Film / Achtergrond
special: Deel 1

Architecture Film Festival Rotterdam 2011

Het AFFR had voor zijn laatste editie een gevarieerd en geëngageerd programma dat veel bezoekers trok. Het nieuwe Lantaren Venster bleek de perfecte locatie voor een festival waar architectuur en stedenbouw even in de spotlight staan. 8WEEKLY blikt terug.

DEEL 1 | DEEL 2

~

Je zou verwachten dat architectuur een te beperkt onderwerp voor een heel filmfestival is. Het AFFR bood echter een breed filmprogramma waar naast de te verwachten documentaires over bekende architecten ook vrij bijzondere fictiefilms waren te zien. De meest interessante bijdragen aan het festival waren echter de films over stedelijke cultuur en ontwikkeling. Dit maakte het programma spannender en verrassender dan je zou verwachten.

Wat opviel bij veel van de documentaires was dat de economische crisis zeker nog een rol speelt. Veel films gingen kritisch in op de macht van het grote geld op de bouw en ontwikkeling van de stad. In de documentaires Ekümenopolis, London Utopia en Mirage was het neoliberalisme de grote boosdoener die tegenover duurzame en sociale visies op de stedenbouw staat. De overheersing van dit thema is natuurlijk niet vreemd in een tijdsgewricht waar er steeds kritischer wordt gekeken naar de negatieve effecten van het harde kapitalisme. Het AFFR organiseerde gelukkig ook verschillende verdiepende debatten die verder ingingen op deze problemen. In het debat Architecture in the meantime lag de focus op het nut en de noodzaak van een tijdelijke functie van locaties die in een overgangsfase verkeren. Dit debat, dat helaas iets aan zijn kracht inboette door het te grote aantal thema´s dat werd behandeld, wist wel wat prikkelende vragen op te werpen over hoe mensen de stad creatief gebruiken als tijdelijke speelruimte in de afwezigheid van grotere plannen.

Naast deze serieuze thema’s waren er ook luchtigere documentaires en fictiefilms. Een hoogtepunt was het nuchtere en droogkomische Living Architectures, waarin op sublieme wijze de discrepantie wordt getoond tussen de schoonheid en de functionaliteit van bekende gebouwen. De Argentijnse fictiefilm Medianeras bood wat escapisme in een mix van grote stadsromantiek met een maatschappijkritische knipoog. En er kon ook gegriezeld worden met de twee cultthrillers Homebodies en Wolfen waar de negatieve effecten van stadsvernieuwing een belangrijk thema vormen. Al met al was het AFFR een festival met verrassingen en daardoor zeer geslaagd.

Het einde der tijden in Dubai

Mirage • Srdan Keca, 2011

~

Een van de indrukwekkendste films op het festival was de experimentele documentaire Mirage over Dubai. Anders dan veel standard docu´s is het voor regisseur Srdan Keca niet de bedoeling om een conventionele film te maken. Mirage is meer een sfeerreportage die krachtig is door zijn soms hypnotische camerawerk en effecten die zijn afgeleid van fictiefilms. De film toont Dubai na de crisis en volgt verschillende mensen. Buitenlandse bouwvakkers lezen brieven voor aan familie die als voice-over worden gebruikt bij beelden van hun simpele onderkomens in een ruimte die lijkt op een gevangenis. Dit contrasteert sterk met een westerling die golft op een gigantisch golfterrein midden in de woestijn. Nuchter praat hij over de boom en de bust in Dubai en dat hij zich klaarmaakt voor de volgende plek waar er even snel veel geld te verdienen is. Deze calculerende zakenman praat ook nonchalant over het einde van de wereld in 2012 en wat dan de beste plek zou zijn om te overleven. Deze woorden vormen een schokkende ondertoon voor de film waaruit blijkt dat het systeem op elk moment in kan storten, maar dat het te laat is om er iets aan te doen. Keca versterkt dit gevoel in een prachtig, maar ook angstaanjagend lang shot van gigantische gebouwen in Dubai. Veel wolkenkrabbers zijn nog in aanbouw en de gebouwen die af zijn, staan leeg. Aan dit shot lijkt geen eind te komen, terwijl het ene gigantische bouwwerk het andere opvolgt. De kijker realiseert zich opeens hoe groot de luchtbel is geweest en vraagt zich vervolgens af wat er zal gebeuren met deze enorme spookmetropool nu het geld is weggetrokken.

