Theater / Voorstelling

Vaandrager geen verlate volksheld

recensie: John Buijsman - Public Animal

Vaandrager, wie kent deze dichter uit de jaren zestig nog? De gemiddelde jongere (zeg < 30) niet, lijkt het. De door ons positief ontvangen biografie die ruim een jaar geleden over hem verscheen heeft daar weinig aan kunnen veranderen. En vermoedelijk betekent ook de zeer fraaie voorstelling Public Animal van John Buijsman geen ommekeer.

De redactie van CJP heeft nog wel geprobeerd C.B. Vaandrager op te stoten in de vaart der volkeren. In een vooraankondiging van het toneelstuk wordt zijn belang onderstreept: “Vaandrager, Rotterdams schrijver en dichter, maakte in de jaren zestig deel uit van de ‘Bende van Vier’, met Armando (Ben Ik Te Min), Verhagen, en Sleutelaar.”

Nu zijn er twee opties: of de mond van de lezer hangt wagenwijd open, of de lezer kijkt niet-begrijpend uit zijn ogen. Want nee, Armando is dus niet de hippie achter het Neder-Dylannummer Ben ik te min. Nu is het CJP-stukje geschreven door een 21-jarige stagair; wie weet vindt hij klepel en klok in de toekomst op één plek. Jammer alleen dat de eindredactie van CJP blijkbaar ook nog nooit van multikunstenaar Armando had gehoord. Dat krijg je misschien als alles jong en blits moet; dan wil de echte kunst nog wel eens uit het oog worden verloren.

Buitenbeen

~


Gelukkig heeft John Buijsman wel oog en tijd voor het kleine en interessante. In Public Animal zet de ene Rotterdammer de andere prachtig neer. De voorstelling bestaat volledig uit Vaandragers eigen teksten, die Buijsman in zo’n volgorde heeft weten te kneden dat er een soort van logisch verhaal is ontstaan. Vaandrager wordt vooral neergezet als een taalvirtuoos die in kleine grapjes (“Made in Madurodam: De kroketten in het restaurant / zijn aan de kleine kant”) en langdurige verhalen vermakelijk, verrassend en inventief uit de hoek komt.

Verder portretteert Buijsman Vaandrager expliciet als de buitenbeen die hij in de loop van zijn leven is geworden. In een volledig wit decor en naast witgeklede muzikanten valt hij extra op in zijn donkere en verlopen kleding. De ‘public animal’, met zijn slordige haar, met zijn desinteresse voor welke conventie dan ook, uit de titel wordt slechts losjes aangestipt. Op hoe Vaandrager zijn eigen leven en levensstijl beschouwde gaat Buijsman niet in en ook Vaandragers functioneren in een maatschappij bevolkt met andere mensen komt niet aan bod. We zien vooral een dichter die uit zijn hart spreekt; alleen de muziek reflecteert, stimuleert, jaagt aan en roept ter orde. Buiten muziek, taal en drugs lijkt er niets te zijn in Public Animal.

Onbekende pareltjes

Nee, Vaandrager wordt geen verlate volksheld door deze voorstelling. Maar als Armando, de totaalkunstenaar die de Tweede Wereldoorlog als basis voor zijn werk ziet, al het droeve lot ondergaat verward te worden met een roodharige hippie die teert op één hit, dan laat de bekendheid van Vaandrager zich raden. En ach, misschien is het ook niet erg dat de schrijver van het Rotterdamse drugsgedicht uit het collectieve geheugen is verdwenen; de liefhebber van het genre kan zich tegenwoordig immers laven aan Jules Deelder. En onbekende pareltjes uit het verleden vormen een mooie basis voor kleine maar sprankelende toneelstukken, zoveel bewijst John Buijsman maar weer eens.

Public Animal is nog te zien tot en met 7 april 2007. Klik hier voor meer informatie.