzelf op een niet-serieuze manier niet serieus nemen, weten ze af en toe ook nog te verrassen, wat een prestatie mag heten in dit vaak gepersifleerde genre. (Paul Boon)