Tragisch verhaal verfilmd als langzame tranentrekker
In India verdwijnen ieder jaar 60.000 kinderen, een ontstellend aantal. Daar komt nog bij dat zelden een van deze kinderen wordt teruggevonden. De kinderen komen terecht in de prostitutie, bedelen op straat en zijn afhankelijk van aalmoezen. Na de laatste scène van de film Lion worden deze data op het witte doek geprojecteerd. Cijfers die stemmen tot nadenken.
Lion kreeg vier nominaties voor Golden Globes, maar scoort ook hoog in de lijstjes van website Rotten Tomatoes. Het zegt veel over de gemengde reacties die Lion ontvangt.
Adoptieouders
Lion is een langzaam op gang komend drama. De kijker volgt twee broers die geld verdienen met het stelen van steenkolen van een trein. Tijdens een nacht raakt kleine Saroo te vermoeid om te werken en verzeilt slapend in één van de wagons. Wanneer hij wakker wordt, rijdt de trein in volle vaart richting een onbekende bestemming. Na een reis van dagen stapt het kind uit in Calcutta. Hij moet overleven in de straten van een onbekende stad. Maanden later wordt hij van straat geplukt door mensen die kinderen ter adoptie aanbieden. De Australische Sue (Nicole Kidman) en haar echtgenoot John besluiten twee kinderen uit India in huis te nemen.
Vanaf dat moment is de film voorspelbaar. Het echtpaar adopteert twee jongens waarvan de een succesvol wordt en de ander in de criminaliteit belandt. Saroo doet keurig een opleiding en houdt van zijn ouders. Zijn stiefbroer gebruikt drugs en luiert zich de dag door, waar de adoptieouders ontzettend onder lijden. Zo struikelt Lion naar van de ene naar de volgende voorspelbare scène.
Saroo wil zijn geboorteplek terugvinden; met Google Earth en vol schuldgevoelens gaat de volwassen geworden Saroo op zoek. Natuurlijk gaat hij in India op zoek naar zijn moeder. Zijn geboortehuis is veranderd in een schapenstal, maar hij geeft niet op.
Tranentrekker
Regisseur Garth Davis kiest continue scènes die inspelen op de emoties van de kijker. Lion is in eerste instantie een aanklacht tegen de omstandigheden waarin te veel kinderen in India moeten opgroeien. Davis verlaat het pad van de harde realiteit echter al snel voor de weg van de tranentrekkende commercie. Daarbij herhaalt de regisseur in het eerste half uur keer op keer de beelden van de straatkinderen, die daarna worden ingewisseld voor eindeloze emoties van de adoptieouders en de twijfels van Saroo. Davis heeft onvoldoende de schaar durven zetten in de opnames en duurt met 118 minuten minstens een half uur te lang.
Alleen de data over de 60.000 kinderen die elk jaar verdwijnen aan het einde van de film brengt de journalist die de pen in bijtende kritiek wilde dopen aan het denken. Het is belangrijk dat een film als Lion is gemaakt. Zelfs als dat gebeurt door mensen die in Hollywood vooral aan een rinkelende kassa denken. Davis snijdt een belangrijk thema aan, maar doet dit in een film die slaapverwekkend is. Lion verzilverde geen van de nominaties voor een Golden Globe, maar verdient zeker geen Rotten Tomatoes.