Circus van de leugen
.
In de regie van Koos Terpstra (hij schreef ook de tekst) heeft het Noord Nederlands Toneel zich verdiept in het circus van de alomtegenwoordige leugen. De voorstelling is het derde deel van een vierluik, over macht, onrecht en verbeelding, waar het gezelschap sinds 2005 aan werkt. In Jeanne d’Arc
(het eerste deel) draait het om puurheid en rechtschapenheid, in dit deel om het tegenovergestelde daarvan, zo lijkt het.
Hooggeëerd publiek
Wat hebben de vrouw met de baard, een circusdirecteur, een Zuid-Amerikaan, een postbode, een travestiet, twee politici, een blinde man en nog een aantal figuren met elkaar te maken? Zo op eerste oog helemaal niets, maar schijn bedriegt. De vrouw met de baard is verliefd op de Zuid-Amerikaan, in wiens armen ze gevlucht is na haar mislukte Eerste Grote Liefde. Haar zus houdt een politicus de spiegel voor. Deze politicus, de Baas, steunt een andere politicus niet als hij wordt beschuldigd van onzedelijk gedrag. Zo zijn er nog meer dwarsverbanden aangebracht. In die dwarsverbanden komt steeds een ander facet van de menselijke emoties ter sprake, zoals liefdesverdriet, woede, vriendschap, liefde, wantrouwen en buitengesloten worden. En wij, als publiek, moeten telkens een keuze maken. Daarmee zet Terpstra zijn lijn van actualiserend theater voort. Terpstra biedt geen hapklare brokken, maar zet je aan het denken. Wat moet ik kiezen? Hoe kijk ik er tegen aan? Geloof ik wat ik zie?
Kijken maar
Hoewel een voorstelling zonder bedrijven enige gewenning vereist, verloopt het geheel toch soepel. Je concentreert je op de vrouw met de baard (gespeeld door Lotje van Lunteren) en op de Baas (vertolkt door Martijn de Rijk) en de andere acteurs waaieren daar, als het ware, om heen. Het geeft Terpstra niet alleen de kans zijn maatschappelijke betrokkenheid gestalte te geven, maar hij kan zich eveneens van zijn wat meer poëtische kant laten zien. Wederom weet hij met indringende beelden te ontroeren. In de laatste scènes komt dat prachtig naar voren. We zien de vrouw met de baard in een omarming met haar grote liefde, terwijl een prachtig lied over de liefde klinkt. Diezelfde woorden (”Alles wat ik wil dat ben jij”) gelden ook, een scène later, voor de politicus, de Baas. Dat beeld laat een veel wranger gevoel na, want zo’n man wil je helemaal niet en toch is hij verkozen.
Lotje van Lunteren en Martijn de Rijk spelen hun rollen met overtuiging. Van Lunteren vertolkt de hunkering naar liefde van de vrouw met de baard op een mooie en ingetogen wijze. Martijn de Rijk imponeert met zijn drift en koele blik. Ludo Hoogmartens, tenslotte, weet met zijn bijna droogkomische manier van acteren de broodnodige humor aan te brengen. Dat is overigens wel een markant verschil met Jeanne d’Arc. De humor is in deze voorstelling subtieler en wranger. Humor met een naar smaakje waar je eigenlijk alleen besmuikt om kan lachen.
Terpstra en zijn ensemble hebben met deze voorstelling een staalkaart van de menselijke emoties laten zien. Een ode aan de complexiteit van de moderne mens, die een vat vol tegenstrijdigheden is. Je moet achter die emoties kijken en dan een keuze maken, maar het begint en eindigt met kijken.
De vrouw met de baard is nog te zien tot en met 28 april 2007. Klik hier
voor meer informatie en speellijst.