Ontdekkingsreis voor waaromvragertjes
“Het lijkt op schieten over de hoofden heen, maar ZOOM bewijst het tegendeel”, zegt dansgroep De Stilte zelf over haar nieuwste voorstelling, die natuurkunde als onderwerp heeft. Nu is het abstractievermogen van de kleintjes vaak veel groter dan veel volwassenen denken, maar voor kleuters die een beeld van de aarde of de planeten nog niet eens herkennen (vrij normaal voor een kind van die leeftijd) blijft het toch echt steken in een spelletje met ballen – een leuk spelletje, dat wel.
En er mankeert nog wat aan dit werk van gastchoreograaf Jack Gallagher. Want de veelal grafische animaties vol wis- en natuurkundige figuren op de achterwand zijn op punten beslist mooi om te zien, maar ze houden vrijwel nergens een spannend of invoelbaar verband met wat zich op de vloer afspeelt. Ze leiden eerder af dan dat ze iets toevoegen. Ook omdat er op de vloer – met dans én projecties – simpelweg te veel gebeurt om ook nog naar het scherm te kunnen kijken; zelfs voor een lenig geestje vanaf vier jaar. Laten we het zo zeggen: met deze mix van dans en videoprojecties steekt De Stilte de Nederlandse godfather van geanimeerde dansvoorstellingen, David Middendorp, niet bepaald naar de kroon.
Maar dat betekent niet dat Gallagher, die gewend is te werken voor volwassenen, compleet heeft misgeschoten. Want de basis van de voorstelling, met vier dierlijke danseressen die een wereld vol ballen ontdekken, zorgt voor kleuters op puntjes van stoelen. Ze zijn geboeid door de soms ongecoördineerde drukte, door de volheid van de vloer, door de kleurige vormpjes van de projecties. En waarschijnlijk herkennen ze in de soms schattig klungelige bewegingstaal tussen de klassieke dansbewegingen door hun eigen leven, hun eigen ontdekkingstocht van de dingen om zich heen.Zo vergaat het namelijk de vier. Ze beginnen als een soort grote, witte hagedissen, zitten vast aan een enorme witte bal. Ze rollen erover, aaien hem, vinden uit dat hij kan stuiteren. Ze doen een Indonesisch aandoend dansje met op Newtons appel gelijkende giga-stressballen. Langzaam gaan hun zonnebrillen en kapjes af en worden ze menselijker. Waarna ze de mogelijkheden van de ballen verder ontdekken, uitbuiten en – zoals bij de mens te doen gebruikelijk – misbruiken voor een spelletje pesten. Worden Newton en Einstein als inspiratiebronnen genoemd, we kunnen dat lijstje makkelijk aanvullen met nog wat grote namen uit de wetenschap.
Wat dat betreft sluit ZOOM goed aan bij Glad IJs, waarin niet het ontdekken van dingen, maar het ontdekken van andere mensen centraal staat. Drie in natuurtinten gekleurde wezentjes vormen bijna één entiteit, zo close zijn ze met elkaar. Ze dollen en spelen zoals jonge diertjes en kleine kindjes dat doen. Plotseling doemt een vierde op, als een Livingstone in Afrika, als een Roald Amundsen op de Zuidpool. Iemand die met haar felgekleurde kleding erg opvalt in deze lichte wereld waarin tot voor kort niets anders bestaat dan de drie wezentjes en drie lampen omringd door plafondhoge touwen. Of de toeschouwertjes de volle betekenis van deze voorstelling meekrijgen, is de vraag. Maar het korte werk van Gertien Bergstra en Femke Somerwil laat op een heel prettige, rustige, sfeervolle manier zien hoe een groepje omgaat met een nieuweling, die eerst afweert, dan besnuffelt, dan beconcurreert en vervolgens binnenlaat.Het thema ‘de ontdekking’ is in het jeugdtheater populair. Niet voor niets, want het sluit aan bij de fase waarin de doelgroep zich bevindt. Als choreografie komt het misschien een tikkeltje tekort, maar voor kindjes in de waarom-leeftijd is ZOOM & Glad IJs een mooi begin van een enorme berg vragen die papa, oma of de juf mogen beantwoorden.