Onmogelijke waarneming
Kijken. Iedereen kan het of zou het moeten kunnen, maar volgens Hans Aarsman kan niemand het. Vanuit het idee van een fotograaf die zijn werk toont aan het publiek (vertolkt door actrice Carly Wijs), wil Aarsman laten zien dat we vaak geen contact lijken te maken met de wereld om ons heen. Toch lijkt hij zelf ook niet te weten hoe dat dan wel moet.
Diepgang
Maar op welke wijze we dan moeten kijken, maakt Aarsman, schrijver van de tekst, nergens duidelijk. De boodschap blijft wat losjes in de lucht hangen. Gaat het er alleen om dat we de kleine dingen des levens moeten waarderen? Dat idee is zo clichématig dat we toch geen theaterstuk meer nodig hebben om daarop gewezen te worden. De voorstelling heeft daarom behoefte aan meer diepgang. Het idee van waarneming had verder uitgewerkt moeten worden; er is meer te zeggen over representatie en (re-)constructie in foto’s. Dat gebrek aan verdieping wreekt zich ook in de structuur. Carly Wijs houdt haar verhaal vol overtuiging, maar deze begint zonder duidelijke aanleiding en erger nog, stopt ook zonder dat het publiek het idee heeft dat het cruciale punt van de voorstelling al gemaakt is. Niet voor niets gingen eerst alle lichten uit en moest de actrice vervolgens opstaan van haar stoel alvorens de zaal voorzichtig begon te applaudisseren. Als toeschouwer ga je naar huis met het idee dat je niet veel wijzer bent geworden van deze avond. Voor het theater is dat toch een gemis.
Gedurfde fotografie
Hans Aarsman heeft als fotograaf en schrijver zijn strepen wel verdiend. Hij begon als fotojournalist voor onder andere Trouw. Hij had in de Volkskrant zijn eigen fotorubriek (‘De Aarsman Collectie’) en verder schrijft hij romans en theaterstukken. Niemand kan het is een autobiografische monoloog, waarin Aarsman door Wijs’ mond vertelt over het verkopen van zijn camera, de zelfgemaakte poppetjes van zijn moeder (‘allemaal de afvalbak in’) en tot slot de dood van zijn vader, waarbij het publiek zelfs de foto’s te zien krijgt van de dode man op het bed. Dit beeld is sterk, vooral omdat Wijs tegelijkertijd de vraag stelt: ‘Kan dat eigenlijk wel, je opgebaarde vader fotograferen?’. De combinatie van simpele tekst en beeld werkt goed, in het bijzonder met het innemende spel van Wijs, die echt sympathie weet op te wekken. Toch blijft er iets knagen. Het concept van een fotograaf die een lezing geeft is een goede basis, maar meer filosofische diepgang had er dan een beter theaterstuk van kunnen maken. Kijken naar de wereld is moeilijk; niemand kan het, maar als je een kaartje koopt hoop je toch dat de tekstschrijver het op zijn minst wel kan.