Vermakelijke clownerie mist samenhang
Alptraum ‘een vrolijke nachtmerrie’ is geschreven door Peer Wittenbols. Deze tekst is een cadeautje voor regisseur Ted Keijser, die dertig jaar in het vak zit. Het is een vermakelijke clownerie waarin vijf clowns verwikkeld raken in verschillende achtervolgingen, zoals alleen clowns dat kunnen. De prachtig vormgegeven neuzen en de kostuums, die als gegoten zitten, geven iets van het karakter van de spelers prijs. Blijft wel dat de toeschouwer het genre op zich moet waarderen, want de misverstanden, de oplossingen en de achtervolgingen zijn des clowns, of zoals het ‘de diersoort clown’ betaamt. Het verhaal, in de vorm van een detective, heeft grappige en ontroerende momenten, maar deze zijn vooral te danken aan de individuele spelers. De onderlinge samenhang tussen de spelers is echter als los zand, waardoor er toch niet meer overblijft dan een clownsnummer.
Wanneer clown Django (Servaes Nelissen) zijn drie muntjes bij de bank komt brengen, ziet bankjuffrouw Rosalie (Heidi Arts) hem aan voor overvaller. Tegen wil en dank krijgt hij een plastic tasje met geld en bezittingen mee. Het relaas hierover aan zijn beste vriend Toutou (Remco Melles) verloopt tergend langzaam, loopt over van prachtig vertolkte verbazing over wat er gebeurt is, maar bereikt dan toch een verrassende clou: Rosalie valt flauw nadat Django haar met drie kussen bedankt. Uit deze nachtmerrie (Alptraum), dient Django zich te redden. Geen gemakkelijke opgaaf wanneer je clown bent, want de andere ‘soortgenoten’ begrijpen alleen een letterlijke uitleg. Dan is daar ook nog Rosalie die haar zinnen zet op een kindje van Django.
Op hoge hakken, met brede heupen en vette haartjes is Rosalie een clown in een midlife crisis. Ze snakt naar liefde en schreeuwt de eenzaamheid van haar af. Een gemiste kans dat haar intense uithaal juist op de uitgekauwde muziek over een clown moet plaatsvinden. De ontroering die op de loer ligt, glijdt hiermee hard onderuit. Rosalie blijft echter in haar morsige en mopperende rol, waarmee ze sympathie weet te wekken. Het verhaal wordt bijeengehouden door De Verslaggever (Olaf Mamberg) die op enthousiaste wijze verslag doet van de verwikkelingen, maar vaak genoeg ook zelf een rol hierin heeft. Zijn snelle praten met grote ogen en schokkerige bewegingen brengt vaart en spanning in het verhaal.
Ongewervelde dieren
De eenvoudig maar doeltreffend vormgegeven kubus van hout en karton op het toneel heeft veel gezichten. Het is een toverbox, waarin Django nog probeert zich aan zijn achtervolgers te onttrekken. Het is een achtervolgingskist waar iedereen in en uit gaat. Maar dan is het toch tijd voor ‘de daad’ . Alleen blijkt dan dat de seksuele voorlichting aan de clowns opgehouden is bij de paringsgewoonten van de ongewervelde dieren. En dan is de doos ineens een jampot; stop ze erin, sla wat gaten in het deksel en dan komen de kindjes vanzelf. Wanneer dat toch niet het gewenste effect heeft en zelfs de raad van De Verslaggever niet helpt, is het tijd voor een taart. Niet zo’n grote, want ‘hoe kleiner de taart, hoe kleiner het meisje dat er uit springt’. Er ontstaat een mooie ontlading wanneer de truc met de taart lukt.
Het is duidelijk dat alle acteurs van Alptraum veel moeite hebben gedaan zich hun rol eigen te maken: het zijn clowns met een identiteit. Wanneer ze elkaar ook daadwerkelijk als soortgenoten gaan zien, is het vast mogelijk dat ook over te brengen aan het publiek.
Alptraum is te zien tot en met 28 juli en van 27 september tot en met 22 december 2007 in diverse theaters in het land. Ook in 2008 is deze voorstelling nog te zien. Voor meer informatie en de speellijst: www.oostpool.nl