Het Nieuwe Oosten

The Desert Castle • Eirin Gjørv, 2007

~

Als een schril contrast met Mirage geeft The Desert Castle een beeld van een periode dat de sky nog the limit was in het Midden-Oosten. De film volgt een Noors architectenbureau Snøhetta die met Rem Koolhaas concurreert om een megagrote opdracht in Ras Al Khaimah. Uiteindelijk wint Koolhaas de opdracht om een masterplan te maken voor een gigantische stad in de woestijn. Snøhetta mag echter nog wel een groot en opvallend gebouw maken als gateway van de stad en als iconische trekpleister. The Desert Castle lijkt op momenten een mockumentary. De Arabische prins die de opdracht geeft zou makkelijke een karikatuur kunnen zijn. De architecten van Snøhetta komen uit het niets met absurde ideeën over hoe een gigantische stad of een gebouw zou moeten zijn. Bepaalde ongemakkelijke scènes, zoals een mislukte presentatie, zouden niet misstaan in de Engelse comedyserie The Office en de lachwekkende Noorse architecten weten uiteindelijk een middenweg te vinden tussen hun creatieve ideeën en de wensen van hun megalomane opdrachtgevers. Toch is The Desert Castle een echte documentaire wat wel wordt bewezen door de korte en komische verschijning van Rem Koolhaas. Wat The Desert Castle toont is de overmoed die er op een bepaalde moment heerste en die zou resulteren in onafgemaakte megaprojecten zonder dat er werd nagedacht over de gevolgen.

Radicale antibouwers

Space, Land & Time • Laura Harrison & Elizabeth Federici, 2010

~

Het Antfarm collectief was een groep radicale hippiearchitecten die vooral bekend is geworden door hun absurde performances en hun brede visie op het concept architectuur. De groep werd in de jaren zestig bekend door hun inflatables; opblaasbare tijdelijke bouwwerken. Zo had de groep op het Rolling Stones concert in Altamont een grote opblaasbare tent gemaakt die vervolgens werd lek gestoken door trippende concertgangers. In Space, Time & Land kijken de enthousiaste leden terug op hun perfomances en happenings, zoals een reconstructie van de moord op Kennedy die ze op Dealey plaza naspeelden. Het levert wat verrassende beelden op zoals de bouw van hun organische House of the Century. De documentaire is vrij conventioneel aangepakt en hanteert een chronologische structuur om het Antfarm project te illustreren. Daarnaast zijn er lovende talking heads, zoals The Yes Men die het hebben over de invloed van het collectief op hun eigen anarchistische pranks.

Universele stadromantiek

Medianeras • Gustavo Taretto, 2011

~

Anders dan in Coppola’s Tetro waar Buenos Aires nog een vervallen barokke charme heeft kan die stad in Gustavo Taretto’s Medianeras wel elke stad zijn in de westerse wereld. Dat blijkt ook uit de personages, de webdesigner Martin en de werkloze architecte Mariana. De levens van onzekere jonge creatievelingen zijn een geliefd thema voor grotestadsfilms, van Amelie tot aan Happythankyoumoreplease. Medianeras verrast in dat opzicht niet en hanteert maar een paar lokale verwijzingen naar Buenos Aires. De twee hoofdpersonen zitten op Facebook, spelen videogames, kijken naar films van Woody Allen en luisteren naar Daniel Johnston. Ondertussen zoeken ze naar de liefde en een zin aan hun bestaan. De film is binnen het genre wel vermakelijk en dat komt vooral door de balans die Taretto hanteert tussen een snelle speelse stijl en rustigere scènes waar er meer ruimte is voor de gevoelens van zijn karakters. Hij wordt ook perfect bijgestaan door de laconieke Javier Drolas als Martin en de knappe Pilar Lopez de Ayala (betoverend in In the city of Sylvia) als Mariana. Hun overpeinzingen over het leven en de liefde in de grote stad die in voice-over zijn te horen zijn herkenbaar en grappig. Hierdoor vergeef je de momenten die je al van mijlen ver ziet aankomen. Na het zien van Medianeras kan je met gemak stellen dat het leven in een metropool terecht een universele ervaring is geworden.

Het station als geheugenpaleis

Antwerpen Centraal • Peter Krüger, 2011

~

Een vreemde eend in de bijt op het AFFR was de Belgische film Antwerpen Centraal die het beste getypeerd kan worden als een filmessay waar fictie en werkelijkheid door elkaar lopen. Het voorbeeld voor Peter Krügers film is het eveneens moeilijk te categoriseren werk van de Duitse schrijver W.G. Sebald. Antwerpen Centraal is gebaseerd op passages uit het boek Austerlitz, waar een architectuurhistoricus door Europa reist en op bepaalde plekken moet terugdenken aan zijn verborgen verleden. Johan Leysen speelt de verteller die de kijker inwijdt in het merkwaardige station. Het station was gebouwd als een kathedraal voor de trein en is een symbool van het negentiende-eeuwse vooruitgangsdenken en de economische groei van België. Maar net zoals het werk van Sebald gaat de film in op de duistere en vergeten geschiedenissen van het station. De film behandelt de exploitatie van de Congo en hoe de winst uiteindelijk de bron vormde voor de bouw van het imposante station. Krüger heeft een prachtige visuele stijl en alle beelden zijn mooi om naar te kijken. Dit maakt de film tot iets meer dan een standaarddocumentaire over een indrukwekkend gebouw. Ook wekt de associatieve manier waarop het verhaal wordt verteld nieuwsgierigheid. De film is naar het einde toe iets te lang, maar het is een geslaagd experiment in het vinden van een nieuwe vorm van filmmaken.