Boeken / Achtergrond
special: De literaire zoo in Utrecht, 15 maart 2009

Schrijvers en dieren, zover het oog reikt

Lopend door de Utrechtse binnenstad waande je je zondag 15 maart in een dierentuin. Het centrum stond geheel in het teken van het Boekenweekthema. De literaire zoo was de verzamelnaam waaronder uiteenlopende activiteiten schuilgingen. In vele hokken deden schrijvers, dichters en musici een kunstje. Ze mochten bovendien naar hartelust gevoederd worden.

De programmakrant van De literaire zoo is een soort stadsplattegrond op folderformaat, die je uitvouwt om hem nooit meer in elkaar te krijgen. Overal in de stad overleggen mensen met het uitgevouwen programmablad waar ze nu eens naar toe zullen gaan. De grote hoeveelheid activiteiten zorgt hier en daar voor een echtelijke twist over de te volgen route, maar over het algemeen is het toch ‘voor ieder wat wils’.

Knutselmoeder

Mijn programma vangt aan met dichteres Vrouwkje Tuinman en pianist Jeroen van Veen. In de zaal van het Utrechtse Conservatorium speelt Van Veen fragmenten uit de dierenopera Le carnaval des animaux. Tuinman neemt het literaire aspect voor haar rekening door iedere pauze op te vullen met een lief dierengedichtje. Er is aan Tuinman trouwens een groot knipkunstenares verloren gegaan, want de blaadjes waarvan zij haar gedichten leest, zijn geknipt in de vorm van het dier waarover het gaat. Een staaltje handenarbeid waar de gemiddelde knutselmoeder van zou watertanden.

De zaal is goed gevuld, met opvallend veel kinderen over wier hoofden zowel de teksten als de muziek heen lijken te gaan. Maar zij vermaken zich met de technische man, die op de achtergrond van het toneel allerlei elektronische moeilijkheden probeert op te lossen. Na Tuinmans voordracht is er de keus: een hiphopversie van Reinaert de Vos, een voorleesuurtje van Henk Westbroek uit Nijntje of een gesprek met Marianne Thieme, zelfbenoemd Redster der Dieren.

In Hofman: Thieme, Fokke en Sukke

Thieme, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren, die onder de wat oudere literatoren een opmerkelijk grote aanhang bezit, wordt in Café Hofman ondervraagd door journalist Leon Verdonschot. Het programma draagt de titel ‘Het gelijk van de dieren’, naar het pamflet dat Thieme schreef voor deze Boekenweek. Hoopte Thieme een makkelijk verkooppraatje voor haar schrijfsel te houden, dan kan ze die hoop snel laten varen. Verdonschot maakt er een keihard politiek interview van, waarin Thieme van zich af moet bijten. De aandachtig luisterende zaal is op haar hand. Nooit eerder zinderde zoveel dierenliefde door één ruimte. Zelfs de bestelde tosti wordt zonder ham geleverd.

Marianne Thieme

Marianne Thieme

Onmiddellijk na afloop van Thiemes partijpraat vertienvoudigt het bezoekersaantal in het café.
Fokke & Sukke staan aangekondigd. Zelf komen ze níet, wél Jean-Marc van Tol, een van hun bedenkers. Een half uur lang projecties van cartoons waarin een dier voor komt. Niet zo moeilijk, als je hoofdrolspelers een kanarie en een eend zijn. Van Tol leest simpelweg de tekeningetjes voor die het publiek zelf ook wel kan zien, tenminste, de dertig mensen vooraan. Na een inspiratieloos halfuurtje komt de vraag of de makers wel eens boze brieven krijgen. De tekenaar blijkt opeens wel smakelijk te kunnen vertellen! Met een oude powerpointpresentatie improviseert hij vijf minuten bij elkaar, leuker dan de obligate dertig minuten daarvoor.

Ook na Fokke & Sukke is de keuze reuze. Katja de Bruin over haar varkensliefde, Vincent Bijlo over de liefde voor zijn blindengeleidehond en in meerdere bioscopen verfilmingen van de boeken van wielrenner, schaker en schrijver van het Boekenweekgeschenk Tim Krabbé.

Heytze en de incrowd

Echter, ik kies voor de presentatie van Ingmar Heytzes stadsgedichten, gebundeld in Utrecht voor beginners. Heytze zelf is inmiddels een gevorderde als het op Utrecht aankomt; hij woont in het centrum van de stad, is inmiddels stadsdichter, schrijft iedere vrijdag een gedicht voor het AD/Utrechts Nieuwsblad en zijn veel gememoreerde reisangsten binden hem bijna letterlijk aan de Domstad.

Ingmar Heytze signeert

Ingmar Heytze signeert

Heytze is behalve een uitmuntend dichter ook een uitstekend gastheer. De presentatie in de trouwzaal is druk bezocht, maar Heytze heeft voor eenieder – van vage kennis tot goede vriend – een knikje, een woord of een zoen. Nadat hij zelf, midden in de zaal op de grond zittend, de elektra heeft aangesloten, en zijn voor deze gelegenheid aangetrokken nette pak heeft gekreukt, kan de presentatie beginnen. Alleen Heytzes uitgever Joost Nijsen laat nog op zich wachten. In de tussentijd vermaakt Heytze zijn publiek als een volleerde showhost, kondigt de prachtige muzikanten aan die zijn gedichten op muziek hebben gezet en ze live ten gehore brengen.

Na de presentatie wordt Heytze geïnstalleerd tot stadsdichter van Utrecht. Burgemeester Wolfsen hangt hem een sjerp om, biedt een mooi bedoelde , maar spuuglelijke stadsdichterszetel aan en geeft het startschot tot een feestelijke borrel. Een van die borrels waar de incrowd is. Je kent ze wel: iedereen kent iedereen, alleen jij kent niemand. Behalve Ingmar Heytze, die intussen vol overgave zijn nieuwe bundel signeert.

De wijn die met weinig bekrompen maat geschonken wordt is gratis en de incrowd laat het zich smaken. Om half zeven vertrekken we, schrijver dezes ging naar huis en de incrowd naar een literair-culinair feestje van Ronald Giphart. Zo eindigde De literaire zoo ook met het dier in de hoofdrol. Maar dan op het bord.