Zit stil. Doe niets.
Kort na de aanslagen in Parijs gaat David van Reybrouck met zijn vriend Thomas D’Ansembourg uit eten. Aan tafel bespreken ze het aanhoudende geweld in Europa en hoe graag ze willen dat het ophoudt. Een onvoorstelbaar simpele oplossing is het resultaat: elke dag tien minuten stil zitten en niets doen.
Een vreedzame samenleving, louter door meditatie. Dat is de kernboodschap van Vrede kun je leren. Het lijkt te mooi om waar te zijn en klinkt ook een tikkeltje naïef en soft. Toch weten Van Reybrouck en D’Ansembourg je te overtuigen van hun ideeën over wat meditatie teweeg kan brengen.
Het verschil tussen vrede en veiligheid
‘Een samenleving die alleen inzet op veiligheid, dat is noodzakelijk, maar dat is niet hetzelfde als inzetten op vrede,’ zegt Van Reybrouck in een aflevering van De Wereld Draait Door. Van dit inzicht proberen hij en D’Ansembourg je ook in het eerste deel van hun boek te overtuigen: we richten ons op de verkeerde zaken. Veel instituties zijn gericht op oorlog, maar met vrede bevorderen bemoeit de overheid zich nauwelijks. Waarom is er wel een ministerie voor defensie en geen ministerie voor vrede, is een interessante retorische vraag die de schrijvers opwerpen. Dat vrede wel een maatschappelijk vraagstuk moet zijn, wordt duidelijk aan de hand van een mooie overpeinzing van D’ Ansembourg. Hij schrijft over zijn vrijwilligerswerk met gewelddadige straatjongeren en concludeert: ‘Ik besefte dat deze jongeren, als ze de kans hadden gekregen zichzelf te leren begrijpen en hun gevoelens te uiten, veel meer aan persoonlijke verandering en ontwikkeling hadden kunnen doen in plaats van zich domweg af te reageren.’ Oftewel: zelfkennis en communicatietechnieken zijn van groot maatschappelijk belang.
Psychische hygiëne
De vraag hoe we deze innerlijke vrede, deze zelfkennis en het vermogen tot geweldloos communiceren bereiken, is de volgende vraag die de schrijvers in hun helder gestructureerde betoog beantwoorden. Innerlijke verzorging zou in ons dagelijks leven moeten worden verankerd, net zoals uiterlijke verzorging dat is: ‘We hebben in de vorige eeuw allemaal geleerd voor ons gebit, ons haar en onze huid te zorgen, dus voor de zichtbare kant van ons lichaam, maar we hebben geen enkele vooruitgang geboekt in het aanleren van rituelen op het gebied van psychische zorg.’ Een terechte observatie. Volgens Van Reybrouck en D’Ansembourg zijn er drie instrumenten die hierbij zouden helpen: mindfulness, geweldloze communicatie en compassie. Van deze drie methoden krijg je als lezer een korte, maar krachtige uitleg, met extra aandacht voor mindfulness. Meditatie is duidelijk het stokpaardje van de schrijvers. Het is volgens hen dé manier om meer zelfkennis te ontwikkelen en stress te reduceren, waardoor de neiging tot geweld afneemt.
Gracieus en goed onderbouwd
Het mogelijk argwanende gevoel dat je krijgt bij het lezen van termen als mindfulness en meditatie, nemen Van Reybrouck en D’Ansembourg grotendeels weg door zelf al te benoemen dat hun ideeën door de bank genomen als soft en zweverig worden gezien. Wat echter nog effectiever is, zijn de onderzoeken die ze aanhalen waaruit blijkt dat deze milde methodes sterk positieve resultaten opleveren. Daar komt bij dat Vrede kun je leren doorspekt is met goed onderbouwde persoonlijke inzichten en ervaringen die hun boodschap onderschrijven. Wat in eerste instantie te eenvoudig lijkt om effectief te zijn, wordt naar mate je verder leest steeds aannemelijker en logischer. Hun ook nog helder en in sierlijke zinnen geschreven pleidooi is waterdicht. Inderdaad, waarom is meditatie nog niet geïnstitutionaliseerd en wordt het niet onderwezen op scholen, als er zoveel positieve effecten mee gemoeid zijn, vraag je je na lezing af. Tijd om Headspace te installeren en te hopen dat dit interessante en prachtig geschreven boekje gauw in de handen van een politicus belandt.